Stranders – Iris Stobbelaar

Stranders – Iris Stobbelaar (JFA)

Uitgeverij Ploegsma bv, Amsterdam (2015) Kinder & Jeugdboeken

445 pagina’s; prijs 17,99

Vormgeving: Nanja Toebak & Nancy Koot

Illustraties: Maaike Putman

Wees voorzichtig als je iemand verwenst, want het zo zomaar kunnen dat de persoon die je verwenst hebt, ook zomaar ver weg gewenst hebt. Dat is zo’n beetje de strekking van het schrijversdebuut van Iris Stobbelaar. Ik had nog nooit van haar gehoord, maar dat wil niet heel veel zeggen. Er zijn megaveel mensen waar ik nog nooit van gehoord heb en die de meest waanzinnige  (positief, dan wel negatief ) dingen doen. Laten we het bij het positieve houden. Iris Stobbelaar is dus een kinderboekenschrijfster, maar daarnaast ook een regisseuse en actrice. Als actrice zou je haar misschien kunnen kennen. Ze speelde Eva in de serie SamSam, die van 1994 tot en met 2003, op commerciële kanalen in Nederland werd uitgezonden. Inmiddels is ze getrouwd met regisseur Roel Reiné en heeft een zoon en een dochter en wonen ze sinds 2003 in Los Angeles. Zover maar weer over Iris persoonlijk. Laten we het eens over ‘Stranders’ hebben.

Job is het meer dan zat om op zijn kleine zusje Kaatje te passen. Zijn ouders hebben het altijd druk. Zijn moeder heeft een nagelboetiek, waar ze het heel artistiek druk mee heeft, en Jobs vader is een beleggingsadviseur. Het enige wat hij nodig heeft is een mobiele telefoon. Daar doet hij alles mee. Afspraken maken, de krant erop lezen, de beurzen en e-mails checken. Hij belt er zelfs soms wel eens mee. Het heeft zo zijn voordelen dat zijn ouders het zo druk hebben. Ze houden hem niet echt in de gaten, zodat hij (meestal) kan doen wat hij wil. Als Job enigst kind was geweest… dan had hij een leven als een luis op een zeer hoofd gehad. Maar hij was niet alleen… er was altijd een klein irritant zusje. Als hij dan zelfs op een zaterdag op haar moet passen omdat zijn ouders naar oma moeten, die net geopereerd is, en hij zodoende een belangrijke voetbal wedstrijd moet missen…, is dat de bekende druppel. Hij probeert die zaterdagmorgen al heel vroeg het huis uit te glippen , zodat zijn ouders een andere oplossing voor Kaatje moeten verzinnen, maar zijn plannetje gaat niet door. Kaatje is ook wakker en wil kost wat het kost met hem mee. Job is boos, heel erg boos en zijn hoofd vult zich met zwarte gedachten, zijn vuisten balden zich en hij denkt: Ik wou dat je je eigen nachtmerrie was, in plaats van die van mij. Op een plek waar ik nooit meer last van je had. Als hij zijn ogen open doet ziet hij Kaatje niet meer en hij maakt dat hij wegkomt. Als hij na een fijne sportieve dag thuiskomt, is zijn moeder er, maar Kaatje is in geen velden of wegen te zien. Hij rent in paniek naar buiten om haar te gaan zoeken. Tevergeefs. Hij wil net terug naar huis gaan om zijn ouders de waarheid te vertellen als een duistere figuur, geleund tegen een lantaarnpaal hem vraagt of hij zijn zusje zoekt. Als hij die vraag bevestigend beantwoord… loopt de figuur weg en Job volgt hem. In no time is het asfalt weg, de huizen van de buren en zelfs de lantaarnpaal is weg. De duistere figuur en hij zijn in een andere wereld. Het is het begin van de zoektocht naar Kaatje. Sterker nog… Kaatje vinden is de enige mogelijkheid om weer naar huis terug te keren. In een vreemde wereld die bevolkt wordt door monsters en waar je zelfs het landschap niet kunt vertrouwen, is dit geen gemakkelijke opgave. Vooral als blijkt dat hij niet de enige is die Kaatje zoekt.

Ik vond het een kostelijk boek en heb me er prima mee vermaakt. Ik weet niet of ze met een vervolg bezig is, of iets nieuws, maar als ze met een nieuw boek komt… dan houd ik me aanbevolen.

Jos Lexmond

Drakensteen – Mariëtte Aerts

Drakensteen – Mariëtte Aerts (YFA)

De Kronieken van de Zeven Eilanden 3

De Vier Windstreken , Rijswijk (2016)

437 pagina’s; prijs 15,95

Omslag & kaart: JeRoen Murré

Altijd als ik op vakantie ga, kies ik een paar speciale boeken die ik, of voor de gelegenheid bewaard heb, of die ik altijd nog eens zou willen lezen. Meestal is een van de laatste categorie er een van Jack Vance. Die blijf ik mooi vinden en kan ik aan het herlezen blijven. Maar niet dit jaar. Nee dit jaar had ik zo’n stapel recensieboeken liggen dat het me geen enkele moeite kostte er daar een aantal van me te nemen. ‘Drakensteen’ kwam net binnen voordat ik naar Wales vertrok binnen en dus was de keuze niet zo moeilijk: die moest sowieso mee. Verder pakte ik er nog een paar in waar ik ook wel mee door een deur kon. Ze volgen, of zijn al geweest, kortelings.

‘Drakensteen’, het derde deel alweer van ‘De kronieken van de Zeven Eilanden’. Er zijn haast geen superlatieven meer te verzinnen, dan diegenen die ik al gebruikt heb. Mariëtte Aerts gaat gewoon onverstoorbaar door met haar geweldige verkenning van de zeven eilanden en concentreert zich ditmaal hoofdzakelijk op het zuiden van Ing’Tassa. De wezens en volkeren, zoals de Guhulu en de Drakenrijders, die daar wonen en hun vreemde gewoonten etaleren, verrijken de toch al rijke scharkering van schepsels die ‘De Kronieken van de Zeven Eilanden’ bewonen en degenen die wel al kenden, zoals de Vogelheksen en Dwingers (of Zaghra-mongul), daar gaan we alleen maar meer van te weten komen. Je kunt haast niets vertellen over dit boek zonder wat weg te geven, dat is jammer. Maar het is niet jammer dat je het daarom zelf moet lezen en Genieten. Met inderdaad de hoofdletter G. Toch ga ik een poging wagen om wat van de inhoud te vertellen zonder al teveel te verklappen.

Raben en Calli vergezellen Nayari, de Guguvrouw met de gestreepte huid en gouden ogen, naar het dorp waar ze geboren is: Lahaz een dorpje aan de rand van de woestijnlanden van Guhulu woestijn, waar het wemelt van de draken. Nayari was ze door haar ouders vcrkocht aan een rijke koopman. Nadat ze had kunnen ontsnappen aan die koopman sloot ze zich aan bij de bende van Zoutbaard en werd een pirate. Ze was nimmermeer teruggekeerd en had nooit meer voet gezet op Zuid-Tassaanse bodem. Het blijkt dat tijdens haar afwezigheid er veel is gebeurd en veranderd. Er zijn wel geen Dwingers ofwel Zaghra-mongul in Lahaz, maar toch dwingt er iets. Wat is er met de olkana staf van Calli en wat wil Ilzani, de sjamaan ermee en met hen? Verder is Shintelle en de zelfbenoemde magiër Himondar nog steeds bezig het leger van mengwezens uit te breiden, maar er is iets met de menswezens aan de hand. Er lijken steeds meer mislukkingen uit de mengwezens voort te komen en ze lijken niet meer zo onoverwinnelijk als tevoren. Kan erfjonker Enzor zijn troon als heerser van Kir terugwinnen?

Het zijn allemaal vragen die ten dele beantwoord worden, maar ook die andere weer oproepen. Waar is bijvoorbeeld Zuran Zoutbaard gebleven? Hij probeerde de Vale Oceaan over te steken. Is dat hem gelukt? En zo ja… wat heeft hij daar aangetroffen?

Nu… heb ik teveel weggeven of ben je nu in verwarring? Er zit toch niets anders op dan ‘Drakensteen’ te gaan lezen. Het is een fijne dikke pil geworden met alweer een prachtige omslag van JeRoen Murré, dat mag ook wel eens gezegd worden.

Ik ben alweer benieuwd naar het vierde boek, waarvan Mariëtte Aerts aan het NCSF de titel al verklapt heeft: ‘Stormbrekers’. Als ik er maar niet te lang meer op moet wachten. Hoewel… anders herlees ik de eerste drie delen misschien nog maar een keer. Misschien is dat zelfs niet eens zo’n heel slecht idee. eer

Jos Lexmond

Space Rats – Bavo Dhooge

Space Rats – Bavo Dhooge (SF)

L.A. reeks 9

Uitgeverij Houtekiet, Antwerpen/Utrecht (2016)

277 pagina’s; prijs 14,99

Omslag: Wil Immink Design

Ondanks zijn omvangrijke oeuvre, heb ik tot nu toe weinig (een los verhaal (waarschijnlijk ‘Speelgoedpop’ uit ‘Horrorarium’) en ook ‘Splinters’ en ‘Straks werd ons geluk vermoord’) van Bavo Dhooge gelezen. Volgens mijn recensies van beide boeken (beiden uit 2008 ik wist niet dat ik dit al zo lang deed!!!) vond ik de eerste de moeite waard en de tweede absurd (met een hele slechte omslag). Ik moet zeggen dat ik, zelfs na het lezen van ‘Space Rats’ nog altijd wel geïnteresseerd ben om zijn Styx trilogie te lezen. De vertaalrechten zijn al in Amerika verkocht en ook de filmrechten zijn al binnen. Groot succes dus.

Zelfs na het lezen van ‘Space Rats’. Dat klink nogal onheilspellend, niet? In een woord: klucht. ‘Space Rats’ is een klucht. Ik vond humoristische SF meestal wel leuk. De verhalen en boeken van Eric Frank Russell… geweldig!. De ‘Deathworld’ trilogie van Harry Harrison… prachtig! De boeken van ‘De roestvrij stalen rat’… kan je me altijd nog eens mee verrassen. ‘De zeventien maagden’ of ‘Freitzke beurt’, van Jack Vance… ronduit hilarisch. Die kan ik nog wel twintig keer lezen.

Maar ‘Space Rats’? Ik vond het nogal over de top. Een beetje overdreven en geforceerde humor die nauwelijks serieus te nemen is. Ik weet niet welke figuur de hoofdprijs voor de grootste sukkel moet krijgen. De aap Chip of Brody Baldwin, maar ik denk dat ik toch Brody (met zijn visjes) maar kies. Bij vlagen was het wel aardig, maar als ‘Space Rats’ model staat voor de gehele L.A. reeks, dan vrees ik dat ik de rest van de reeks aan mij voorbij laat gaan. Toch vreemd dan dat het zo succesvol lijkt te zijn.

Bavo Dhooge heeft iets aparts met de letter ‘S’. Al zijn verhalen en boeken beginnen ermee. Nou… misschien niet alle verhalen en boeken. Degenen die onder pseudoniem geschreven zijn hebben dat euvel niet (hoewel… de twee boeken die hij onder het pseudoniem Harold S. Karstens schreef, beginnen ook met een ‘S’).  Hoe dan ook… door het gebruik van de ‘S’ om zijn titels mee te beginnen heeft hij de bijnaam S-Express gekregen.

Maar goed… even nog iets over het verhaal. RATS is een organisatie die in competitie met de Britse Richard Branson (van Virgin) is om de eerste commerciële ruimtevlucht te realiseren. Dwayne Bryce (veel vlieguren en ook veel borrels) krijgt de eer om de eerste ruimteshuttle van multimiljonair Sly Pollock (ook wel Spock genoemd) door de dampkring te schieten. Het wereldberoemde zangeresje Vicky Miller wil, samen met haar aap Chip, de eerste commerciële vlucht maken. Ze wil in de ruimte een clip opnemen voor haar laatste hit. En dan is er nog de ex-marinier Brody Baldwin, die de ruimte in wil om met zijn zaad de mensheid te redden.  Er is ook nog de FBI agente, Jenny Jàmes, die undercover, als journaliste, beetje bij beetje achter de waarheid komt, dat Dwayne Bryce te veel weet en niet alleen als een rat in de val zit, maar ook als een rat in een laboratorium getest wordt.

Ik heb nogal zitten dubben of het als een futuristische thriller gezien moet worden of als SF. De bemande reis naar Mars (nee… ik verklap verder niets) deed de balans naar de SF doorslaan en dat is het dus geworden.

Een conclusie geven is welhaast overbodig. Dat heb ik in voorgaande tekst al gedaan. Maar als u van kolderieke avonturen en kluchten houdt… vooral aanschaffen en van genieten.

Jos Lexmond

Een kroon voor Koud Zilver – Alex Marshall

Een kroon voor Koud Zilver – Alex Marshall (HF)

Crimson Imperium deel 1

Uitgeverij Luitingh-Sijthoff  B.V., Amsterdam (2016)

686 pagina’s; prijs 29,99

Oorspr.: A Crown for Cold Silver  –  (Orbit Books – 2015)

Vertaling: Gerda Wolfswinkel

Omslag: Lauren Panapinto/DPS – Kaart: Tim Paul

Hoewel er wel een beetje geheimzinnig over is gedaan wie Alex Marshall is, was het vrij gemakkelijk te achterhalen wie het echt was. Hoewel ik er zeker van was dat zijn echte naam bij Fantastic Fiction vermeld was, was die mededeling bij een tweede keer kijken nu weg, maar als je op de website van Jesse Bullington kijkt, staat het tweede boek in de Crimson Imperium trilogie ‘A Blade of Black Steel’ luid en duidelijk aangekondigd. Dus het is wel zeker dat Jesse, Alex is. Nu… dat is ook weer uit de weg.

Dan het boek zelf… Ik moet er eerlijk over zijn, maar ik heb het na hoofdstuk 16 (bladzijde 486) aan de kant gelegd. Toen had ik er genoeg van. Het boek was prachtig verzorgd, mooi uitgevoerd en het had een prima kwaliteit papier. Maar daar ben je er niet mee. Ik ben natuurlijk geen regelrechte Fantasy fan, maar ik herken wel fantastisch Fantasy als ik het lees. Om bij dezelfde uitgeverij (Luitingh-Sijthoff) te blijven. Die hebben geweldige Fantasy auteurs in huis als Robin Hobb, Andrzej Sapkowski, zeker een aantal (vroegere) titels van Terry Goodkind en niet te vergeten George R.R. Martin. Misschien moet ik Naomi Novik met ‘Ontworteld’, die allerlei prijzen met dat boek bij elkaar sprokkelt, ook nog even noemen. Nog niet gelezen, maar dat ga ik zeker nog doen. Bij andere uitgeverijen kan ik Joe Abercrombie en verder in het verleden Ursula K. LeGuin en uiteraard Terry Pratchett nog wel noemen. Er zijn er vast nog veel meer, maar die schieten me even niet te binnen.

Terug naar ‘Een kroon voor Koud Zilver’… ik legde het na hoofdstuk 16 aan de kant, maar moet eerlijk zeggen dat ik die nijging al een aantal malen eerder gehad had. Normaal gesproken doe ik dat niet. Er zijn maar weinig boeken die ik voor het einde weggelegd heb, maar ik kon me maar niet bij het verhaal houden. Enerzijds omdat het maar bij vlagen boeiend was en verder maar doorsukkelde en anderzijds, daar moet ik ook weer eerlijk in zijn, dat de stapel met recensieboeken gestaag groeide omdat het niet opschoot met lezen. Heb ik normaal gesproken een leestempo van 60 tot 100 pagina’s, nu kwam ik niet verder dan 40 pagina’s per avond of zelfs nog minder. Dan moet je dus rekenen dat ik minimaal 17 dagen kwijt ben om deze pil te lezen. Als het dan boeiend en spannend en origineel is… dan is dat geen probleem, maar als ik erop moet kauwen om er doorheen te komen… dan gaat het steeds meer tegenstaan. En zoals gezegd kwamen de momenten dat het verhaal wel boeide veel te weinig voor. Ik moet toegeven… het bloed stroomde soms van de pagina’s, de lichaamsdelen vlogen me van tijd tot tijd om de oren en sommige scènes waren zeer levendig beschreven. Maar dat was niet voldoende om hijgend en kwijlend door het verhaal heen te rauzen en dan smachtend na de laatste pagina om het volgende deel te smeken. Jammer… het had mooi kunnen zijn. Misschien had Jesse Bullington (Alex Marshall) beter bij zijn historische fictie kunnen blijven en de heroïsche fantasy aan anderen over kunnen laten.

Ik heb nog even bij collega recensenten gekeken, iets wat ik normaal gesproken niet doe en wat ik ook niet eerder dan dit moment gedaan heb, en daar zijn de meningen verdeeld. Geweldig, goed, teveel en te lang en allerlei meningen komen voorbij. Een van hen vergelijkt Marshall zelf met George R.R. Martin, maar deze vergelijking moet ik toch ten stelligste tegen spreken. Martin heeft veel meer en veel betere verhaallijnen, intriges en cliffhangers.

Misschien oordeel ik te streng, maar ik kan er niet meer van maken. Waarschijnlijk is een eigen mening de beste.

In het Engelse taalgebied is het tweede deel ‘A Blade of Black Steel’ verschenen en is het derde en laatste deel ‘A war in Crimson Embers’ in 2017 al aangekondigd. Ik sla ze bij voorbaat maar over.

Jos Lexmond

Jussi Valtonen – Ze weten niet wat ze doen

Jussi Valtonen  – Ze weten niet wat ze doen

Ze weten niet wat ze doen (SF)
Jussi Valtonen
Uitgeverij Signatuur, Amsterdam (2016)
603 pagina’s; prijs 19,95
Oorspr.: He eivät tiedä mitä tekevät (Tammi Publishers, Helsinki – 2014)
Vertaling: Annemarie Raas
Omslag: Dog and Pony

Jussi Valtonen studeerde psychologie, theoretische filosofie en Engelse filologie aan de universiteit van Helsinki. Ook studeerde hij af in de neuropsychologie aan de John Hopkins University in de Verenigde Staten. Hij is vader en in zijn vrije tijd speelt gitaar in twee rockbands. Hij debuteerde in 2003. Dan weten we een beetje over wie we het hebben. Dit boek is bekroond met de prestigieuze Finlandia Prize 2014 en is meteen ook Finlands beste verkocht boek van 2014.

Er zijn boeken die me de kriebels geven en dan bedoel ik niet de horror, maar boeken die ons een mogelijke toekomst voorschotelen die me angst aanjaagt. Dat is me in de loop der jaren al verschillende malen overkomen.

Lees verder “Jussi Valtonen – Ze weten niet wat ze doen”

Medicijn – Ingrid Oonincx

Medicijn – Ingrid Oonincx

Medicijn (SF)
Ingrid Oonincx
The House of Books, 2016
319 pagina’s; prijs 19,99 euro
Omslagontwerp: Bloemendaal & Dekkers
Omslagfoto: iStock / Beeldmontage: Bloemendaal & Dekkers

Eeuwige jeugd, of allerlei andere vormen van onsterfelijkheid, vormt een van de steeds terugkerende thema’s in de sciencefiction, en daarom trok Medicijn, een thriller over een medicijn tegen de ouderdom, mijn aandacht. De flaptekst vertelt: “Alleen een klein en machtig eliteclubje weet dat er al jaren een middel tegen veroudering bestaat. Wat hen betreft blijft dat geheim. Ontdekker Jacob Grünberg wil echter wereldwijde erkenning voor zijn uitvinding. Na de plotselinge dood van haar minnaar raakt pr-vrouw Ella Vreeland verstrikt in het huiveringwekkende web rondom deze meedogenloze wetenschapper en ontdekt ze de schaduwwereld achter de schone schijn.”

En op de website wordt nog een persoonlijke, hedendaagse lading meegegeven: “In Medicijn heeft Ingrid het recept gevonden om actuele maatschappelijke thema’s die haar persoonlijk raken in een spannend verhaal te verpakken. Ze confronteert de lezer met ethische dilemma’s en leidt hen in razende vaart door een ijzersterk plot.”

Dat valt allemaal wel mee, of eigenlijk: tegen.

Lees verder “Medicijn – Ingrid Oonincx”

Suni – Het grote crisisplan – Isabella Quinn

Suni - Het Grote Crisisplan

Suni – Het grote crisisplan (JFA)
Isabella Quinn
Clavis Uitgeverij, Hasselt-Amsterdam-New York (2016)
147 pagina’s; prijs 17,95
Omslag: Studio Clavis

In vergelijking met ‘De laatsten’, het voorlaatste boek van Isabella Quinn is ‘Suni. Het grote crisisplan’ een niemendalletje. Weliswaar een leuk niemendalletje, maar toch… een niemendalletje.

Het verhaalt van Nikita, die jaren geleden een denkbeeldig vriendinnetje had: Suni. Ze had Suni zelf verzonnen en Suni bestond echt. Suni was een EDV, een Echte Denkbeeldige Vriendin. Een EDV was voor iedereen, behalve dan haar verzinner, onzichtbaar, maar kon wel dingen doen in onze wereld, zoals bijvoorbeeld het laten bewegen van een schommelstoel, of het afknippen van een staart bij een bijzonder vervelende neef.

Lees verder “Suni – Het grote crisisplan – Isabella Quinn”

Bloedlijn – Johan Vandevelde & Bart Vermeer, De demonen van Dalca 2

 

Bloedlijn – Johan Vandevelde & Bart Vermeer (JHO)

De demonen van Dalca 2

Abimo Uitgeverij, Kalmthout (2016)

274 pagina’s; prijs 14,95

Omslag: Maarten Hermans/Abimo Uitgeverij

Ik denk niet dat het initieel de bedoeling was dat ‘Nachtwild’, De demonen van Dalca, deel een, uit zou groeien tot een trilogie, maar toen nachtwild al een derde druk kreeg, ging de uitgeverij toch maar eens te rade bij de beide schrijvers. Of er nog iets in de tank zat? Dat moet de vraag geweest zijn, waarop het antwoord (misschien na enig aarzelen) een volmondig: Ja!!! werd. Of het moet zijn dat het in eerste instantie bij de schrijvers wel de bedoeling was en bij de uitgeverij niet.

We zullen het nooit weten denk ik zo. Als je naar het einde van ‘Nachtwild’ kijkt zijn er wel een paar open lijntjes. Het verhaal is nog niet echt af, maar als er geen vervolg was gekomen, dan was dat ook niet echt een gemis geweest. Maar nu er wel een vervolg is (en hierna komt er dus nog een) kunnen de verhaallijnen die niet helemaal klaar waren, weer volop gebruikt worden om het verhaal boeiend te laten vervolgen.

Dit keer doen Siebe en Naïm bijna niet mee in het verhaal. Siebe fungeert meer als wiki vraagbaak. Alexandru is een nieuwe held in het verhaal, hij is een wees en op de hoogte van de vampiers die rondwaren. Hij wordt de tolk en de gids van Maikel en Joanna en dat is heel erg handig. Maikel is samen met Joanna en haar vader, de vampierjager Victor, op weg in Duitsland in de hoop de verschrikkelijke gebeurtenissen in Brussel te kunnen vergeten. Ze merken echter al snel dat ze geschaduwd worden door bloeddorstige wezens, de strigoi in de vorm van een oud omaatje met haar hondje, die in verscheurende monsters veranderen. Iemand of iets is hen op het spoor. Gelukkig slagen ze erin veilig aan te komen in Keulen, waar Maikel op informatie stuit die hem naar de oorsprong van zijn duistere familieverleden kan leiden, ergens diep in Roemenië. Helaas heeft Victor andere prioriteiten, en vindt hij het te gevaarlijk om erheen te gaan. Maar wanneer er doden vallen en Victor ontvoerd wordt, hebben Maikel en Joanna geen andere keus dan de verre reis alleen te beginnen. Het is het begin van een avontuurlijke tocht dwars door Europa, naar het hart van de Karpaten, waar vampiers meer dan ooit springlevend zijn … en ook waar Maikel zijn familie en zijn geschiedenis beter, veel beter, leert kennen.

Je mag nooit verwachten dat een tweede deel het niveau van het eerste deel haalt of overstijgt. Meestal is een tweede deel meer een inzakker en komt het verhaal in een derde deel weer meer op stoom. Toch geloof ik dat ‘Bloedlijn’ beter is dan zijn voorganger. Weet u nog dat ik u vroeg of u al een dergelijk verhaal las op zijn of haar twaalfde? Ik vond het nogal heftig voor de kinderzieltjes. Nu… dit tweede deel is wat minder bloederig, maar vergis u niet… het gaat nog steeds van dik hout zaagt met planken. En slachtoffers vallen er onder Strigoi en vampiers in voldoende mate, maar het gaat wat beschaafder en dat komt het verhaal ten goede. Het lijkt of de hoofdrolspelers wat meer leven en wat meer hun gevoelens uiten en wat meer nadenken over wat ze doen en waarom. Ook als Maikel beduveld wordt door beelden die hem opgedrongen zijn en niet waar zijn, maar hem wel vol in het hart raken, dan wint het verhaal er alleen maar bij. Ik heb aan ‘Bloedlijn’ veel plezier beleeft en wacht in spanning af wat de conclusie zal zijn van ‘De demonen van Dalca’. Het laatste deel ‘Levensgif’ verschijnt naar verwachting in oktober van dit jaar. Nog even geduld dus.

Jos Lexmond

Nachtwild – Johan Vandevelde & Bart Vermeer

Nachtwild – Johan Vandevelde & Bart Vermeer (JHO)

De Demonen van Dalca 1

Abimo Uitgeverij, Sint-Niklaas (2013)

232 pagina’s; prijs 14,95

Omslag: Klaas Demeulenmeester

Weet je nog wat je las toen je twaalf was? Ik wel. Ondanks dat het al weer vijftig jaar geleden is, weet ik het nog goed. Ik had net de gehele jeugdbibliotheek van de plaatselijke bibliotheek helemaal uit. Althans de boeken die me interesseerden en dat waren er veel. Ik had in die tijd twee abonnementen en sleepte elke week tien boeken mee naar huis. Meestal moest ik binnen die week nog eens terug voor een nieuwe voorraad. Ik had net dispensatie gekregen voor de volwassenenafdeling waarbij ik, onder toezicht weliswaar, boeken mocht lenen. Via de Spectrum Prisma pockets, de Bruna Zwarte Beertjes en Maraboe en de eerste Meulenhoff witte boekjes, was het mijn eerste kennismaking met bijvoorbeeld: Asimov, Anderson, Bloch, Heinlein, van Vogt, Bradbury en ga zo maar door. Ik wist niet wat me overkwam. Maar hoewel de verhalen soms als een schok binnenvielen heb ik nooit, nee echt nog nooit zo’n horror gelezen als in ‘Nachtwild’ geschilderd wordt. Ik durfde dat soort boeken ook niet te lezen, moet ik eerlijk bekennen. Pas veel later heb ik de schade ingehaald.

Ik denk dat kinderen in de afgelopen vijftig jaar een hele inhaalslag gemaakt hebben en niet echt meer opkijken van wat slasher gebeuren, maar daar waren de tere kinderzieltjes van destijds nog lang niet aan toe.

Ik zal een fragmentje, zonder dat het verder iets verklapt, uit ‘Nachtwild’ reproduceren, dan kan je eens kijken of je zelf al zoiets las toen je twaalf was. Hier komt het: “Annie duwde Sjef ruw opzij, trok met haar hand haar haarpin los, zodat haar ravenzwarte lokken over haar schouders vielen en plantte het ding recht in het oog van het monster. Hij maakte een sissend geluid en het wezen krijste het uit. Het liet zowel Sjef als de deur los en rolde rokend over het wegdek, weg van het busje. Toen het lichaam onder de wielen van de tram verdween, was het niet meer dan een wolk van as, die in de avondlucht verpulverde.” En even verder: “ ‘Iew’, kreunde Annie en ze keek met een grimas naar de rokende oogbal die nog aan haar haarpin zat gespietst.”

Ik heb de namen even veranderd om geen spoilers weg te geven. Nu… kan jij je voorstellen dat je zoiets las toen je twaalf was? Ik niet. Ik zou, denk ik, de eerste uren niet slapen en verdacht zijn op elk geluidje dat ik maar hoorde. Maar nu is het blijkbaar niet anders dan normaal. Mooi dat het kan en mooi dat de kinderen van nu er tegen kunnen.

Nog een stukje achterflap: Het lijkt wel alsof een duistere kracht de stad (Brussel) in zijn greep heeft. Het aantal moorden en verdwijningen is op enkele maanden tijd dramatisch toegenomen, en ook op de school van Maikel duiken een paar obscure figuren op. Wie is de mysterieuze goth Johanna die zich zo afzijdig houdt? Waarom vertelt de nieuwe geschiedenisleraar alleen maar gruwelverhalen uit de 19de eeuw? En waarom wordt iedereen zo snel verslaafd aan het nieuwe computerspel ‘Dark Blood’ dat je gratis kunt downloaden?

Johan Vandevelde, bekend van de serie Elfenblauw en Bart Vermeer gooien in dit boek alle registers open. Horror met een hoofdletter H. Het boek staat bol van het gevecht van een selecte groep jongeren en een paar volwassen begeleiders, tegen bovennatuurlijke wezens die het gemunt hebben op bloed, vers en stomend. Het liefst van jonge mensen, maar als het niet anders kan, is wat ouder bloed ook niet te versmaden.

Het tweede deel ‘Bloedlijn’ is ook al uit en dat ben ik op dit moment aan het lezen. Eerdaags komt daar ook een recensie van. Het derde en afsluitende deel ‘Levensgif’ staat gepland voor oktober.

Jos Lexmond

Armada – Ernest Cline (YSF)

Armada – Ernest Cline (YSF)
Uitgeverij Q, Amsterdam – Antwerpen (2016)
382 pagina’s; prijs 17,50
Oorspr.: Armada – (Crown Publishing Group – 2015)
Vertaling: Ralph van der Aa
Omslag: Adept Vormgeving
Illustraties: Russell Walks

Met ‘Ready player one’, won Ernest Cline de Prometheus Award 2012. Een dag na de publicatie van ‘Ready player one’ (in 2010)werden de filmrechten al verkocht aan Warner Bros. Naar verluidt wordt de film, geregisseerd door Steven Spielberg, uitgebracht in 2018.
De vertaling van het boek verscheen in 2014. Ik heb het (nog) niet gelezen, maar ga het alsnog op mijn lijstje van te lezen boeken zetten. Of ik er ooit nog aan toe kom… dat weet ik niet, maar de intentie is er en dat is het belangrijkst.
De filmrechten van ‘Armada’ werden al ruim voor de publicatie verkocht aan Universal Pictures. Dus het gaat goed met meneer Cline, dat mogen we wel stellen.
‘Ready player one’ en ‘Armada’ hebben beiden hun roots in de gamewereld. Een wereld waar ik niet echt in thuis ben. Of liever: echt niet in thuis ben. Ik ben gestopt met gamen toen het wereldberoemde ping pong, gespeeld op de televisie (ken je nagaan hoe oud ik ben) immens populair was. Zelfs op de laagste snelheid had ik al moeite de ‘bal’ terug te slaan. Ik gaf de moed heel gauw op. Dus ik weet niets van gamen, daar komt het op neer.

Hoe dan ook. Zack Lightman is wel een gamer en een goede ook. Op een dag op school tijdens een bijzonder saaie les wiskunde kijkt hij uit het raam en ziet hij een ruimteschip langs vliegen. Het is een Sobrukai Glaive fighter, een van de ruimteschepen die bestuurd werden door boosaardige aliens uit het spel Armada, zijn favoriete videogame. Sterker nog… Zack is een van de beste spelers van de wereld. Hij staat op de zesde plaats op de wereldranglijst. Wat hij zag blijkt meer dan echt te zijn. Buitenaardse wezens zijn vastbesloten om de aarde te vernietigen en zullen binnen vierentwintig uur aanvallen. De wereld maakt zich op voor een verwoestende aanval.
Zack’s vader die (kleine spoiler) gestorven was bij een ongeluk, blijkt niet dood te zijn. Al in 1973, toen de Pioneer 10 langs Europa (een maan van Jupiter) scheerde bleken daar al tekenen van buitenaardse beschaving en de aarde had tijd om haar verdediging te organiseren. Zack’s vader werd al vroeg ingelijfd en is nu een hoge pief bij de Earth Defence Alliance. Jarenlang, zonder het te weten, werden gamers via het spel Armada opgeleid om aliens te bestrijden. Miljoenen drones staan klaar om via game consoles bestuurd te worden door even zoveel gamers. Het lot van de wereld ligt in de handen van de nerds. Zach moet een moeilijke beslissing nemen om de aarde en haar bewoners te redden van de ondergang.

Het verhaal is wel wat over de top, maar wie kan het wat schelen. Het is snel en wordt met vaart en passie verteld. Ik heb er behoorlijk wat plezier aan beleefd. Misschien ga ik het gamen ook nog eens leren, en heel misschien kan ik dan ook nog eens in een interceptor tegen kwaadaardige aliens vechten, al vrees ik dat ik dan in een van de traagste interceptors zal moeten vliegen die er maar zijn. Reactievermogen van lik me vestje.

Jos Lexmond