Om nooit te vergeten – Thomas Olde Heuvelt

Olde

Om nooit te vergeten – Thomas Olde Heuvelt (DIV)
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam (2017)
143 pagina’s; prijs 7,50
Omslag: DPS/Shutterstock

Al vroeg kwam ik in contact met Thomas Olde Heuvelt. Misschien heeft hij er liever niets meer mee te maken, maar ik vond zijn boeken ‘De Onvoorziene’ en ‘PhantasAmnesia’ destijds in de bibliotheek en nam ze mee naar huis om op te nemen in Fandata, maar las ze, om een of andere reden, niet. Ik denk dat het kwam omdat ik verwachte met POD uitgaven te maken te hebben en daar had ik een aantal niet al te beste ervaringen mee en ik zal ongetwijfeld meer dan genoeg ander schoons te lezen hebben gehad. Misschien moet ik ze alsnog eens ter hand nemen.
Mijn fysieke ontmoeting met Thomas moet plaats hebben gevonden op de uitreiking van de Paul Harland Prijs, waar hij met de eerste prijs ging lopen met zijn verhaal ‘De jongen die geen schaduw wierp’. Ik behaalde dat jaar de vierde plaats met mijn verhaal ‘Van liefde en andere dingen die voorbijgaan’ en moet dus in hetzelfde rijtje als Thomas gestaan hebben en hem zelfs gefeliciteerd hebben met zijn behaalde resultaat. Ik kan me er niets van herinneren, hoteldebotel dat ik was door mijn vierde plaats. Het enige wat ik me herinner is dat Wim Maryson (Wim Stolk) me vroeg of ik ooit nog eens de Paul Harland Prijs zou winnen. In paniek antwoordde ik: Natuurlijk! Voor de rest is die dag aan mij voorbijgegaan. Het was voor mij (door ingrijpende gebeurtenissen) het laatste verhaal dat ik schreef, maar voor Thomas was het het min of meer het begin van zijn carrière. Met ‘De vis in de fles’ won hij in 2012 nog eens de Paul Harland prijs.
Buiten eerder genoemde briljante verhalen staan er nog drie in deze, eigenlijk spotgoedkope, bundel. ‘De Inktlezers van Doi Saket’, wat rechtgeaarde fans natuurlijk al wel kennen. Maar er zijn, naar mijn idee, maar ik kan me natuurlijk vergissen, nooit eerder in druk verschenen verhalen en wel het enge ‘Je weet hoe dit verhaal gaat’ en ‘Hertenhart en gembertimbaaltjes’. De laatste komt me wel enigszins bekend voor, maar dat kan ook wishfull thinking zijn.
Kortom meer dan voldoende te lezen en herlezen in deze bundel, die misschien wel een opstap is naar de nieuwe roman van Thomas, waar hij naar verluidt, meer dan druk mee is. Van mij mag die doorkomen, want Thomas is voor mij een van de beste horror en fantasy schrijvers van ons land en waarschijnlijk ook te groot voor dit landje. In 2015 won hij de Hugo Award voor de beste novelle. Dat was natuurlijk voor ‘The Day the World Turned Upside Down’ (De vis in de fles). Zijn roman ‘Hex’ wordt verseried door Warner Bros, dus wat wil je nog meer? Maar meer komt er. De spanning is onderhuids al voelbaar.

Jos Lexmond

Is er leven op Mars? – Jon Agee

Is er leven op Mars? – Jon Agee (KSF)
Em. Querido’s Kinderboeken Uitgeverij, Amsterdam-Antwerpen (2017) Tijgerlezen
29 pagina’s; prijs 12,99
Oorspr.: Life on Mars (Dial Books for Young Readers – 2017)
Vertaling: Edward van de Vendel
Omslag: Nanja Toebak/Jon Agee
Illustraties: Jon Agee

Toen ik dit boek aanvroeg als recensie exemplaar had ik niet in de gaten dat het een boekje voor hele jongen lezers zou zijn, een prentenboek zo u wilt, met wel heel erg weinig tekst. Normaal gesproken ga ik toch meer voor boeken voor de jeugd, Young Adults en volwassenen. Het kwam toevallig goed uit, want onze kleinkinderen kwamen te logeren en het is goede gewoonte, en niet alleen bij ons, maar gelukkig ook bij hen thuis om ze voor te lezen voor het slapengaan. Zoals gewoonlijk hadden ze hun eigen boeken bij zich. Voor Liam, de jongste (5) een boek over een diertje in een grot die hij van Sinterklaas (mij) had gekregen en voor Tygo, de oudste (7), Roald Dahl’s ‘Matilde’, die hij bij een eerdere Sinterklaas (ook van mij) gekregen had.
‘Laat de boeken maar vanavond, mannen’, zei ik, ‘Opa heeft zelf een leuk boek, dit keer’.
Het was een succes. We hebben gedrieën met plezier de briljante plaatjes gekeken en ik probeerde op een gedragen toon het verhaal te vertellen.
Het ging over een, nog wel jonge, ruimtevaarder die naar Mars vloog met chocolade taartjes om met een Martiaan te delen. Maar het was donker en koud op Mars en al dwalend over het oppervlak van onze buurplaneet, vond de ruimtevaarder geen Martiaan om zijn taartjes mee te delen. Ofschoon…, en dat konden de mannen natuurlijk wel zien, liep er achter de jonge ruimtevaarder een reusachtig Marswezen mee. Dan stak hij weer uit een krater en toen de jonge ruimtevaarder zijn raket kwijt was, fungeerde het reusachtige wezen als uitkijkheuvel. Dat vonden de mannetjes hilarisch. Dat de jonge ruimtevaarder op de kont van het Marswezen stond. Ze kwamen niet meer bij.
Al met al dus een zeer geslaagd boekje, dat me geholpen heeft weer twee nieuwe sciencefiction liefhebbers te kweken. Je weet natuurlijk nooit of ze dat op latere leeftijd nog steeds leuk vinden. Maar ik doe mijn uiterste best. Ik heet niet voor niets: Boekenopa en ik heb nog heel wat verjaardagen en Sinterklazen van de mannen tegoed om mijn indoctrinatie voort te zetten. Meer kan je niet doen om nieuwe sciencefiction liefhebbers te maken.

Jos Lexmond

Sam Wilson – Zodiac

Sam Wilson – Zodiac (SF) – 409p.
(Zodiac – Penguin Books Ltd., Londen (2016)
The House of Books, Amsterdam (2017) € 19.99
Vertaling: Nathalie Schrijnder
Omslag ontwerp: Studio Jan de Boer, Amsterdam
Omslagfoto: Arcangel/Christie Goodwin

Bent u een beetje (bij)gelovig? Daarmee bedoel ik: gelooft u in de Zodiac, de dierenriem het trekken van horoscopen en dat soort gedoe. Ik hoop niet dat u zich beledigd gaat voelen, want ik geloof niets van dat soort onzin. Maar aan de andere kant snap ik wel dat er mensen gevoelig zijn voor dat gebeuren. Als je eens een horoscoop bekijkt in een willekeurige krant of tijdschrift, dan zit er altijd wel iets in dat kan kloppen bij jou en als je achteraf kijk naar wat er voorspeld is voor een jaar, dan is er altijd wel iets op een bepaalde manier uit te leggen zodat je kunt zeggen: Nou… goh, dat hebben ze juist. Ik denk dat iedereen, met een beetje extra mambo jambo, dat wel zou kunnen. Ik kan bijvoorbeeld zeggen dat Noord-Korea in 2018 wel weer een raket af gaat vuren om de zaak weer eens lekker op te rakelen en stoken. Wedden dat ik gelijk heb? Of dat er een grote aardbeving, of vulkaanuitbarsting, een zware orkaan, een immense overstroming met modderstromen (en een beetje vaag blijft over waar) staat te gebeuren waar heel veel slachtoffers bij gaan vallen, dan heb ik het vast bij het rechte eind. Dat soort dingen is bij de klimaatverandering, ondanks de wereldwijde ontkenning, die nu gaande is, ook niet heel erg moeilijk te voorzien. Ook persoonlijke gebeurtenissen zijn op deze manier niet zo heel moeilijk te voorspellen.
Maar goed… dat terzijde. Sam Wilson heeft in ‘Zodiac’ een wereld gecreëerd waarin de samenleving is ingedeeld naar hun sterrenbeeld en waarin status wordt bepaald bij hun geboorte.
Ik heb eens stevig na zitten denken over de consequenties hiervan en het resultaat daarvan is dat zo’n wereld vooral nogal grappig en ook irritant is. Het zou betekenen dat als de wereld ingedeeld is in sterrenbeelden, met buurten waarin bepaalde sterrenbeelden bij elkaar wonen, dat in die buurt iedereen en niet alleen in die buurt, maar ook in je familie, binnen een maand allemaal jarig zijn. Dat binnen een bepaalde maand kinderen verwekt moeten worden om ook binnen dat bepaalde sterrenbeeld geboren te worden. Kunt u zich daar een beetje een voorstelling van maken? Ik ben bijvoorbeeld op 25 april jarig en als zodanig een stier en dat zou zeggen dat tussen 20 april en 20 mei iedereen van de familie: broers, zussen, kinderen, schoonkinderen, tantes en ooms, neven en nichten, grootouders, maar ook vrienden, buren, goede kennissen, kortom iedereen die ik ken in die maand jarig is. De taart komt je de strot uit en je bent in een constante staat van bezopenheid. Er komen natuurlijk nog meer moeilijkheden kijken, want wat ga je doen als je kind te vroeg geboren dreigt te worden, of te laat, zodat ze buiten je sterrenbeeld vallen. Wat dan?
Dus heel erg praktisch is het niet, maar Sam Wilson heeft een dergelijke wereld geschapen en zijn hoofdrolspelers zullen het ermee moeten doen. Een reeks brute moorden zet de gehele gemeenschap op zijn kop. Inspecteur Jerome Burton en sterrenkundige en profiler Lindi Childs, staan voor een schier onmogelijke taak om de raadsels op te lossen. Samen belanden ze in verraad, vergane liefde en gebroken beloften.
Ondanks de wat vreemd aandoende, die wel of niet kan werken, wereld vond ik ‘Zodiac’ een zeer genietbaar verhaal wat meer dan voldoende boeide. De ontknoping zag ik op een gegeven moment wel aankomen, maar dat vergalde de pret niet. Aan te raden!

Jos Lexmond

Pest – Joost Devriesere

Pest – Joost Devriesere (SF)
Uitgeverij Houtekiet, Antwerpen/Amsterdam (2017)
297 pagina’s; prijs 19,99
Omslag: Bart Knockaert – www.chocolatejesus.be

Toen ik de aankondiging met de beschrijving van ‘Pest’ las, zag ik meteen een analogie in met ‘Schone slaapsters’ van Stephen en Owen King in. Na lezing van ‘Pest’ moet ik meteen bekennen dat van enige overeenkomst geen sprake is. Toegegeven, in beide boeken vallen mensen in slaap, maar daar houdt de vergelijking dan ook meteen mee op.
Nog een foute aanname dan maar meteen bekend en rechtgezet. Ik dacht dat de kwaal waardoor de mensen in slaap vielen, de Pest genoemd werd en dat daarmee meteen de titel van het boek verklaard was. Ook niet dus. Voordat ik weer een foute aanname deed heb ik eerst maar even gegoogled om er zeker van te zijn. Pest is een fictief plaatsje, dorpje, stadje (streep door wat niet van toepassing is) in Vlaanderen in België en alhoewel de hele wereld last van de ziekte heeft, speelt het verhaal zich dus in Pest af en komt de rest van de wereld maar zijdelings en amper in beeld. Niet dat je de rest van de wereld mist, want in Pest is al voldoende aan de hand om er een boek mee te vullen.
Misschien kan je zelfs niet van een boek spreken. Ik zou eerder zeggen: Verhalenbundel. Want ofschoon dus alle verhalen zich rond een centraal thema afspelen: Pest dus, passeren verschillende inwoners van Pest de revue, die allemaal hun eigen problemen, dan wel bemoeienissen met het gebeuren hebben en met de situatie dealen zoals het hen goeddunkt.
Want de slaap slaat overal ter wereld toe en over de gehele wereld is 90% van de mensheid in slaap gevallen. Na enig nadenken begrijp je wat dat met gemeenschappen doet. Als er 90% van de overheid, hulpdiensten, ziekenhuispersoneel, bejaardenverzorgers en ga zo maar door, van het ene op het andere moment niet meer beschikbaar zijn om hun taak te vervullen, wordt het leven na de slaap een chaos.
Echter…van complete chaos valt eigenlijk niet te spreken in Pest. Waar er gaten vallen stappen andere mensen in of niet, maar er breekt geen paniek of wanhoop uit. Het leven gaat door, maar hoe… dat is een ander verhaal. Mensen nemen de gelegenheid te baat om het leven naar hun eigen zin te zetten. Wraak nemen is nu wel heel erg gemakkelijk en soms dodelijk, of toch niet. Of je als de grootste gek Goddelijk voelen in een gekkenhuis (psychiatrische inrichting zo u wilt), de macht over nemen en de enige overgebleven en wakkere therapeut in de isoleer op te laten sluiten, door twee even gekke krachtpatsers die zijn bewaking vormen. Zo slim is hij ook weer wel.
Ik wil eigenlijk niet meer verklappen, dus moet u het er maar mee doen. Hoe het ook zij… zo komen meerdere inwoners uit Pest ieder op hun eigen manier aan de beurt en al die verhalen vormen zo het verhaal van Pest na de ramp.
Ik vond het leuk. Leuk? Ja, leuk. Want ondanks het feit dat de situatie behoorlijk rampzalig en dystopisch is, weet Joost Devriesere er soms een behoorlijke humoristische draai aan te geven en een brede grijns is meerdere malen amper te onderdrukken.
Ik ben zou vrij ‘Pest’ bij de sciencefiction in te delen, al zou futuristisch ook wel kunnen natuurlijk. Het is niet gemakkelijk in een hokje te stoppen. Maar goed. Alleen een bibliograaf en bibliomaan als ik, wil alles natuurlijk netjes gerangschikt in hokjes. Voor lezers… gewoon lezen en je er niet druk om maken. Veel plezier.

Jos Lexmond

In de voorste linie – Michael Grant

In de voorste linie – Michael Grant (YSF)
Soldatenmeisje 1
HarperCollins Young Adult, Amsterdam (2017)
410 pagina’s; prijs 15,00
Oorspr.: Front lines – (HarperCollins Publishers, New York – 2016)
Vertaling: TOTA/Erica van Rijsewijk (met dank aan Jan van Driel)
Omslag: Will Immink Design

Lang geleden, heel erg lang geleden (minstens vijftig jaar), voordat ik het algemene deel van mijn verzameling boeken opruimde om plaats te maken voor alleen maar Fantastiek, was ik dol op verhalen uit de tweede wereldoorlog. Okay, ik was een jaar of twaalf, dus spreken we hier over jongensboeken met een romantische en dus kalme inslag om de tere kinderzieltjes niet al te zeer te kwetsen. Het ging dus om boeken als ‘Engelandvaarders’, ‘Varen en vechten’ en ‘Vliegers in het vuur’ van K(laas) Norel, de ‘Reis door de nacht’ reeks van Anne de Vries en ‘Geheim verzet’ van Dubbelboer. Nu weet u zo’n beetje wat ik bedoel. Het was ook kort voordat ik de jeugdbibliotheek in Geldrop uit had en dispensatie kreeg om de volwassenen afdeling te bezoeken. Toen was de romantiek er zo van af en ontvouwde de harde werkelijkheid zich voor me. Ook dat heeft mede gespeeld dat ik volledig overstapte naar de Fantastiek en het mainstream gebeuren aan anderen overliet.
Een van de stromingen van de SF is de Alternate History, of wel Alternatieve Geschiedenis, een stroming die niet heel erg ruim vertegenwoordigd is. Enkele voorbeelden hiervan zijn Fatherland van Robert Harris, waarin Hitler de oorlog gewonnen heeft, en 22-11-1963 van Stephen King waarin de moord op Kennedy voorkomen wordt en de wereld daar een heel ander uiterlijk krijgt. Er zijn er natuurlijk meer te noemen, maar omwille van het feit dat deze recensie dan wel heel erg lang wordt, vind ik het zo wel genoeg.
Hoe dan ook… ‘In de voorste linie’, behoort ook tot deze stroming. Zelf heb ik er wel even over gedaan om erachter te komen waar dat hem nou eigenlijk in zat, dat alternatieve gebeuren, maar uiteindelijk kwam ik erachter dat er in onze werkelijkheid vrouwen nooit meegevochten hebben op de slagvelden in de Tweede Wereldoorlog. Ook kon ik in dit boek nog geen effecten ontdekken van het feit dat het in die werkelijkheid dat wel gebeurde. Maar er moeten nog twee boeken in deze trilogie verschijnen, dus wie weet komt dat nog. Ik houd het scherp in de gaten.
Hoe het ook zij. We volgen in dit eerste deel drie doodgewone meisjes die elk om eigen redenen mee willen doen aan de oorlog en zich vrijwillig melden. Rio doet het voor haar gesneuvelde zus, voor Frangie is het de enige manier om haar droom, arts worden, uit te laten komen en de Joodse Rainy heeft er alles voor over om Hitler te stoppen. We volgen de meisjes tijdens hun opleiding waarin ze net zo hard, of soms misschien wel harder, aangepakt worden dan de jongens en het vergt veel veerkracht om overeind te blijven in wat eigenlijk een mannenwereld is. Geen van de meisjes had verwacht ook echt aan het front terecht te komen, maar dat gebeurt toch en plotseling bevinden ze zich op het slagveld in de woestijn van Tunesië. Daar ontdekken ze wat voor een waanzin de oorlog eigenlijk is en dat in die waanzin er eigenlijk geen plaats is voor vrouwen. Ook niet voor mannen wat dat betreft. Oorlog is een gekkenhuis en geen plek voor normale mensen.
‘In de voorste linie’, heeft nogal indruk op me gemaakt. Gruwelijkheden uit die oorlog worden niet uit de weg gegaan. We worden niet gespaard. Gelukkig heb ik in de vijftig jaren na ‘Engelandvaarders’ wat eelt op mijn ziel gekregen, dus kan ik er ietsje beter tegen dan toen.
Zoals gezegd is dit het eerste deel van een trilogie. Het tweede deel, ‘De lange weg’ staat aangekondigd voor april 2018 en daar kijk ik alvast naar uit.

Jos Lexmond

(On)volmaakt – Luigi Ballerini

Ballerini

(On)volmaakt – Luigi Ballerini (YSF)

Clavis Uitgeverij, Hasselt – Amsterdam – New York (2017) Young Adult

310 pagina’s; prijs 17.95

Oorspr.: (Im)perfetti (Editrice Il Castore Srl., Milaan – 2016)

Vertaling: Veerle Willems

Omslag: Studio Clavis

Sommige toekomsten wens je je ergste vijand nog niet toe, ofschoon je die soms best naar alle zeven hellen tegelijk zou willen verwensen, met daarboven op nog een persoonlijke ontmoeting met de duivel. De toekomsten, voorspeld in de meeste SF boeken van tegenwoordig wens je ook jezelf en je geliefden niet toe. Meestentijds worden dystopieën beschreven, waarin het leven niet echt aantrekkelijk is. Waar dit het meeste in voorkomt zijn de verhalen voor Young Adults. Zo ook hier in het boek van Ballerini.

We leven duidelijk in de toekomst. Het is de elfde dag van de tiende maand in het jaar tweeënzeventig sinds de oprichting van het systeem, als het verhaal begint. Wanneer dat precies is in onze tijdrekening? Geen idee, maar als we er vanuit gaan dat ‘het systeem’ vanaf overmorgen zou beginnen, dan speelt het verhaal zich ergens in 2090 af. Afgerond in de 22ste eeuw. V, staat niet enkel voor Volmaakt, maar ook voor Vlekkeloos. Ze zijn een apart ras, gecreëerd door genetische manipulatie, zonder fouten of gebreken. Volmaakte mensen die overal in uitblinken en onvolmaakte mensen, de natuurlijk geborenen, zijn voorbestemd het lagere werk uit te voeren en naar de pijpen van de Volmaakten te dansen. De Volmaakten zijn de helden, de winnaars, de heersers. Maar zelfs in de wereld van de perfecten zijn gradaties. Zo heb je de V-, die een beschadiging in hun leven hebben opgelopen of later niet toch niet zo Volmaakt zijn als wel gedacht, of de V+, die zelfs onder de excellenten in alles excelleren.

In deze wereld leven Hera V, Maat V en Adon V. Allen krijgen ze een mededeling van Hator V, de Marketing & Communicatie Director van Brixrepen, een merk van de Purity-Group, dat ze voor de tweede fase geslaagd zijn en een V+ geworden zijn, waardoor ze deel kunnen nemen aan de Lokale Selecties om nieuwe Superieuren aan te wijzen. De Superieuren zijn tevens de finalisten van de twintigste editie van de immens populaire Grote Talentenshow. Maar zijn de kinderen wel van het superieure hout gesneden? Hera V betrappen we op het moment dat ze zelfmoord wil plegen en Maat V is volgens zijn vader lang niet goed genoeg en moet hij beter zijn best doen. En ook Adon V heeft een schandelijk geheim: hij is lid van een verzetsorganisatie. De drie doen mee de Grote Talentenshow en gaan er alles aan doen om die te winnen. En allen hebben ze hun eigen agenda. Het loopt allemaal anders dan gedacht.

We kennen Luigi Ballerini al van ‘Mijn naam is NUL’. Dat was een boek waarvan ik in eerste instantie twijfelde of het wel SF was en of het zich wel in de toekomst af zou spelen. Uiteindelijk besloot ik van wel. Daar hoeven we bij ‘(ON)volmaakt’ niet over te twijfelen. Duidelijk SF, duidelijker kan het niet. Young Adult SF. Leuk dat er ook eens Italiaanse SF vertaald wordt en ik zou zeggen: Ga daar vooral mee door, want ook ‘(On)volmaakt’, was prima te genieten.

Jos Lexmond

SOS Fabelwezens – Esther van Lieshout

SOS

SOS Fabelwezens – Esther van Lieshout (JFA)

Hex & Co. 1

Uitgeverij Lannoo nv/Ketnet  (2017)

343 pagina’s; prijs 14,99

Omslag:  Studio Lannoo, Mieke Verloigne/Marieke Nelissen

Illustraties: Marieke Nelissen

 

Eerst maar eens gekeken of Esther van Lieshout al een bekende was in het Fantastieke. En dat was natuurlijk zo. Hoe had ik het kunnen vergeten? Tot zover zijn in onze fantastische database een drietal titels van haar opgenomen, maar als je dan nog even verder googled dan zie je dat er nog meer zijn. Temeer een bewijs dat we nog lang niet compleet zijn.

Hoe dan ook… Esther is thuis in het fantastische. Dat blijkt niet alleen uit de titels die ze tot nu toe het licht heeft laten zien, maar ook als je ‘SOS Fabelwezens’ leest. Daar had ik dus helemaal geen onderzoek naar hoeven te doen.

Met de reeksnaam Hex en Co., lijkt het erop dat we van Esther van Lieshout nog meer leuks mogen verwachten in toekomst. Want dat was het: Leuk!

Waar gaat het over. De tienjarige Kat heeft een vader die fantasy verhalen schrijft, gewoon nog op een typemachine. Ze heeft ook een oudoom: Alastar Penroos, de oom van haar overleden moeder. Of liever… ze had een oudoom. Want oom Alastar is onverwacht overleden. Vorige nacht droomde Kat dat haar arm werd vastgepakt en dat lange nagels diepe, brandende lijnen in het vlees trokken. Toen ze nat van het zweet wakker werd, deed haar arm pijn en een kort onderzoek maakte duidelijk dat er een teken op haar arm was verschenen. Een teken met zwarte lijnen in de vorm van een oog. Vanaf dat moment ziet Kat fabelwezens. De postbode, mijnheer Draver, die de brief van de notaris bracht met de mededeling dat oom Alastar overleden was, was opeens een centaur. In de supermarkt vraagt een elf of ze een stukje kaas lust. Niemand ziet deze wezens, alleen Kat. De anderen zien gewone alledaagse mensen.

In de brief van de notaris, die gericht is aan Kat, staat dat Kat de enige erfgename van oom Alastar is en dat hij het landhuis Woestballing en verder al zijn bezittingen aan haar nagelaten heeft. Het is het begin van het avontuur van Kat en haar vriendin. Eenmaal in Woestballing aangekomen (waar ze samen met haar vader gaat wonen) ontdekt Kat dat ze een Hex is: iemand die fabelwezens kan zien. Het landhuis Woestballing is een mooi huis met zeven personeelsleden. De nachtwaker is een vampier, de tuinman een faun, de klusjesman een dwerg en ga zo maar door. In de stallen staan twee eenhoorns en de huisonderwijzer heet Niemand en is een spook. De fabelwezens hebben de gave van vermompeling. Dat wil zeggen dat ze er voor de buitenwereld uit zien alsof ze normale mensen zijn. Het landhuis Woestballing herbergt ook het BOF, de Bewakings- en Opsporingsdienst Fabelwezens, die tot doel heeft dat wat verborgen is te beschermen en te bewaken. Kat wordt meteen lid van het BOF gemaakt en als er dan drie elfen op geheimzinnige wijze worden ontvoerd, gaat de BOF op onderzoek uit.

Een leuk verhaal voor kinderen van ongeveer 10 jaar en het is duidelijk nog niet uitverteld. Helaas zullen we nog even op het vervolg moeten wachten. Volgens een interview met Esther van Lieshout is ze druk bezig met het tweede deel. Verder is er weinig nieuws meer te vinden. We zullen het moeten afwachten.

Jos Lexmond

Thomas en de veer van de griffioen – Cornelia Funke

Funke

Thomas en de veer van de griffioen – Cornelia Funke (JFA)

Thomas 2

Em. Querido’s Kinderboeken Uitgeverij, Amsterdam-Antwerpen  (2017)

376 pagina’s; prijs 19,99

Oorspr.: Die Feder eines Greifs  (Cecile Dressler Verlag, Hamburg – 2016)

Vertaling: Esther Ottens

Omslag: Marry van Baar/Martijn van der Linden

Illustraties: Cornelia Funke

 

Ik werd verliefd op Cornelia Funke, nou ja… op haar verhalen dan natuurlijk, door ‘Thomas en de laatste draken’, uit 1997 alweer (in vertaling uit 2004). Dat is toch al 20 jaar geleden. Dat het zo lang moest duren voordat er een vervolg kwam. Waar zou dat aan liggen? Waarschijnlijk was er meer dan genoeg te doen in de tussentijd. De wilde kippenclub reeks, De Inkthart trilogie, De Reckless reeks, De Spokenjagers, om zo maar eens wat in willekeurige volgorde te noemen. Ik hoef niet alles van haar te lezen. De wilde kippen club, dat spreekt me niet echt aan. Daarentegen zal ik me misschien best nog wel eens bezig gaan houden met De Spokenjagers en de rest heb ik wel zo’n beetje gelezen en meestal genoten. Vooral dat laatste.

‘Thomas en de laatste draken’ was, zoals gezegd, het eerste boek dat ik van haar las. Ik moet eerlijk zeggen dat waar het precies over ging in de grijze mist van de tijd en de vele boeken daarna zijn verdwenen, maar het gevoel dat het een fijn verhaal was is dus wel een jaar of dertien blijven hangen.

Dus ik greep mijn kans toen ik zag dat ‘Thomas en de veer van de griffioen’ zou gaan verschijnen en bestelde het meteen als recensie exemplaar. De vreugde was groot toen het op de mat viel en heb het vrijwel meteen ter hand genomen toen mijn vorige boek uit was.

In eerste instantie werd ik teleurgesteld. Je hoopt dat het gevoel uit ‘Thomas en de laatste draken’, dat je dertien jaar geleden koesterde, meteen terug zou keren. Niet dus. Er deden heel veel nieuwe figuren in mee en ik kon in eerste instantie er niet aan wennen, Ik was geregeld de weg kwijt van wie, wie ook al weer was. Maar al redelijk snel was dat over en al snel raakte ik weer in het verhaal en begon me opnieuw thuis te voelen in de wereld van Thomas en leerde zijn nieuwe vrienden kennen.

Thomas woont in onze wereld, maar op een afgelegen plekje. Op die afgelegen plekjes blijken nog steeds mythische wezens wonen. Kabouters, trollen, draken, Odinsdwergen, Egelmannetjes en noem ze maar op. Allemaal leven ze nog in onze wereld, maar vinden doe je ze niet. Thomas Wezenwijs, een wees, was liefdevol opgenomen door Barnabas en Vita Wezenwijs. Thomas had nu zelfs een zus, Jennifer. De familie Wezenwijs waren beschermers van fabelwezens en Thomas nu dus ook.

Om te voorkomen dat de gevleugelde paarden uit zullen sterven gaat Thomas, samen met zijn vrienden op zoek naar de zonneveer van een griffioen. Alleen daarmee kunnen ze de laatste drie pegasus-eieren op aarde uit laten komen. Maar griffioenen zijn zeldzaam en niet te vergeten… boosaardig. Thomas en zijn vrienden hebben slechts tien dagen de tijd om een zonneveer te bemachtigen voordat de pegasus-eieren te klein worden voor de veulens. Haast is geboden.

Cornelia Funke heeft me opnieuw verliefd laten worden. Thomas zelf was fysiek niet veel ouder geworden, maar had wel een evolutie van twintig jaar doorgemaakt. Van mij hoeft Funke niet weer 20 jaar te wachten met een nieuw verhaal van Thomas. Ik ben er al klaar voor. Maar ze is blijkbaar nog even druk met het vierde deel van Reckless en ook met een vierde deel in de Inkt reeks, waarvan ik dacht dat dat een afgesloten trilogie was. Cornelia blijft me verrassen. En… haar illustraties… die mogen er ook zijn.

Jos Lexmond

De Twaalf Koningen van Sharakhai – Bradley P. Beaulieu

9789024575039

De Twaalf Koningen van Sharakhai – Bradley P. Beaulieu (FA)

Het Lied van het Gebroken Zand, eerste boek

Uitgeverij Luitingh-Sijthoff  B.V., Amsterdam (2017)

607 pagina’s; prijs 24,99

Oorspr.: Twelve Kings in Sharakhai (2015)

Vertaling: Richard Heufkens

Omslag: DPS/Davy van der Elsken/Marc Simonetti

Hoofdstukillustraties/Kaarten: Adam Paquette/Maxime Plasse

 

Dit boek kwam met een sticker erop. Nou heb ik een gruwelijke hekel aan stickers en het eerste wat ik altijd doe is het ding eraf pulleken. Als je dan van die stickers hebt die zich er gemakkelijk af laten halen, dan heb ik nog zoiets van: nou ja… vooruit, maar er zijn er ook bij, vooral als ze er wat langer op zitten, die er dan in stukjes en beetjes afgaan en waarbij lijmresten achterblijven. Daar word ik hels van. Dan kan je weer met stickerreiniger in de weer en daar wordt je boek over het algemeen ook niet beter van.

Hetzelfde heb ik trouwens met stempels. Die vind ik ook een boekverminkend effect hebben. Sommige uitgeverijen hebben het zich op hun fatsoen getrokken na de scherpe (en voor mij hilarische) recensie over de stempels (van Paul van Leeuwenkamp) en deden eerst geen stempels meer, maar nu zijn de stempels weer terug, maar dan subtiel op de onderkant en/of op de titelpagina (net als bij dit boek). Daar heb ik nog niet zoveel moeite mee.

Maar goed… ik had het over stickers. Deze kwam er gemakkelijk af. Gelukkig maar. Op de sticker stond een tekstje dat me intrigeerde: Adembenemend. Robin Hobb. Over dat soort kreten begin ik meteen na te denken. Irritant! Zou Robin Hobb dit boek gelezen hebben? Zou ze überhaupt wel boeken van andere schrijvers lezen? Zou ze daar wel zin in hebben, of tijd voor hebben? En… zou ze, als ze het zou lezen, het dan ‘Adembenemend’ vinden? Allemaal vragen waar je niets aan hebt, omdat je er toch geen antwoord krijgt. Of toch? Als je op Fantastic Fiction bij de aanbevolen boeken van Robin Hobb kijkt, staat er dat ze een verhalenbundel aanprijst die zojuist in het Engels verschenen is en die zich afspeelt in de wereld van ‘Het lied van het Gebroken Zand’. Verdomd… nu dus eens geen loze kreet. Verrassend!

En meer nog… Robin Hobb heeft ten dele gelijk. Dit eerste boek is niet direct adembenemend, maar wel boeiend. Nu maar hopen dat dit boeiende zich voortzet en niet verzand (letterlijk en figuurlijk) in een oneindige reeks. Er zijn tenslotte twaalf koningen. In 2018 komt in het Engelse taalgebied het derde (en laatste?) deel in de reeks uit. Je mag toch wel zeggen dat het verhaal traag verteld wordt. Het taalgebruik is wel mooi, daar niet van, maar ietsie minder mooi taalgebruik en wat meer actie zou het verhaal wel ten goede komen. Zo te zien is er meer mooie taal op komst. Er zijn al een verhalenbundel en al drie novelles in het Engels verschenen, dus Beaulieu voelt zich blijkbaar thuis in deze wereld. We zullen zien waarheen we zullen (zand)varen.

Waar gaat het over? Çeda (haar volledige voornaam is Çedamihn) is een kuilvechtster en woont in de sloppenwijken van de woestijnstad Sharakhai. Sharakhai is het middelpunt van de handel en cultuur dat al eeuwenlang geregeerd wordt door twaalf koningen. Çeda is welhaast onverslaanbaar in de kuilen en haar enige drijfveer is wraak op de koningen van Sharakhai voor de moord op haar moeder.

Sharakhai kan je wel een stad uit Duizend en één Nacht te noemen. Exotisch, Arabisch aandoend, haven van zandschepen.

Met een lichte twijfel in de stem kan ik wel zeggen dat ‘De Twaalf Koningin van Sharakhai’ zeer genietbaar was. Ondanks dat het verhaal niet echt veel vaart had, boeide het wel en ik ben toch benieuwd naar het volgende deel.

Jos Lexmond

Het NCSF geeft waar voor je geld

wowa-front-2016editie-ez-768x1010

Edge Zero wordt fysiek in twee edities uitgegeven; als paperback en als speciale editie WonderWaan, het verhalentijdschrift van het Nederlands Contactcentrum voor Science Fiction. Als lid van het NCSF krijg je een boek ter waarde van 13,90 er gratis bij. Dat sluit aan bij de aard van zowel het NCSF als het Edge Zero-initiatief, dat de beste sciencefiction-, fantasy- en horrorverhalen uit een jaar bundelt en ze een zo groot mogelijke verspreiding te geven.

Keek de sciencefictionspecial van het literaire tijdschrift Tirade vanuit de grote literaire wereld naar de mogelijkheden van sciencefiction, Edge Zero kijkt vanuit de incrowd, de kleine wereld van fans, schrijvers, en gespecialiseerde tijdschriften en uitgevers van de fantastische genres naar de grote buitenwereld. Door de beste genreverhalen van een jaar te bundelen probeert men zich voor liefhebber en buitenstaander te presenteren als een interessant genre dat het lezen waard is. Alle Nederlandstalige genreverhalen die in een bepaald jaar zijn gepubliceerd of zijn ingezonden voor een van de verhalenwedstrijden, kunnen worden ingezonden.

Edge Zero wortelt in het genre en probeert het draagvlak daarin zo groot mogelijk te maken, niet alleen door de samenwerking met WonderWaan. Er is een brede jury van lezers, schrijvers en uitgevers die de ingezonden verhalen beoordelen. De editie van 2016 vermeldt waar het geselecteerde verhaal oorspronkelijk werd gepubliceerd of voor werd ingezonden, waarmee het niet alleen de selectie transparant wordt, maar ook een stimulerende wisselwerking tot stand wordt gebracht. Ook wordt er gestimuleerd door de auteurs wat voor hun werk te betalen. De uiteindelijke (WonderWaan)uitgave is kleurrijk ingepakt door grafisch kunstenaar Tais Teng, en het bevat informatieve reklame’s voor eerder werk van de opgenomen auteurs, voor de gespecialiseerde tijdschriften en uitgeverijen. En na de publicatie kunnen de lezers ook nog voor hun top drie stemmen.

Edge Zero is dus een geweldig initiatief.

Jonge plantjes moet je verzorgen en beschutten, zodat ze kunnen uitgroeien tot die prachtige struik of die indrukwekkende boom. Je moet er niet meteen eisen dat hij schaduw geeft, ofwel, je moet niet doen alsof het géén jong plantje is, alsof het al die hoge boom is, die van ver de aandacht trekt. Zo is het ook met Edge Zero 2016. Dat besef begon toen ik bij het lezen van de verhalen een paar keer vooruit ging bladeren om te kijken hoe lang het nog door ging. Je verwacht toch dat de beste verhalen je weten te boeien, maar dat blijkt niet altijd het geval. En dan kijk en denk je verder. Een kwestie van smaak? Nee, niet in eerste instantie. Als het een goed geschreven verhaal is, is mijn smaak breed genoeg om het te waarderen, ben ik zelfs in staat om over de grenzen van mijn eigen smaak heen te stappen.

Formuleren is moeilijk, vooral als het wervend kort en krachtig moet zijn. Maar je mag toch wel wat verwachten van de presentatie van de beste verhalen… Eh? De voorkant belooft: “De beste Nederlandse genreverhalen uit 2016”. Maar de achterflap stelt dat dat niet waar is. Het zijn niet de beste verhalen, zelfs niet de beste Nederlandse verhalen, het zijn “twintig fanstastische verhalen uit 2016 van de beste Nederlandse en Vlaamse Science-Fiction-, Fantasy- Horrorschrijvers…” Beste verhalen of beste schrijvers? En Thomas Olde Heuvelt, Martijn Adelmund, Jürgen Snoeren, Adrian Stone, Anthonie Holslag, die behoren dus blijkbaar niet tot onze beste schrijvers…

De beste verhalen? Ik hoop dat het niet zo is, want anders wordt mijn vooruitbladeren wel erg pijnlijk. Gelukkig ondersteunen de cijfers mijn hoop. Zo zijn van de Harland Awards 2016 de verhalen opgenomen die op de 27ste, 36ste en 44ste plaats zijn geëindigd. Natuurlijk wil zo’n uitslag niet alles zeggen, maar dat van de eerste 45 verhalen alleen deze drie tot het beste in het Nederlandse taalgebied hoorden en de andere 42 niet, dat geloof ik niet. De andere twee verhalenwedstrijden, Fantastels en Trek Sagae, bieden met respectievelijk een 2de en een 1ste plaats een iets positiever beeld, maar ook daar ontbreken nogal wat verhalen uit de toptien.

Ik zie de reacties op deze bespreking al voor me: is die Van Leeuwenkamp weer aan het zeiken over onbelangrijke details, zo help je het genre niet vooruit, laat hem eens wat positiever zijn! Maar Edge Zero presenteert zich als het beste wat het genre te bieden heeft, en ik denk dat, als we willen dat dit plantje uitgroeit tot die indrukwekkende boom, we daar iets voorzichtiger en iets zorgvuldiger mee om moeten gaan.

En om positief juichend af te sluiten: ik vind dat iedereen, op z’n minst de liefhebbers van het genre, een exemplaar moet aanschaffen, de verhalen moet lezen en op z’n top drie moeten stemmen, want tien van de twintig verhalen zouden wel eens tot de beste genreverhalen uit 2016 kunnen horen en het is nog best moeilijk om een topdrie te bepalen. Ook daar zal het plantje van groeien.

(Paul van Leeuwenkamp)