Edison. Het mysterie van de muizenschat – Torben Kuhlman

Edsion.jpg

Edison. Het mysterie van de muizenschat – Torben Kuhlman (JFA)
(Edison – Das Rätsel des verschollenen Mauseschatzes (Nordsüd Verlag AG, Zürich – 2018))
De Vier Windstreken , Rijswijk (2018)
93 pagina’s; prijs 19,95
Vertaling: Joukje Akveld
Illustraties: Torben Kuhlman

Eigenlijk durf ik best toe te geven dat ik dol ben op ‘Tussen Kunst en Kitsch’. Ik hoef ook niet echt bang te zijn dat ik me daarmee belachelijk maak, want er zijn wekelijks zo’n anderhalf miljoen Nederlanders met mij die ervan genieten. Het programma is al sinds 1984 op de buis en heeft daarmee dus best wel bestaansrecht opgebouwd.
Wat trekt me aan in kunst? Ha… dat weet ik eigenlijk zelf niet. Schilderkunst vind ik mooi, maar dan moet ik wel kunnen zien wat het voorstelt. Op het gevaar af dat ik heel kunstminnend Nederland (en België) voor de schenen schop, wil ik wel verklaren dat ik het niet zo op de ‘zogenaamde’ kunst heb die mijn achterkleinkind ook zou kunnen produceren als een zootje klodders verf op een vel papier, of wat krassen waar je met de beste wil van de wereld niets in kunt ontdekken. Soms kan ik de kleurencombinatie nog wel mooi of aantrekkelijk vinden, maar de aandacht is dan snel weer over en kijk ik toch weer graag naar de schilderijen uit de Gouden Eeuw met die spectaculaire wolken en minutieus geschilderde landschappen.
Ik kan dus wel zeggen dat ik visueel ingesteld ben. Vroeger had ik een zolderkamer met van die schuine wanden die afgezet waren met platen waar je heel erg gemakkelijk posters met punaises kon prikken en dus hing die kamer vol met posters uit een Engelstalig posterblad (waarvan ik de naam ben vergeten). Posters van Chris Foss van alien ruimteschepen, buitenaardse landschappen, barbaarse schonen en helden van Frank Frazetta en ga zo maar door. Daar kon je van zien wat ze voorstelden. Niet bestaand meestal, of in ieder geval ongezien, maar adembenemend mooi.
Waar wil ik naar toe met dit verhaal? Ha… ik ben zelf ook bijna de draad kwijt.
Wel… natuurlijk naar een toch ietwat ondergewaardeerd onderdeel van de jeugd literatuur: het prentenboek. Daarvan heb ik er al heel wat heel erg mooie voorbij zien komen met prachtillustraties die niet zouden misstaan in kunstprogramma’s. Een tijdje terug struikelde ik (niet letterlijk) dus over ‘Edison. Het mysterie van de muizenschat’ en ik werd meteen verliefd op de waanzinnig mooie platen en het leuke verhaal. Natuurlijk hebben we al muizenverhalen te over. Je hoeft maar te denken aan de muizenverhalen van Geronimo Stilton en je hebt al een hele grote en succesvolle te pakken. Fantasia, Reis door de Tijd en Duifje Duistermuis zijn zomaar een paar reeks titels die een ieder waarschijnlijk wel kent. Maar als je ‘Muizen in de literatuur’ bij Google intikt krijg je duizend-en-één verwijzingen naar muizen verhalen.
Torben Kulmann heeft ook een muizenverhaal bedacht, of liever… dit is al zijn derde, die hij koppelt met gebeurtenissen uit de geschiedenis van de mensen waar hij muizen moeiteloos inpast. Zijn eerste verhaal ging over Charles Lindbergh en het tweede over Neil Armstrong waarbij muizen een heel belangrijke rol laat spelen. In ‘Edison’ suggereert hij zelfs… . Ha nee, dat ga ik dus niet vertellen. Dat moeten jullie zelf maar lezen. Want de aankomst is mooi, maar de reis er naartoe is wonderschoon. Het boek staat vol met prachtige platen. Om er maar een te noemen is de eerste dubbele pagina die je ziet. Het is een tekening, nou ja tekening, een schilderij van een ouderwetse boekenwinkel met boeken uitgestald als: Jules Verne – Journey to the Center of the Earth, H.G, Wells – War of the Worlds (denk ik), Moby Dick en Treasure Island. Je krijgt zo zin om je daar een weekend in terug te trekken. Uiteraard zitten er volop muisjes (zelfs een paar met een rugzak) in de winkel. Zoveel details en het gaat maar door. Plaat na plaat. Je vergeet soms om adem te halen, zo mooi. Je hebt de neiging de tekst over te slaan en maar door te bladeren.
Kopen en genieten, zou ik zeggen. Ik ga intussen op zoek naar de twee eerdere boeken. Die moet en zal ik hebben.

Jos Lexmond

Jack Vance – De vijf gouden banden

De vijf gouden banden.jpg

Jack Vance – De vijf gouden banden (SF) – 130 p.
(The Five Golden Bands – Startling Stories, Vol. 22:2 November (1950))
Spatterlight, Amstelveen (2018) € 14,00
Het Verzameld Werk van Jack Vance 3
Vertaling: Ivain Rodriguez de León
Omslag Ontwerp & Illustratie: Howard Kistler
(Verkrijgbaar via Amazon.de)

Toen Durdane onlangs in drie delen (De Anome, De Roguskhoi en De Asutra) bij Spatterlight verscheen, moest ik die aan me voorbij laten gaan. Ik had Durdane ook graag willen recenseren, maar zoals ik eerder heb verteld gaan Durdane, Tschai, De Duivelsprinsen, Nachtlamp en nog wat titels geregeld met me mee op vakantie en geniet ik er ieder keer opnieuw van. Ik denk dat ik Durdane inmiddels een keer of zes door mijn ogen heb gehaald en de laatste keer was nog niet heel erg lang geleden. Bovendien lagen er nogal wat andere boeken ter recensie te wachten, dus met spijt in mijn hart liet ik ze aan mij voorbij gaan.
Met ‘De vijf gouden banden’ lag het anders. Die had ik nog maar een keer gelezen en wel toen die bij Meulenhoff samen met ‘De huizen van Izm’ in 1976 als dubbelroman SF 104 verscheen. Ik kan het niet laten om even bij de dubbelromans van Meulenhoff (en uiteraard de gehele M=SF reeks) stil te staan. Wat is het jammer dat die verdwenen is. Toen het stopte liet het een gat achter dat nooit meer gevuld is. Maar dat terzijde.
Het is dus dik veertig jaar geleden dat ik ‘De vijf gouden banden’ las en eerlijk gezegd wist ik niet echt meer waar het over ging. Dat geldt voor een behoorlijk aantal van de andere oudere boeken van Jack Vance. Ook zijn korte verhalen heb ik meestal maar een keer gelezen. Er komt dus nog heel wat dat ik graag nog eens wil lezen en recenseren en ik kijk heel erg uit naar een hernieuwde kennismaking met ‘De zeventien maagden’ en vooral ‘Freitske’s beurt’. Ik kan me de verassing nog levendig voor de geest halen toen ik besefte waar het over ging. Na een aanvankelijke verblufte stilte, heb ik daarna tranen met tuiten gehuild van het lachen. Maar dat is op de zaken vooruitlopen. Dus ook dat terzijde.
Samuel Langtry ontdekte bij toeval de interstellaire ruimte-aandrijving. Zijn Zonen trokken het heelal in om hun eigen imperia te stichten op nieuwe werelden: Shaul, Badau, Loristan, Koto en Alpheratz A.. Ze bewaken angstvallig het geheim van de ruimtestuwer en houden de Aarde in een wurggreep. Ze wijzen slechts mondjesmaat stuwers aan derden toe. De aarde is een achtergebleven gebied geworden en we zijn inmiddels twintig generaties na Samuel Langtry. Paddy Blackthorn van Skibbereen in County Cork, Ierland is een schurk, maar een typische Vance schurk. Een schelm is misschien meer de juiste term. Wat van Vance’s schelmen van toepassing is, is ook van toepassing op Paddy. Je sluit hem meteen in je hart. Paddy wil koste wat kost het geheim van de ruimtestuwer aan de gemuteerde Zonen van Langtry ontfutselen, maar als hij de zwaar bewaakte bunker van de Zonen is binnengedrongen wordt hij door een stomme streek gesnapt en ter dood veroordeeld. Hij weet te ontsnappen en begint, samen met Faye (een agent van de Aarde) aan de jacht op het geheim van de Stuwer.
‘De vijf gouden banden’ is een vroege Vance. Dat kan niet ontkend worden en ondanks dat het er al inzit, is Vance nog niet zo gehaaid als toen hij bijvoorbeeld Tschai schreef. Zijn humor is nog niet zo ontwikkeld zodat je wat minder hard om Paddy moet gniffelen dan dat je normaal gesproken om zijn andere schelmen doet. Ook maakt hij zich er in dit boek soms wel wat gemakkelijk van af. Zoals Faye en Paddy het eerste geheim van de stuwer op de kop tikken… dat is wel heel erg simpel. Om maar niet van de laatste te spreken. Iets moeilijker en het verhaal was ook weer iets langer geworden.
Maar goed… dat neemt niet weg dat ik me toch wel weer vermaakt heb met dit werk en ik kan het een ieder aanraden die een lekker rechttoe rechtaan Space Opera-avontuur kan waarderen. Het volgende boek in Het Verzameld Werk van Jack Vance wordt ‘De Slaven van de Klau’. Daar geldt hetzelfde voor als voor ‘De vijf gouden banden’: ook maar een keertje gelezen. Ik hou me derhalve alweer aanbevolen.

Jos Lexmond

Clive Cussler & Graham Brown – Het geheim van de Farao

Farao.jpg

Clive Cussler & Graham Brown – Het geheim van de Farao (SF) – 365p.
Kurt Austin 13
(The Pharaoh’s Secret – G.P. Putnam’s Sons, New York (2015))
The House of Books, Amsterdam (2018) € 19,99
Vertaling: Pieter Cramer
Omslag ontwerp: Loudmouth, Utrecht
Omslagillustratie: Hallman Studio

Al sinds de uitgave van ‘Licht de Titanic’, het eerste avontuur met Dirk Pitt dat in Nederland verscheen (niet te verwarren met het eerste avontuur van Dirk Pitt), ben ik verslingerd aan Clive Cussler. Althans… aan de fantastische boeken van Clive Cussler. In eerste instantie speelden de verhalen van Dirk Pitt zich een paar jaar in de toekomst af, waardoor ik ze meestal als futuristisch beschouwde en soms zelfs als SF. Dit wanneer er gebeurtenissen in voorkwamen die technisch nog niet mogelijk waren. De boeken van Kurt Austin en die verschenen in de reeks Dossier Oregon, met Juan Cabrillo, speelden zich meestal maar een paar maanden in de toekomst af, maar die mochten (meestal) natuurlijk ook als fantastisch beschouwd worden. Wat de Fargoreeks betreft weet ik het niet, want die zijn nooit in het Nederlands vertaald. De Isaac Bell-reeks speelde zich ergens in het begin van de 20ste eeuw af en heb ik derhalve nooit als fantastisch gezien. Echter… het zou heel goed mogelijk zijn dat de boeken in deze reeks zich in een alternatief universum afspelen, maar dat heb ik tot nu toe niet onderzocht. Je mag wel zeggen dat ik mijn handen meer dan vol heb met al het fantastische werk waar ik hier en nu mee geconfronteerd word voor FANDATA, dat ik eigenlijk niet nog meer te onderzoeken werk zoek. Misschien later nog eens, maar of later ooit nog komt wat dat betreft…
Hoe Clive Cussler het allemaal doet is mij een raadsel, maar ik ben er wel van overtuigd hij dat zelf met zijn 87 jaar niet alle verhalen meer schrijft. Misschien verzint hij de ideeën, zet hij de verhaallijnen op en houdt hij het een en ander stevig in de gaten. Maar ik denk dat hij het schrijven lekker aan zijn co-auteurs over laat. Zo kan hij toch mooi alle verhalen vertellen die hij te vertellen heeft en schiet het lekker op.
Zoals Graham Brown er een is. Met hem schrijft hij, sinds deel 9 (daarvoor was Paul Kemprecos de co-auteur) de verhalen in de NUMA-reeks, ofwel de Kurt Austin-reeks. Zoals ik ooit wel eens eerder vermeldde is Kurt Austin een regelrechte kloon van Dirk Pitt. Hij heeft Joe Zavala als sidekick, zoals Dirk Pitt Al Giordino heeft en als je de naam van de een in de andere reeks zou gebruiken, dan merkte je er waarschijnlijk helemaal niets van.
Maar daar heb ik helemaal geen problemen me. Met welke ruwe bolster, blanke pit held van Cussler ik ook te maken heb, ze zorgen allen voor snelle actie, mooie vrouwen en avonturen die met de zee in al zijn hoedanigheden te maken heeft. Dolle pret wat mij betreft.
Zo ook weer bij ‘Het geheim van de Farao’. Het stramien is duidelijk. Het begint altijd met een gebeurtenis in het (verre) verleden en dit keer is het 1335 voor Christus, het zeventiende regeringsjaar van farao Achnaton. Daarna zetten we een grote stap in de tijd en verplaatst het verhaal zich naar 1 augustus 1798 naar de baai van Aboekir, aan de monding van de Nijl, om in het volgende hoofdstuk in de huidige tijd te belanden. Alles is een aanzet tot het stichten van een groot Egyptisch rijk in onze tijd dat geheel Noord-Afrika zou moeten beslaan. De macht over het water in het gebied is hierin cruciaal.
Ik sta er elke keer weer versteld van hoe dit soort verhalen uitgedacht zijn en volkomen logisch lijken waarbij je bedenkt waarom zoiets nooit eerder door iemand uitgevoerd is. Het wordt met zo’n gemak verteld dat het zomaar werkelijkheid zou kunnen worden. Heerlijk recht door zee deze actie. I love it!!!

Jos Lexmond

Kul. Korte verhalen met een boodschap – Laurens van Lieshout

Kul.jpg

Kul. Korte verhalen met een boodschap – Laurens van Lieshout (SF)
Eigen Beheer (Mijnbestseller) – (2018)
220 pagina’s; prijs 19,50
Omslag: Laurens van Lieshout

Soms struikel je over een juweeltje. Je was er niet naar op zoek, je wist niet eens van het bestaan, maar ineens was het daar. Bij ons in Geldrop (onderdeel uitmakend van de gemeente GeldropMierlo) hebben we een paar gratis huis-aan-huis-krantjes. Een daarvan is De Mooi GeldropMierlo Krant. Je kent dat soort blaadjes waarschijnlijk wel. Het staat vol met reclame van plaatselijke middenstanders en een agenda van wat er zoal in de gemeente te doen is. Niets speciaals dus en iets wat ik geregeld even snel doorblader om te kijken of er ergens een boeken- en platenmarkt, ofwel een vlooienmarkt in de buurt is het komende weekend. Wat ik wel altijd lees is de column van de Geldropse schrijfster Olga Maria Berger (misschien bekend van ‘De ErfdrageR’, dat in 2011 bij Books of Fantasy verscheen), die altijd wel leuk is om te lezen, maar dat terzijde.
Nu trof ik, een aantal weken geleden dus, in dat krantje een mededeling dat het boek ‘Kul. Korte verhalen met een boodschap’ van de hand van de Mierlonaar Laurens van Lieshout verschenen was. Interesse in boeken heb ik natuurlijk altijd, dus was mijn belangstelling gewekt en zeker toen ik las dat een groot aantal van de verhalen in de bundel fantastisch, dan wel sciencefiction waren. Met de stoute schoenen aan de voeten, mailde ik Laurens met de mededeling dat ik zijn bundel wel wilde recenseren voor het NCSF en twee dagen later stond hij al aan de deur met een kersvers exemplaar. Een sympathieke man, zo bleek.
Na nog een paar andere recensieboeken te hebben afgewerkt, begon ik aan de bundel. Ik moet zeggen met de nodige scepsis, want mijn ervaringen met boeken van organisaties als De Boekscout (dit boek kwam uit in samenwerking met Mijnbestseller) en dergelijke was nou niet om over naar huis te schrijven. Enige redactie was meestal ver te zoeken. Maar al gauw bleek dat ik die scepsis van me af kon gooien. Natuurlijk zaten er niet-ontdekte typefouten in, een paar zonden tegen het Nederlands en een paar verhalen hadden met afbreekstreepjes op plaatsen waar dat helemaal niet nodig was (eentje had er behoorlijk veel en dat was irritant), maar over het geheel genomen was het technische deel behoorlijk in orde. Dat was waarschijnlijk niet te danken aan Mijnbestseller, maar meer aan Laurens zelf en aan ene Ton die door Laurens in zijn dankwoord genoemd werd.
Men kan erover discussiëren of alle achtentachtig (niet zelf geteld) korte verhalen wel verhalen zijn. Soms lijken ze meer een overweging, een filosofische gedachtegang, of een stelling. Maar ze zijn allen verhalend, dus ik geef ze het voordeel van de twijfel. Sommige verhalen zijn humoristisch, sommigen beginnen met een stelling en werken dat verder uit naar de toekomst en sommige verhalen zijn een regelrechte aanklacht tegen de huidige maatschappij, zoals ‘Judit’. De meeste verhalen eindigen met een vraag aan de lezer, zoals: Wat zou jij doen? Of: Hoe kwam deze informatie in het DNA? Dat werkt wel. Je hebt de neiging om erover na te denken en een antwoord te formuleren. Elk verhaal begint met een code die een verwijzing is naar een ander boek van Laurens, genaamd: ‘Een duurzame toekomst in harmonie of expansie’, wat ook verkrijgbaar is bij Mijnbestseller. Ik heb daar verder niet naar gekeken, maar gewoon gelet op de leesbaarheid van deze bundel. De vijfenveertig (wel zelf geteld) verhalen die volgens mij fantastisch (en voor het overgrote deel SF) te noemen zijn, maar ook de rest zijn stuk voor stuk juweeltjes. Het zijn wel korte juweeltjes, de langste is volgens mij ‘Het Wiel’. Welgeteld twaalf pagina’s, maar de meeste zijn een tot drie pagina’s. Ik vond de bundel zeer de moeite waard en hoop toch in de toekomst meer verhalen van Laurens van Lieshout te lezen. Aan te raden dus.

Jos Lexmond

George R.R. Martin – *Nightflyers en andere verhalen

Nightflyers.jpg

George R.R. Martin – *Nightflyers en andere verhalen (SF)
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam (2018)
350 pagina’s; prijs € 17,99
Oorspr.: Nightflyers – (HarperVoyager – 2018)
Vertaling: Eisso Post
Omslag: DPS Design & Prepress Studio, Amsterdam

Natuurlijk kennen we allen George R.R. Martin en als je hem niet kent, dan ken je zijn werk hoogstwaarschijnlijk wel, al weet je dat misschien niet. Hij is wereldberoemd om zijn romancyclus ‘A Song of Ice and Fire’, misschien beter bekend als de televisieserie ‘Game of Thrones’ die we met z’n allen, ik in ieder geval wel, ademloos volgen. En nu zijn we in gespannen afwachting van het laatste seizoen waarin alles moet samenvallen en het verhaal zijn logische conclusie moet krijgen. Ik ben zeer benieuwd wat deze zeer hoog gewaardeerde (zie op IMDB.com) serie ons verder nog zal brengen en of er daarna nog een vervolg of een prequel mogelijk is. George R.R. Martin komt dit najaar met ‘Vuur en Bloed’, het eerste deel van ‘Targaryen van Westeros’, een verhaal dat zich driehonderd jaar afspeelt voor ‘A Song of Ice and Fire’. Dus… wie weet gaat dat verhaal ons ook weer vergasten op een nieuwe en spectaculaire serie. We zullen het zien.
Maar goed… terug, of liever gezegd: vooruit, naar ‘Nightflyers en andere verhalen’. Het verhaal ‘Nachtvliegers’ stamt al uit 1980 (destijds genomineerd voor een Hugo Award en herschreven/uitgebreid in 1981) toen George R.R. Martin hoofdzakelijk nog SF en Horror schreef. Uit die tijd verscheen hier bij ons ‘Het Tanende Licht’ (Dying of the Light), een uitgave die in 1980 bij de ECI in vertaling verscheen. Van Fantasy was voor het eerst echt sprake toen hij ‘Windhaven’ samen met Lisa Tuttle schreef.
Deze bundel SF-verhalen is vrijwel zeker als een vooruitzien naar de serie ‘Nightflyers’ die vanaf december op Netflix te zien zal zijn. Ik heb de trailer bekeken (alweer op IMDB.com), maar dat zei me niet heel erg veel. Het verhaal zelf is sciencefiction/horror en was goed leesbaar, hoewel er in deze bundel verhalen staan die me een stuk beter bevielen. Maar wie weet is de serie wel iets. Het zit er trouwens niet in dat er meer dan een seizoen van te zien zal zijn omdat het verhaal (of novelle) slechts 118 pagina’s beslaat. Maar… het is natuurlijk altijd mogelijk om er van alles en nog wat aan vast te knopen als het wel aanslaat.
Het verhaal dan. Sinds het begin van de mensheid vaart de volcryn dwars door het heelal en als de mens eenmaal de verre ruimte gaat bereizen en koloniseren, wordt de volcryn door de mens opgemerkt en huren een aantal academische buitenbeentjes een ruimteschip, een cybernetisch wonder genaamd: Nachtvlieger. Ze pogen contact te leggen met het duistere buitenaards ras dat de volcryn is. Aan boord van de Nachtvlieger, zonder bemanning en met een kapitein die nog niemand gezien heeft, komen de buitenbeetjes erachter dat niet de volcryn, maar een dodelijke macht op de Nachtvlieger de touwtjes stevig in handen heeft.
Het verhaal gelezen hebbende kan ondertekende zich goed voorstellen dat er een leuke horrorserie van gemaakt kan worden en kijkt daarom uit naar de eerste waarderingen op de IMDB en zal zeker een aantal afleveringen volgen en als het leuk is… dan bingewatchen we het hele seizoen natuurlijk.
Overigens is Nachtvliegers (het verhaal) al eerder in het Nederlands verschenen. Namelijk onder de titel ‘Nachtjagers’ in de bundel ‘Ginnungagap en andere verhalen’ dat in 1983 verscheen bij Het Spectrum als Prisma 2071. Maar dat was waarschijnlijk de eerste versie uit 1980.
Naast ‘Nachtvliegers’ bevat de bundel nog vijf SF-verhalen die allemaal uit de jaren zeventig stammen, maar ze hebben niets aan kracht verloren. Sterker nog… ik vind ze alle vijf sterker dan ‘Nachtvliegers’. Enne… deze zijn niet eerder vertaald verschenen. Een van de vijf: ‘Een lied voor Lya’ won in 1975 de Hugo Award for Best Novella. Kortom… dit smaakt naar meer. Heel veel meer. Dus kom maar op… ik ben er helemaal klaar voor.

Jos Lexmond

Knusse fantasy voor snelle lezers

Schaduw van de Sha.jpg

De Schaduw van de Sha – Overstekers deel II; Petra Doom; Uitgeverij Lannoo NV, Tielt; 2018; 510 blz.; € 19,99; covereontwerp DPS Design & Prepress Studio; omslagbeeld Shutterstock; auteursportret Koen Broos

Prinses Mirabel krijgt in dit tweede deel van de reeks ‘Overstekers’ weer heel wat te verduren. Ze dreigt haar huis en bedrijf te verliezen en wordt betrokken bij een strijd om de macht in de stad Westpoort, een strijd waarbij niet alleen Overstekers betrokken zijn, al die mythische wezens die via een Portaal naar onze wereld zijn overgestoken. Er is zelfs een mens bij betrokken, bekend met de aanwezigheid van Overstekers in onze wereld, zelfs een aantal van hen, de sha en tezcats, in zijn macht heeft.
Goed gecomponeerd ontwikkelt het verhaal zich naar een climax waarbij niet alleen Westpoort wordt bedreigd, maar ook Mirabel zelf en haar vrienden en kennissen. Ondertussen worstelt Mirabel met haar band met de daimon Ronban, de mysterieuze ‘connectie’ waardoor ze, zelf zonder magie, toch macht heeft. Uiteraard wordt aan het eind het eerste gevaar bezworen en worden de vragen gesteld waarop het vervolg antwoord moet gaan geven. Heeft de mens ooit ook magie gehad? En waarom zijn ze die kwijtgeraakt? Wie probeert de Portalen te sluiten? En waarom?

Goed gecomponeerd, makkelijk leesbaar, kleurrijk, sympathiek en… ja, knus, in die zin dat het altijd vriendelijk en gezellig blijft. Mirabel heeft een soort van groente- en fruitbedrijfje, met een boomgaard waarin heel wat gesnoeid wordt en waar pluksessies worden georganiseerd. Haar vriendin en huisgenoot, de vormveranderaar Terya, is dierenarts en het dierenwelzijn staat hoog op de agenda en is nadrukkelijk aanwezig. De Partij van de Dieren is er niets bij. En daarnaast is Mirabel ook mediator, en zelfs wanneer er hel en verdoemenis dreigt, er doden vallen en de wereld op instorten staat, blijft ze zoeken naar een compromis, blijft ze in gesprek. En uiteindelijk worden meningsverschillen opgelost met een goed gesprek met een kop warme thee.
Daardoor krijg je af en toe het gevoel sneller dóór te moeten lezen, omdat er – ook al is De Schaduw van de Sha leuk en leesbaar – toch belangrijkere dingen zijn, waaronder belangrijkere fantastische boeken.

De flaptekst stelt dat De Schaduw van de Sha onafhankelijk van het eerste deel, Een Kracht ontwaakt, gelezen kan worden, maar je kunt de boeken toch beter na elkaar lezen, want anders mis je toch een aantal nuances.

(Paul van Leeuwenkamp)

De laatste missie – Michael Grant

De laatste missie.jpg

De laatste missie – Michael Grant (YSF)
Frontlines 3 (en slot)
HarperCollins Young Adult, Amsterdam (2018)
404 pagina’s; prijs 15,00
Oorspr.: Purple Hearts – (HarperCollins Publishers, New York – 2018)
Vertaling: Karin de Haas
Omslag: Will Immink Design

Al eerder vertelde ik dat ik voordat ik compleet verslingerd raakte aan sciencefiction en aanverwante genres en niets anders meer las, nogal gek was op verhalen uit de Tweede Wereldoorlog. Eerst had ik alle jeugdliteratuur op dat vlak in de bibliotheek verslonden en later, toen ik alles in de jeugdafdeling gelezen had wat me maar enigszins interesseerde, kreeg ik dispensatie om boeken te lenen uit de volwassenenafdeling. Dat bleek nogal een cultuurshock te zijn. De jeugdboeken over de oorlog die ik gelezen had waren, ondanks de aanwezige gruwelijkheden, toch min of meer bedekt en aangepast om de tere kinderzieltjes te sparen. Als kind zijnde vond ik de suggesties meer dan voldoende. Niet dat ik er nachtmerries van kreeg, maar het was genoeg om me een inzicht te geven wat voor ellende er zich had afgespeeld. Op de volwassenenafdeling was er niets bedekt en ik las niet alleen romans maar leende ook de geschiedkundige boeken, waarin niets me bespaard bleef. De foto’s van concentratiekampen en hun gedwongen bewoners, dood dan wel bijna dood, staan nog steeds op mijn netvlies gebrand. Misschien was dat wel, een van de redenen, of misschien wel de belangrijkste, dat ik me volledig tot de Fantastische lectuur wendde. Dat was een stuk veiliger en hoewel de horror van Lovecraft en consorten me schokte en me regelmatig angst aanjoeg, had dat nooit zo’n effect op me als de foto’s uit de vernietigingskampen Dachau-Birkenau, Bergen-Belsen of Sobibór. Sciencefiction, fantasy en zelfs horror waren veilig en doenlijk ten opzichte van de werkelijkheid van de oorlog.
Grant schuwt de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog niet en regelmatig confronteerde hij me weer met de gruwelijkheden. Toch kan ik dat nu een stuk beter handelen als toen. Maar ja… nu ben ik 64 en toenmaals amper 12. Dat scheelt een slok op een borrel.
Toen ik aan ‘De laatste missie’ begon, kwam ik erachter dat ik deel II, ‘De lange weg’, gemist had en daar baalde ik ontzettend van. Nou had ik die alsnog eerst kunnen lezen, maar recensieboeken hebben de neiging zich op te stapelen en er is toch een behoorlijke druk (meestal van mezelf uit omdat je toch zo snel mogelijk een tegenprestatie wilt leveren voor het ter beschikking gestelde boek), dus besloot ik het voor nu maar te laten wat het was en gelijk ‘De laatste missie’ te lezen.
Gelukkig kreeg ik daar geen spijt van. De boeken zijn zo geschreven dat ze de loop van de oorlog in drie stukken hebben verdeeld en het gemiste tweede deel handelde over de landing in Sicilië en onder meer de slag bij Monte Cassino. Dat hebben Rio, Frangie en Rainy overleefd en nu, in het derde en laatste deel, maken ze zich op voor de landing in Normandië en de uiteindelijke winst van de geallieerden op Nazi-Duitsland.
Zoals eerder gezegd is het een Alternative History waarbij vrouwen meevechten aan de geallieerde kant en we de paden volgen die Rio, Frangie en Rainy afleggen. Het zijn indrukwekkende paden door bagger, bloed en lijken en soms was ik weer dat twaalfjarige jongetje dat stil naar de foto’s keek en me afvroeg hoe het mogelijk was dat mensen elkaar dit soort dingen aandeden. En ook na de oorlog, als de helden naar huis terugkeren is er in eerste instantie qua discriminatie nog niets veranderd en waar ze op het slagveld gelijken waren, is het dat nu absoluut niet zo. Maar de vonk van verandering is ontstoken en de wereld staat op het punt nog een toekomst in te gaan die nog alternatiever is.
Ik kan niet anders zeggen. Aanschaffen en lezen. En nu ga ik op zoek naar het tweede deel!

Jos Lexmond

Tsunami – Nico De Braeckeleer

Tsunami.jpg

Tsunami – Nico De Braeckeleer (YSF)
Adem 1
Bakermat, Mechelen (2018)
298 pagina’s; prijs 15,95
Omslag: Onbekend

Nico De Braeckeleer is een auteur die behoorlijk aan de weg timmert bij onze zuiderburen. Hij doet van alles en nog wat bij Studio 100, waar onder andere Kabouter Plop, Mega Mindy, Samson en Gert en nog veel meer ontstaan is. Hij werkte daar ook mee aan de scenario’s voor de K3-films. Ook bemoeit hij zich ook intensief met de Boe!Kids reeks bij Abimo, waarvan hij verschillende delen zelf schreef en zijn korte verhalen verschijnen merendeels in de jaarlijkse Junior Monsterboeken die bij Kramat in het fonds zitten, al waar hij zich ook bezig houdt met de samenstelling van die bundels.
Maar ook op boekengebied is het een druk baasje. Als ik mijn database laat tellen, dan kom ik al aan de dertig (fantastische) boeken en dan zal ik ze echt nog niet allemaal gevonden hebben. Bij Studio 100 schijnt hij ook nogal veel te schrijven, maar daar wordt zijn naam nooit op de omslag vermeld.
Qua genre is het meestal griezel wat de klok slaat en dan griezel voor hele jonge kinderen (dat je natuurlijk niet echt griezel mag noemen), maar ook griezel voor oudere jeugd en soms (in samenwerking met anderen) voor Young Adults. Soms een enkele SF of Fantasy en een heel enkele keer een uitstapje naar volwassenen lectuur.
Dit alles typeert Nico De Braeckeleer wel zo’n beetje die, denk ik, heel wat bekender in België is dan in Nederland.
Maar misschien komt daar met ‘Adem’ wel verandering in. ‘Tsunami’ is het eerste deel van een Young Adult trilogie en speelt zich af in 2165. Na een serie zware natuurrampen is het gewone leven op aarde verwoest. Sommige overlevenden houden zich staande in bewaakte vestingen. Anderen zwerven rond, alleen of in bendes.
Het is de wereld van Skye, die in een kleine nederzetting, Noord-Brussel genaamd, woont. Het is maar een kleine nederzetting. Krap vijfhonderd mensen wonen er en het bestaat uit een kronkelende verwoeste weg waarlangs half vervallen en verweerde huizen staan. Er is een burgemeester, er zijn wat jagers en verzamelaars. De eersten jagen op dieren en de tweede groep zoekt spullen, buiten de muren van Noord-Brussel, die misschien nog bruikbaar zijn. De rest teelt groenten en fruit binnen de muren. Skye hoort bij de laatste groep.
Jazz woont met zijn moeder in de buurt van Le Havre. Hij brengt zijn dagen door met het zoeken naar eten, water en het zorgen voor zijn zieke moeder. Als zijn moeder zelfmoord pleegt omdat haar ziekte niet meer te dragen is, is er niets meer dat Jazz bij zijn ouderlijke huis houdt en gaat hij op zoek naar Civitas. Dat schijnt de enige plek op aarde te zijn waar je nog kan leven als voor de klimaatverandering.
Als Noord-Brussel overvallen wordt door een rondtrekkende bende en Skye in gevangenschap mee wordt gevoerd, ontmoet ze Jazz, die ook door de bende gevangen genomen is. Uiteindelijk weten ze te ontsnappen en ontmoeten nieuwe vrienden, zoals de gesloten River met haar jakhals Muddy en de arrogante Colin. Ze besluiten samen verder te trekken. Maar dan komt er een tsunami op hun pad.
Ofschoon ik niet echt meer tot de doelgroep behoor heb ik ‘Tsunami’ met plezier gelezen. Natuurlijk is het alles wat je verwacht van een rampenroman, zich afspelend in een wereld die na een intense klimaatverandering zwaar verwoest is en waarin overlevenden met vallen en opstaan een nieuw bestaan proberen op te bouwen.
Hoe dan ook… dit gegeven heeft een prachtige roman opgeleverd die me regelmatig op het puntje van mijn stoel hield en zich kan meten met het beste op dit gebied. Achterin wordt het tweede deel van de trilogie, ‘IJs’ genaamd, al aangekondigd. Wat mij betreft, mag die doorkomen.
P.S. Mooie omslag trouwens. Van wiens hand is die?

Jos Lexmond

Vlucht – Blake Crouch

Vlucht.jpg

Vlucht – Blake Crouch (SF)
Karakter Uitgevers, Uithoorn (2018)
303 pagina’s; prijs 19,99
Oorspr.: Run (CreateSpace Independent Publishing Platform – 2011)
Vertaling: Ireen Niessen
Omslag: Mark Hesseling Design

Blake Crouch leerde ik kennen door uiteraard de ‘Wayward Pines’-trilogie en ‘Dark Matter’ te lezen, allen verschenen bij Karakter en allen horror met een meer of mindere vleug sciencefiction. Een combinatie die me wel ligt en Blake Crouch is dan ook een schrijver die me ligt. Zijn verhalen zijn niet literair hoogdravend, maar wel lekker spannend en af en toe ook een beetje eng. Prima voor tussendoor of op vakantie, of als je maar een beetje ontspanning door spanning nodig hebt.
Ik was daarom weer bijzonder geïnteresseerd in ‘Vlucht’ en ging er eens goed voor zitten, in de handen wrijvend van voorpret. Ik werd niet teleurgesteld. Actie volop. Enge momenten ook volop aanwezig en een goed verhaal dat je constant onder spanning hield. Zelfs op de rustige momenten.
Het gaat over Jack en zijn gezin. Jack Colclough en Dee, zijn vrouw en de kinderen Naomi en Cole zijn op de vlucht. Waarvoor weten ze eigenlijk niet, maar wat Jack wel weet is dat ze achter hem aankomen. Dat staat vast. Ze komen op hem jagen om hem en zijn familie uit te schakelen. Een golf van bizarre moorden trekt door het land. Een agent richt een bloedbad aan, er zijn schietincidenten op scholen, hevige opstanden breken uit in gevangenissen. Het land wordt overspoeld door onbegrijpelijke, agressieve
uitspattingen. Dat is alles nog maar vijf dagen geleden. Gisteren viel de elektriciteit uit en nog maar een paar dagen geleden riep de president het volk op tot kalmte. Vandaag hoort Jack zijn naam op de radio en iedereen die genoemd wordt, moet worden gedood. Ze moeten weg. Ze slaan op de vlucht.
Het verhaal begint zenuwachtig en je zit er meteen goed in. Je weet net als Jack en zijn gezin niet wat er aan de hand is, maar je voelt de dreiging en je krijgt zelf ook de neiging je boeltje te pakken, voldoende eten en drinken, en weg.
Daarna wordt het allemaal wat voorspelbaar. Als het gezin op weg is en de bush bush ingereden is, raken benzine, eten en water op. Maar het lot is hen gunstig gezind. Ze vinden een verlaten hut in de middle of nowhere, waar voldoende eten en drinken aanwezig is zodat ze zich veertien dagen kunnen redden. Vlakbij een beek met voldoende vis. Een paar dagen later weet Jack een eland neer te schieten en, verrassing… hij weet voldoende van slachten om het beest in mootjes in de diepvriezer te krijgen. Held van de familie natuurlijk. Als je erover nadenkt is dat misschien wel een beetje kort door de bocht. Ook de oorzaak van de moorddadige bendes is misschien wel lichtelijk ver gezocht en als die oorzaak ineens weg is… (hoezo en waarom). dan is het boek uit.
Maar goed, ze kunnen niet lang in de hut blijven. De veilig geachte haven moet verlaten worden als ze ontdekt worden door een bende niets ontziende religieuze fanaten met motorzagen. Ze weten te ontsnappen en hun vlucht gaat verder. Er komen nog heel wat gruwelijkheden op hun pad, waar ik zelf af en toe best mijn tenen voor bij elkaar kneep, al ben ik best wel wat gewend inmiddels.
Zoals gezegd… soms wat simpel, maar uiterst effectief. Ik hield regelmatig mijn adem in en leefde behoorlijk mee met de familie op de vlucht. Dit soort verhalen mogen ze me altijd wel onder de neus schuiven. Dit is een wat ouder boek van Couch. Het origineel stamt uit 2011. Ik denk bij gebrek aan modernere verhalen. Er zijn er nog voldoende onvertaald, waarvan er zeker nog wel een paar fantastisch zijn, dus ik zou zeggen: vertalen maar!

Quarantaine – Erik Betten

‘Kun je niet zwemmen?’

‘Niet in zoveel water.’

Zombies. Je wordt er nog net niet letterlijk mee doodgegooid. Ik heb zeker mijn deel op het vlak van de ondoden in verschillende vormen mijn brein laten doordringen. Van de hilarisch slechte B-films tot en met de zichzelf te serieus nemende tv-serie die nog steeds aan het voortstrompelen is (iemand had daar allang de hersens van in moeten slaan).

Waarschijnlijk dat ik er daarom erg lang tegenaan heb gehikt om aan de eerste thriller van stadsgenoot Erik Betten te beginnen.

Na een lange wandeltocht in de Noorse bergen heb ik het boek dan toch uit mijn koffer gehaald. Binnen een dag heb ik de bladzijden verslonden.

Er is niets nieuws in de dreigende schaduwen en met die verwachting ben ik dan ook niet begonnen met lezen.

Het verhaal deed mij enigszins denken aan ‘Als de dijken breken’ (Nederlands-Vlaamse dramaserie) en ‘Cordon’ (Vlaamse dramaserie), maar dan overgoten met een bloederige saus en besprenkeld met voldoende lichaamsdelen. Meeleven met de personages lukt mij niet echt en wat minder uitleg en nog meer actie zou geen kwaad kunnen.

De beschreven Hollandse kneuterigheid een fijn pluspunt.  De humor sprak mij aan, zou zelfs nog wel wat donkerder mogen, en ik zou het geen straf vinden als de dodelingen/smoorders terugkeren om zich buiten de noordelijke provincies te begeven.

Het boek is een aanrader voor de donker wordende dagen.

Jan Johannes Scholte