Locus Awards 2020

De Locus Awards 2020 zijn uitgereikt. De Locus Award of Locus Poll Award is een literatuurprijs die sinds 1971 jaarlijks wordt uitgereikt door het Amerikaanse tijdschrift Locus voor sciencefiction-, fantasy en horrorwerken. De Locus Award geldt naast de Hugo Award en de Nebula Award als een van de belangrijkste prijzen in de SF- en fantasyliteratuur.

De prijs is bedoeld om aanbevelingen te genereren voor de stemmers op de Hugo Award. De Locus Awards worden vastgesteld door middel van een stemming onder de lezers van het blad.

Beste SF-boek: The City in the Middle of the Night, Charlie Jane Anders
Beste fantasy-boek: Middlegame, Seanan McGuire
Beste horrorboek: Black Leopard, Red Wolf, Marlon James

Beste YA boek: Dragon Pearl, Yoon Ha Lee
Beste debuut: Gideon the Ninth, Tamsyn Muir
Beste novelle:  This Is How You Lose the Time War, Amal El-Mohtar & Max Gladstone

De complete lijst is hier te vinden.

De Zwijgende Aarde – HSF (2019/3)

Nadat de VS is ingestort, is de EU de grootste wereldmacht geworden. Nederland heeft een voortrekkersrol daarin. In deze wereld kunnen mensen zich verbeteren door cybernetische en genetische modificaties, maar er wordt neergekeken op dit soort ‘klusjes’. ‘Puur blijven’ is het grootste goed.

De aarde regeert over de koloniën in het zonnestelsel, vooral dankzij de ruimteschepen van de VAHA (Verenigde Aardse Handels Alliantie, vergelijkbaar met de VOC.) Maar dan gebeurt er iets waardoor communicatie van en naar de aarde wegvalt en de schepen van de VAHA niet meer kunnen uitvliegen. De koloniën zijn op zichzelf aangewezen.

De boeken over De Zwijgende Aarde vertellen wat er dan gebeurt.

 

Zes auteurs, vijf boeken, één universum

In het buitenland bestaat het idee van een ‘shared universe’, waarin verhalen van meerdere auteurs dezelfde verhaalwereld delen, al heel lang. Denk aan filmuniversum van Marvel, de boeken die zich in Dungeons & Dragons-werelden afspelen, of het Arrowverse van DC-superhelden.

Ik wilde iets soortgelijks met een groep schrijvers proberen. Niet een serie met een verhaallijn die doorloopt, maar een wereld waarin meerdere verhalen verteld worden. Veel meer dan dit gegeven had ik in eerste instantie niet; of het een fantasywereld moest worden, of juist een SF-universum, wist ik nog niet. Toen ik auteurs ging zoeken werd vrij snel duidelijk dat iedereen een voorkeur voor sciencefiction had.

Ik heb auteurs gezocht wiens werk ik kende en goed vond. Ik wilde een diverse groep, met verschillende schrijfstijlen. Het was niet de bedoeling dat de samenwerking zou resulteren in een eenheidsworst, maar het ging me juist om de diversiteit waarmee de auteurs de verhaalwereld zouden benaderen.

We hebben de wereld samen gecreëerd en gebrainstormd over de thema’s van de serie, het verloop van de tijdlijn, en dergelijke. Verder hebben we elkaars synopsissen en verhalen gelezen, en geprobeerd verwijzingen en lijntjes naar elkaars romans te verwerken.

 

Verhalen van de Zwijging

De vijf romans in de serie spelen zich elk af op een andere plek in ons zonnestelsel. Elk boek is zelfstandig te lezen, maar wanneer je ze allemaal leest krijg je een beter beeld van het grote geheel.

Revolte van Jorrit de Klerk speelt zich af in de planetoïdegordel, waar veel cybernetisch gemodificeerde mijnwerkers leven. Raik, de hoofdpersoon, werkt voor de VAHA en staat op het punt gepromoveerd te worden wanneer er onrust uitbreekt. Het is een actierijk verhaal, een echte rollercoaster. Revolte is Jorrits romandebuut.

Roest, mijn eigen bijdrage, speelt zich af op Mars. Hoofdpersoon Sam is een magistraat in dienst van het Internationale Mars Akkoord. Ze reist tussen nederzettingen om de wet te handhaven en recht te spreken. Zes jaar geleden werd ze geïnfecteerd met een technovirus dat haar DNA heeft herschreven. Doodsbang om verder te muteren probeert ze haar werk zo goed en zo kwaad als het gaat uit te voeren. Het boek is een thrillerachtige zoektocht naar identiteit.

Na twee serieuze boeken voegt Mara van Ness met Titanium een lichtere ‘touch’ toe. De Saturnusmaan Titan is het Las Vegas van het zonnestelsel. In ‘kuuroorden’ wordt elke maas in de wet benut om je levensduur te rekken zonder je belastingvoordeel kwijt te raken. Wanneer het contact met de aarde verbroken wordt, strandt wetenschapster Emmelie hier. Ze stuit op een schandaal dat de manier van leven op Titan weleens op zijn kop zou kunnen zetten …

Tweeleed van Django Mathijsen en Anaïd Haen is een heuse familiekroniek. Het boek begint 37 jaar vóór de Zwijging en eindigt tien jaar erna. Geconfronteerd met de keus tussen puur blijven of laten modificeren, jong sterven of overleven, ziet Arno zich gedwongen een beslissing te nemen met vergaande gevolgen voor hemzelf en zijn kinderen.

Als je het hebt over Nederlandse sciencefiction, kun je bijna niet om Johan Klein Haneveld heen. IJsbrekers is zijn veertiende boek. Tien jaar zijn voorbijgegaan sinds de kolonies van het zonnestelsel het contact met de aarde verloren. De voortvluchtige wetenschapper Michelle Dijon is gestrand op Europa. Maar het einde van de Zwijging lijkt te zijn aangebroken. Van de aarde vertrekken de eerste schepen, vastbesloten de macht van de moederplaneet te herstellen …

De prachtige covers zijn geschilderd door Loek Weijts. Hij heeft precies het juiste evenwicht tussen klassiek en modern weten te treffen die ik voor deze boeken voor ogen had.

De Zwijgende Aarde is een mooie serie geworden, die onze verwachtingen overtreft. Ik hoop dat SF-liefhebbers net zo van de serie zullen genieten als wij bij het schrijven ervan.

Dit artikel, door Jasper Polane, is eerder verschenen in HSF (2019/3).

quasis.nl

Worldcon Dublin 2019 – HSF (2019/3)

Er waren op de Worldcon van 2019 bijzonder veel NCSF leden te vinden, hieronder 4 verslagen.

Klara Lammers :

Een bizar idee dat de Worldcon waar ik toch een paar jaar mee bezig ben geweest nu is afgelopen. In de afgelopen jaren zat ik regelmatig achter tafels op Eurocons en Eastercons om Dublin te promoten. Ik ben na Dublin ook nog naar de Eurocon in Belfast gegaan. Ik ben afgelopen dinsdag, 27 augustus, net weer thuis gekomen. Dublin was heftig! Zovéél te zien, te doen en te beleven. Lange dagen en héél véél pijn aan mijn voeten van het lopen. Helaas nam ik (te) weinig tijd om met mensen te praten, maar misschien heeft iemand me wel hyper langs zien komen. 1 x met Heidi gegeten bij een hotel vóórdat het concert van het Worldcon Orchestra begon. Dat was voor mij wel 1 van de hoogtepunten. Leuk dat een groep Nederlandse fans elkaar wilde ontmoeten tijdens de con, helaas moest de groep net weg op het moment dat ik ze gevonden had na mijn dienst in de Green Room. Om mijn vrijwilligers T-shirt te verdienen was ik daar regelmatig te vinden. Ik heb genoten van de conventie. De meeste dingen waar ik naartoe ging (voornamelijk concerten, toneelstukken, quizzen en op donderdagochtend Yoga voor trekkies) hadden niet zulke lange wachtrijen. Natuurlijk ben ik ook naar panels gegaan, ik was 1 van de gelukkigen die bij “Oppy or Armstrong” was op de woensdagavond en ik was bij 1 Kaffeeklatsch op donderdag en 1 reading op maandag (beiden van Michelle Sagara West, 1 van mijn favoriete auteurs). Ik was eerst uitgeloot en vlak voor de conventie hoorde ik dat ik toch kon gaan. Uitgelaten kwam ik aan bij de Science Gallery, waar natuurlijk een rij stond. Dave Lally zag me aankomen en ik heb daar nog gezellig met hem gepraat. De tijd vloog voorbij en we konden voordat we er erg in hadden naar binnen. Er was een leuke interactie tussen de panelleden en ik hoorde iemand zeggen dat ze Aliette de Bodard slim en grappig vonden en iets van haar wilden lezen (ze hebben geluk, want er is genoeg leesvoer van haar te vinden). De openingsceremonie in combinatie met de retro-Hugo’s vond ik echt saai! De reden is waarschijnlijk dat Loncon3 in 2014 hoge verwachtingen bij mij geschapen hadden met het thema “War of the Worlds”. Dat was toen een hele leuke ceremonie. De Hugo-ceremonie ging ik bij “Martin’s” kijken, maar dat hield ik helaas niet lang vol. Ik vond het wel mooi dat de bar vernoemd was naar Martin Hoare. Elke dag was er zoveel te beleven, zoveel highlights. Ik denk dat niemand alles heeft kunnen zien/beleven wat er gebeurde. Natuurlijk zijn er dingen geweest die niet zo gingen als het moest. Ik heb in ieder geval genoten. Hopelijk hebben de meeste mensen die er waren ook genoten. Als je ooit een kans krijgt, ga dan naar een Worldcon! Wie weet, misschien is er in 2024 een Worldcon in Glasgow (en ja, ik heb al achter de Glasgow tafel gezeten om promotie te maken)

Heidi van der Vloet:

Het is altijd weer bijzonder om in het warme badje van het Fandom te belanden. Deze Worldcon was voor mij de zesde, en de eerste dat ik genoeg uren meegedraaid heb als vrijwilliger om een vrijwilligersshirt te bemachtigen. Ook deze keer is het het hele team en alle losse meehelpers weer gelukt om een prachtig evenement voor 6000 fans neer te zetten. De absolute high-lights waren voor mij de uitvoering van het symfonieorkest (ik ben een sucker voor bombastische filmmuziek), de panels over ruimtevaart met Jeannette Epps en Marie Robinette Kowal, de Artshow (zoveel moois! Ik kan niet kiezen!) en mijn vertoning als spotlight-bediener tijdens de opening en de Hugo Awards. Maar er valt over zo’n lang weekend zo veel meer te zeggen en te schrijven. Het is een klein weekje weg van de dagelijkse realiteit, oeverloos lullen over de toekomst en alles wat je jezelf er maar bij kunt voorstellen, genieten van muziek en bier, oude vrienden opnieuw zien, nieuwe vrienden ontmoeten en nieuwe ervaringen opdoen en altijd met te veel nieuwe boeken thuis komen.

Marcel van der Rijst:

Na Helsinki in 2017 was er dit jaar weer een World SF convention in Europa en wel in Ierland. We vlogen op woensdag naar Dublin en we kwamen meteen al bekenden tegen toen we onze toegangspassen ophaalden die middag in het CCD waar de conventie werd gehouden De volgende dag hebben we ons op het programma gestort. Het is moeilijk om te beschrijven hoe het is om een World SF conventie te bezoeken. Voor ons begint het altijd met het aanstrepen van programmapunten die we graag willen bezoeken. En omdat er meer dan 10 stromen naast elkaar zijn kiezen we dan diegene die we gezamenlijk hebben gekozen. En natuurlijk lukt het voor geen meter om naar alle aangestreepte punten te gaan, want er zijn naast het programma ook veel andere zaken te bekijken en te bezoeken. Zoals de dealersroom, waar Wilma weer menig leuk boek heeft gevonden en waar naast boeken ook andere zaken, zoals kunst, sieraden, T-shirts en andere merchandise te vinden waren. De Artshow, waar je allerlei SF&F kunst kan bewonderen. Zo hadden Jim Burns en Chris Moore er verschillende van hun werken hangen Maar onze favorieten waren toch Margaret Walty en Sarah Clemens. Die kenden we nog van vorige conventies en verschillende van hun tekeningen hangen aan onze muren thuis. En als je al het lopen moe was kon je SF-fans van over de hele wereld ontmoeten in Martin’s Bar. Deze bar is vernoemd naar de net overleden fan Martin Hoare, die ik nog ontmoet heb op verschillende Beneluxcons, Ook deze Ierse conventie had zich vergist in het aantal bezoekers. Er kwamen meer mensen op af dan waar ze op gerekend hadden. Ook al was het verdeeld over twee locaties moest je het toch goed plannen omdat je bijna bij elk programmapunt wel in de rij moest staan om de zaal binnen te komen. Maar dat gaf juist leuke momenten om in gesprek te komen met andere fans. We hebben menig panel en lezing meegemaakt. Niet alle panels en lezingen waren even interessant, maar andere waren juist heel leuk of leerzaam om mee te maken. We ontdekten dat een van de Guests of Honor Diane Duane een vlotte prater is en we hebben een aantal programma items met haar meegemaakt. De leukste was het interview dat collega schrijver John Scalzi met haar had over haar diepte-, maar ook hoogtepunten van het schrijverschap. Haar leven met haar man Peter Morwood, tevens schrijver en hoe ze, wat mij heel bekend voorkomt, uren niets tegen elkaar kunnen zeggen als ze met het schrijven bezig zijn. En nog vele andere zaken met veel humor verteld. Het toneelstuk van Paul…. ehhh Peter Cox, Two Stakes. Over Peter’s wederwaardigheden bij het Bram Stoker Society in Londen. Met verve en humor verteld. De lezing door Sylvia Spruck Wrighley, Throwing Grandma out the airlock. Over hoe oudere vrouwen altijd stigmatisch worden weergegeven in Fantasy boeken en hoe dit geheel niet gebeurt in Science Fiction boeken. Het interview met George R.R. Martin en zijn vrouw Parris McBride over hoe het toeging op de conventies in de jaren 70 en het verwezenlijking van Joe Haldeman’s droom, twee naakte vrouwen in een badkuip vol met roze drilpudding en hoe die sindsdien altijd een pak instant drilpudding krijgt, terwijl hij er helemaal niet van houd. De lezing van Bridget Landry op zondag over de missie van Cassini-Huygens die de manen en ringen van Saturnus beschreef. Ze was medewerker aan dit project en de lezing zat vol mooie foto’s van de manen en de ringen en wat ze daar allemaal hebben ontdekt. En natuurlijk moeten we het concert op vrijdagavond niet vergeten. Waar een orkest thema’s van Fantasy en SF series en films, waaronder Games of Thrones, Star Wars en Fantasia, speelt. Dat was wederom een genot voor het oor. En we hebben ook met plezier naar de mooi kostuums in de Masquerade op zaterdag gekeken. En wat juist deze Masquerade zo bijzonder maakte was het wachten op de uitslag. Toen daagde de toastmaster allerlei mensen uit om te improviseren bij foto’s die werden vertoond op het grote scherm. Hier ontstonden hilarische verhalen. Zoals je wel ziet, wij hebben ons uitstekend vermaakt op de conventie en naast dat we veel hebben gezien hebben we ook veel van onze vrienden gezien en gesproken en een paar nieuwe vrienden gemaakt. Ook al was de conventienog bezig op maandag, zijn we al vertrokken voor een rondreis door het mooi binnenland van Ierland om wat af te kicken van alle indrukken die we hebben opgedaan op de conventie.

Jan Johannes Scholte:

De eerste World Science Fiction Convention was in 1939. Mijn eerste World Science Fiction Convention was de 77ste onder de naam Dublin 2019 – An Irish WorldCon. Van 15 augustus tot en met 19 augustus was ik voornamelijk in het Convention Centre Dublin te vinden. Na de registratie, in september 2018, werd de omvang van wat een Worldcon is en wat het inhoudt steeds duidelijker. Dat dacht ik althans. Het werd pas echt duidelijk vanaf het moment dat ik er rond liep, achter de First Dutch Eurocon fantafel zat, panels bijwoonde (onder andere over Chinese science fiction, het koloniseren van de ruimte om ons heen en niet menselijke intelligentie) en een aantal speciale evenementen (de Hugo Awards en het Worldcon Philharmonic Concert, de handtekening krijgen van George R.R. Martin) mee mocht maken. Het is groots. Dat bleek al bij het doorbladeren van de 188 pagina’s tellende Pocket Convention Guide. De Worldcon heeft veel goede en fijne indrukken achtergelaten. Vooral op het gebied van de algemene gemoedelijke sfeer van het hele gebeuren en de openheid en vriendelijkheid van de leden naar elkaar toe. Het ontmoeten van bekenden en onbekenden. Zo’n 5.800 bezoekers uit ongeveer zestig landen hebben samen zorgen gedragen voor een prima tijd.

Dit artikel is eerder verschenen in HSF (2019/3).

dublin2019.com

Gouden Tijden – HSF (2019/3)

Het zijn gouden tijden voor de SF-liefhebber. Niet langer doen SF-series zoals Battlestar Galactica hun best er uit te zien alsof ze in onze eigen tijd afspelen. Series als Westworld, The Expanse, Killjoys, Lost in Space en Altered Carbon maken er geen geheim van dat ze tot ons geliefde genre behoren, terwijl Star Trek aan een renaissance bezig is. Amerikaanse en Europese stripmakers kiezen steeds vaker voor het genre om commentaar te kunnen geven op onze samenleving, via reeksen als bijvoorbeeld Saga, Low, Descender en Bitch Planet. Ook wie van lezen houdt komt ruimschoots aan zijn of haar trekken. Domineerde eerst de fantasy in de boekwinkel en de recensiepagina’s, nu staan die vol met schrijvers als Ann Leckie, Kameron Hurley, Becky Chambers, Charlie Jane Anders en Tade Thompson.

Tot het begin van deze eeuw leek SF vooral bedoeld voor heteroseksuele mannelijke lezers van westerse afkomst. Schrijvers als Peter Hamilton, Stephen Baxter en Alastair Reynolds bouwden verder op de basis die was gelegd door Asimov, Clarke en Heinlein. Het waren boeken voor een nichepubliek, voor lezers die of zelf waren opgegroeid in de ‘gouden eeuw van de science fiction’ of die het genre hadden leren kennen via fans uit die periode.

Ikzelf raakte geïnteresseerd in science fiction door de boeken die mijn vader had verzameld, en dat waren veelal vertaalde verhalen uit de jaren veertig en vijftig. Het was zogenoemde ‘harde SF’, met vaak lineaire plots, waarbij de capabele held in zijn eentje met behulp van technologie de aarde veilig stelde. Boeken als ‘Rendezvous with Rama’ van Arthur C. Clarke of ‘The Day of the Triffids’ van John Wyndham lieten hun stempel achter op mijn verbeelding.

De nieuwe generatie auteurs is het echter gelukt een ander publiek aan te trekken. Hun boeken worden ook gelezen door jongere individuen met een niet-westerse achtergrond, door vrouwen, door mensen die zich als LGBTQA identificeren. Dat komt onder andere doordat ze zich afspelen in andere locaties dan de Verenigde Staten en recht doen aan de ingewikkelde wereld waarin we leven, waar allerlei belangen door elkaar lopen. Ook reduceren ze hun karakters niet tot stereotypen, maar geven ze ruimte voor diversiteit. Voor de lezers van nu voelen deze verhalen veel levensechter aan dan die van Asimov en Clarke. Ook ik word er enthousiast van. Bij bezoeken aan het American Book Center in Amsterdam moet ik oppassen dat ik niet meer boeken meeneem dan ik kan tillen. Bloggers en recensenten zeggen terecht dat we leven in een ‘tweede gouden eeuw’ van de science fiction.

Helaas loopt Nederland een beetje achter op de internationale ontwikkelingen. Het is nog steeds fantasy dat de klok slaat en als er SF wordt geschreven, gaat die regelmatig over thema’s en ideeën uit de jaren ’50. Maar ik heb goede hoop. Steeds meer uitgevers wagen zich aan science fiction, zoals Quasis met de boeken uit ‘De zwijgende aarde’, en nieuwe of vernieuwde tijdschriften zoals ‘De horizonvreter’ en ‘HSF’ zijn positieve signalen. Ik zie ook voor de Nederlandstalige science fiction gouden tijden in het verschiet!

Dit artikel, door Johan Klein Haneveld, is eerder verschenen in HSF (2019/3).

johankleinhaneveld.blogspot.com/

Fire Emblem: Three Houses – HSF (2019/3)

Wat als Zweinstein een militaire academie was? Dat is, in een notendop, het basisconcept van het computerspel Fire Emblem: Three Houses voor de Nintendo Switch.

De hoofdpersoon wordt aangesteld als docent aan die academie, als begeleider van een van de drie klassen, de Three Houses. Iedere klas, ieder met een eigen verhaallijn, is gekoppeld aan één van de drie rijken van het continent Fódlan, samengebracht in een school die gelieerd is aan het fantasy equivalent van het Vaticaan. Je begeleidt je studenten, geeft les, leert hen (en hun medestudenten) kennen, bouwt banden op en leidt ze in tactische turn-based veldslagen.

Naarmate de weken verstrijken bouw je door middel van verschillende activiteiten (zoals gedeelde maaltijden en het houden van theekransjes) banden op met je leerlingen, je collega’s en andere bewoners van de school. Zo volg je een heel schooljaar, waarna een tijdsprong van vijf jaar volgt. Als je je leerlingen terugziet, zijn de drie rijken in een bittere strijd verwikkeld. Studiegenoten vechten tegen studiegenoten, docenten tegen leerlingen, met regelmatig hartverscheurende gevolgen. Zo nu en dan had ik in ieder geval de wens om mijn leerlingen een knuffel te geven. Jammer genoeg was daar geen knop voor.

De aankleding van het spel, dat zo nu en dan mierzoet is, staat in schril contrast met het oorlogsdrama dat zich gedurende het spel ontvouwd. Dit contrast in combinatie met de Persona-achtige simulatie van sociale interactie en de X-Com-achtige veldslagen maakt dit spel tot een van mijn favorieten van dit jaar. Ik zie mezelf dit spel dan ook meerdere keren doorlopen, minstens één keer voor iedere klas.

Deze recensie, door Eddie A. van Dijk, is eerder verschenen in HSF (2019/3).

fireemblem.nintendo.com/three-houses/

Fedcon 2019 – Jan J. Scholte

FedCon 28 – Willkommen an Bord

Van 7 juni tot en met 10 juni mochten wij de FedCon bezoeken. De grootste hotelconventie op het Europese vaste land vond plaats in het Maritim Hotel te Bonn. Vier overwegend zonnige dagen die veel te snel voorbij zijn gegaan.
Tijdens deze editie van de FedCon waren er acteurs aanwezig uit Star Trek: Voyager, Star Trek: Discovery, The Expanse, Star Wars, Stargate SG1, Babylon 5, Andromeda, en Killjoys. Daarnaast de keus uit meer dan 40 diverse lezingen en workshops. Meer dan genoeg panels om bij te wonen, handtekeningen te krijgen, om op de foto te gaan met acteurs en cosplayers of om een praatje te maken met verschillende Duitse auteurs. Zalen met merchandise en zalen met tentoongestelde kunstwerken.
Voor mij persoonlijke hoogtepunten waren onder andere de panels met de Star Trek: Discovery acteurs, het panel met de Babylon 5 acteurs, de lezing ‘Telemetry from Spaceship Earth’ van ESA en de openings- en sluitingsceremonie. Het spontane gezamenlijke panel met Anson Mount (Captain Pike), Ethan Peck (Spock), Shazad Latif (Ash/Voq) en Wilson Cruz (Dr. Culber) liet zien dat de heren ook buiten hun werk om goed met elkaar op kunnen schieten. Het panel met Bruce Boxleitner (John Sheridan) en Mira Furlan (Delenn) was een nostalgische aangelegenheid. De lezingen van ESA zorgen voor volle zalen en terecht. Het zware onderwerp over de toekomst van de aarde en het mogelijke lot van haar bewoners werd gebracht met humor en een enthousiasme dat bleef boeien.
Het fijne aan deze conventie is dat de bezoekers, de organisatie en de gasten respect hebben voor elkaar en dit zorgt voor een familiare beleving.
Zo kom je Ethan Peck in het wild tegen.
‘Nice cosplay! You almost look like Ethan Peck.’
Ethan Peck kon het zichtbaar waarderen en er om lachen.
In de weinige vrije tijd tijdens de conventie hebben we de kans gehad om met een aantal cosplayers op de foto te gaan. De kostuums zijn over het algemeen goed gemaakt en de spelers leven zich uit in hun rol.
In 2020 is de FedCon van 29 mei tot en met 31 mei. Willkommen an Bord.

Promotiekansen voor auteurs op Dordtse Boekenmarkt

Op zondag 7 juli staan we met de boekenclub in Dordrecht voor de jaarlijkse Dordtse Boekenmarkt. Hier komen tienduizenden boekenliefhebbers op af!

We hebben als NCSF besloten een tweede tafel te huren naast de boekenclub. Hier bieden we zonder kosten een promotieplek voor genre auteurs. Bij voldoende belangstelling wordt dit een vaste mogelijkheid op volgende evenementen.

Interesse? Stuur gauw een mailtje naar het bestuur!

Eurocon 2018 – HSF (2019/1)

Wereldse SF in Frankrijk: Eurocon 2018 – Alice Jouanno

Een kleinschalige internationale ontmoeting van fans en schrijvers, overgoten met een prettig lokaal sausje. Dat was Eurocon 2018 in Amiens. Zoals de naam al zegt een Europese sciencefictionconventie, die voor het eerst plaatsvond in 1972. Afgelopen jaar vond de con voor de vierde keer plaats in Frankrijk, na edities in 1974, 1987 en 1990.

Het organiserende land wordt steeds toegewezen via stemming door de European Science Fiction Society. Een verschil met andere conventies is dat de Eurocon meestal is gekoppeld aan een lokaal evenement. Deze keer was dat niet anders. Naast het Eurocon-programma met internationale sprekers, waren er Franstalige activiteiten van de jaarlijkse Franse SF-con Nemo. Het is en blijft Frankrijk dus de helft van de programmaonderdelen was exclusief in het Frans. Een aantal sprekers werd met wisselend succes live door tolken vertaald: van Frans naar Engels, Engels naar Frans, Russisch naar Frans en vervolgens naar Engels. Bij een van de panels had dit tot hilarische gevolg dat er meer tolken dan sprekers achter de tafel zaten, waaronder een bijzondere tweetrapsraket door twee tolken voor Russische schrijver Svyatoslav Loginov. Maar dan heb je ook wat als je vier sprekers met zulke verschillende achtergronden en zonder gemeenschappelijke taal bij elkaar brengt in een discussie. Al het heen-en-weer vertalen had wel tot gevolg dat er ruimte was voor slechts een paar vragen. Ik heb de luxe om vloeiend Engels en Frans te spreken en te verstaan, dus voor mij was dit alles in de meeste gevallen veel minder hinderlijk dan voor de meerderheid van de congangers. Behalve toen de livevertaling te slecht voor woorden was, maar dat was een uitzondering.

Het conprogramma was drie van de vier dagen erg vol en werd meerdere malen per dag aangepast via niet altijd even duidelijke aankondigingen en notitiebriefjes. De betrouwbaarste bron waren de sprekers zelf, dat kan gelukkig gewoon bij zo’n kleine con met 415 deelnemers. Er waren veel gastsprekers, bijna te veel en vaak tegelijk. Daardoor vonden ook hele goeie sprekers soms een veel te lege zaal. Dit leverde uiteraard knusse gezellige lezingen op, waar je vertrok met het gevoel een goed gesprek te hebben gehad. Gelukkig was er in veel gevallen goede solidariteit tussen schrijvers en werden mensen vriendelijk aangemoedigd om zich van de ene naar de ander lezing te verplaatsen.

De locatie was prettig qua grootte en indeling, maar slecht geventileerd. Zeker vanaf de tweede dag toen vanwege het warme weer alle deuren permanent open bleven. Daardoor kreeg je geluidsoverlast vanuit de naastgelegen zalen. Op de laatste dag was het in sommige zalen niet meer te doen en hebben we stoelen naar buiten gesjouwd. Ook daar was het te warm maar we konden in ieder geval beter ademen, ondanks het voorbijrazende verkeer.

Amiens is een typisch Franse stad dus de meesten zullen hier wel een beeld bij hebben. Je kan er goed eten. ‘Chroma’, de lichtshow van de kathedraal (gratis elke avond in de zomer en in december) is zeer de moeite waard. Het huis van Jules Verne is leuk, maar niet ‘je-moet-hiervoor-echt-speciaal-naar-Amiens-toe’ indrukwekkend.

Zoals gewoonlijk op Eurocon waren er overdag meerdere fantafels waar toekomstige Euroconlocaties voorgesteld werden. Samen met Paul van Oven hebben we als NCSF-bestuursleden promotiemateriaal voor Eurocon 2024 in Rotterdam uitgedeeld, waar zeer enthousiast op is gereageerd.

Ook ’s avonds was er entertainment, van een bijzonder mooie surrealistische tentoonstelling over het dystopische theaterstuk ‘Encore Carthage’ van Jean-Luc Lagarce, tot het kijken van ‘2001 – A Space Odyssey’ in de bioscoop van de universiteit. Volgens gebruikelijke Franse traditie werd er vaak uitgebreid gezamenlijk gegeten.

De laatste dag was vreemd leeg in vergelijking met de eerste drie dagen. Er ging een en ander mis in de planning en veel sprekers moesten al naar het vliegveld, maar dit bood wel de mogelijkheid om vroeg te vertrekken als je de volgende dag weer op tijd aan het werk moest.

Een aantal programmaonderdelen bracht iedereen bij elkaar maar er heerste vaak wel het gevoel dat je langs elkaar heen met afzonderlijke events bezig was. Sommige mensen hebben elkaar in vier dagen niet gesproken. Er werd veel in groepjes gedaan. Gezellig, maar ik miste wel een beetje cohesie. Dit kwam grotendeels door de taalbarrière tussen alleen Franstaligen en bezoekers die juist geen woord Frans konden. De Franstaligen deden dappere pogingen tot toenadering, maar je kon wel merken dat Fransen over het algemeen niet de meest internationaal gerichte SF-fans zijn. Wat overigens het programma des te bijzonderder maakte. Dat er zoveel internationale sprekers waren was prettig voor zowel de Fransen als de niet-Franstaligen, zeker als het gaat om de meertalige sprekers. Zo gaf schrijver Yann-Cedric Agbodan-Aoli uit Ivoorkust twee keer een lezing over Afrofuturism: in het Frans en in het Engels. Zijn boeken zijn voorlopig nog alleen in het Frans beschikbaar maar zijn zeker een aanrader. Ik kon de mooie plot en strakke karakters van Nouvel Horizon zeer waarderen.

Ketty Stewart, Franstalige schrijfster van Noir sur Blanc -geen SF maar wel de moeite waard- was ook stralend aanwezig. In een panel vertelde ze nog nooit in Afrika te zijn geweest maar dat, doordat ze zwart is, zelfs professionele mensen aannemen dat ze in staat is om elk gesprek over Afrika in het algemeen en Afrikaanse literatuur in het bijzonder te leiden. Ze was onder andere redacteur van twee nummers van het Franse SF-magazine Galaxies, een over Afrikaanse SF en de ander over Afrika in SF.

Schrijver en onderzoeker Geoff Ryman gaf een lezing over de African Speculative Fiction Society waar hij veel mee samenwerkt. Een Engelstalig netwerk dat zeer actief is op Facebook (African Science Fiction and Fantasy reading group). Ik vond zijn opvatting over de con treffend: “It’s like being at a con twenty years ago in America, there are nearly exclusively books for sale and 90% of people are older white men and I say this as an older white man”.

Kawthar Ayed, docent aan de Tunis Universiteit, gaf een academische maar uiterst interessante lezing over fantastische literatuur in de Arabische wereld. “These stories have always been a part of us all”. Schrijfster Shweta Taneja nam ons uitgebreid mee in de bijzondere relatie tussen Indiase volksverhalen en fantasy en horror. Alle aanwezigen vertrokken met een nog langere te-lezen-lijst dan toen ze binnenkwamen. Ik verliet beide lezingen met een groter besef van de invloed van religieuze ontwikkelingen op imaginaire literatuur.

Algerijnse schrijver en vertaler Faycel Lahmeur had een lezing voorbereid waar maar drie mensen kwamen. Het werd een presentatie gevolgd door een van de leukste gesprekken die ik gedurende die vier dagen meegemaakt heb, met als aanknopingspunt ‘als ik nou met een Engelse titel in het programma had gestaan’.

De twee ‘grootste’ internationale gasten waren Ian Watson en Gillian Pollack. Bij de lezing van Ian Watson was een te kleine zaal ingepland. De zaal was bomvol. Het was alleen vol te houden doordat de lezing zo boeiend was. Gillian Pollack stond meerdere malen op het podium maar was het interessantste bij haar lezing over de middeleeuwen en SF. “These are not the middle ages you are looking for.”

Moussa Ould Ebnou kwam met interessante ideeën die hij ook nog eens goed kon uitleggen in zijn lezing, maar hij kon in de panels vernieuwende inzichten met moeite tot zich nemen. Dit gebrek aan connectie tussen schrijvers uit verschillende hoeken is natuurlijk een probleem van alle tijden en landen. Eurocon was een mooie poging om iets bij te dragen aan de verbreding van ieders denkraam. Ik wil geloven dat het bij de meeste gelukt is en dat ze in ieder geval aan het denken zijn gezet.

Er waren nog veel meer sprekers, zo veel dat je onmogelijk iedereen kon horen, ook als je alleen de Franstalige of alleen de Engelstalige programmaonderdelen mee wilde maken. Het was voor mij en andere meertaligen niet te doen om te kiezen. Maar ja, je gaat ook niet klagen dat je te veel con krijgt voor je geld.

Dit jaar kun je naar Eurocon tijdens TitanCon Belfast van 22 tot 24 augustus, het weekend na de WorldCon: http://www.titancon.com/2019. In 2020 kun je terecht in Rikan in Kroatië: https://futuricon.eu. In 2024 Eurocon in Nederland? Kijk op https://eurocon2024.ncsf.nl/.

Eerder verschenen in HSF (2019/1).

Quarantaine – Interview met Erik Betten – HSF (2019/1)

Erik Betten, schrijver van Quarantaine:

“Ik heb bewust geprobeerd niet te veel van mezelf in één specifiek karakter te leggen”

Fotograaf: Ineke Oostveen

Eerder dit jaar verscheen ‘Quarantaine’, de eerste roman van Erik Betten, bij Luitingh-Sijthoff. Naar aanleiding van zijn korte verhaal ‘Na de vloed’ waarmee hij de Harland Awards NCSF-premie won, hadden we in 2016 al een interview bij hem afgenomen (hier te lezen) maar het was nu natuurlijk weer tijd om hem vragen te stellen over zijn succesvolle debuutroman.

Quarantaine is het spannende debuut van Erik Betten. Een actuele thriller over een dodelijke bacterie – en een overheid die ondenkbare maatregelen neemt. Groningen, oktober. Een oeroude bacterie vindt via een gaswinningspunt haar weg naar de oppervlakte. In luttele dagen zwermen de halfdode, besmette slachtoffers wezenloos uit over Noord-Nederland. Bang voor verdere verspreiding besluit de overheid de provincies af te sluiten. Het Gronings-Friese Kamerlid Homme Olivier, die zich jarenlang heeft ingezet voor de lokale bevolking en haar problemen met de gaswinning, wordt naar voren geschoven als woordvoerder. Aan hem de taak om de kalmte te bewaren terwijl er naar een oplossing wordt gezocht. Maar als de overheid vervolgens het leger inzet om de vluchtelingen uit het gebied tegen te houden, lijkt Homme juist als zondebok te worden gebruikt. Als hij kort daarna een berichtje ontvangt dat zijn vrouw in het gebied blijft om te helpen, besluit Homme zijn taken in Den Haag achter te laten om haar te gaan zoeken. Met gevaar voor eigen leven trotseert hij het door de bacterie geteisterde noorden, op zoek naar iets wat misschien niet meer te redden valt…

Heb je persoonlijke ervaring met het leger?

“Nee, geen enkele. Wel heb ik wat militairen in mijn kennissenkring en eentje heeft het verhaal vooraf doorgelezen en tips gegeven. Daar was ik erg blij mee. Hij kon zich gelukkig best wat voorstellen bij de moeilijke keuzes die de militairen in mijn boek moeten maken.”

Waar komt je inspiratie vandaan?

“De inspiratie voor Quarantaine kwam uit een merkwaardig nieuwsbericht uit de VS over mensen bij een meer die bang waren voor de bacteriën die daar door fracking in terechtkwamen. De link met Groningen was zo gelegd en alles wat er verder in het boek gebeurt, raakt aan maatschappelijke kwesties die me bezighouden. Zo gaat het meestal, trouwens. Hoe bizar het verhaal ook wordt, het is bij mij uiteindelijk toch altijd een reflectie op onze huidige samenleving.”

Welk karakter ligt het dichtst bij jezelf en welke vond je juist moeilijk om overtuigend te schrijven?

“Ik heb bewust geprobeerd niet te veel van mezelf in één specifiek karakter te leggen. Ik deel natuurlijk wel veel met de hoofdpersoon Homme Olivier. Dat is ook een blanke man van in de veertig uit Noord-Nederland. En we zijn allebei nog met een verpleegkundige getrouwd ook. Maar er zijn ook karaktertrekken van Homme waarvan ik hoop dat ze bij mij niet zo sterk aanwezig zijn. Ik denk dat Homme me juist daarom ook het meeste moeite heeft gekost. Ik wilde er geen ijdele, opportunistische politicus van maken, maar ook geen held die in elke situatie zou doen wat ik persoonlijk de beste keuze zou vinden.”

In welke delen van de wereldbouw (politiek, medisch, media, militair, dorps) heb je je moeten verdiepen voor dit verhaal en welke komen rechtstreeks uit persoonlijke ervaring?

“Bij het meeste kon ik gelukkig putten uit eigen ervaring of waarneming. Dat leek me, zeker bij een debuut, ook het verstandigste. Write what you know. Ik ben jaren politiek verslaggever geweest dus dat hielp me wel bij het politieke deel. En veel van wat er in Hilversum gebeurt is een uitvergroting van wat ik in mijn jaren bij de NOS heb meegemaakt. Voor het specifiek bacteriologische deel heb ik me wel laten bijpraten en rondleiden door een microbioloog in het UMCG in Groningen. Als noorderling hoefde ik voor het uitzoeken van het decor van de actie in Friesland en Groningen verder niet heel veel extra moeite te doen.”

Sluit Quarantaine aan bij jouw verwachting van hoe Nederland zou omgaan met een crisis of zijn er elementen die je in je werk bewust genegeerd hebt?

“Het blijft een roman, dus het bedenken van een zo aantrekkelijk mogelijk plot heeft voorop gestaan. Maar ik denk dat een plot pas echt pakkend wordt als je erin kunt geloven, dus het heeft toch ook iets van een gedachte-experiment voor zo’n extreme situatie. Ik hoop wel dat we als gemeenschap tot een betere respons zouden kunnen komen dan ik heb beschreven in het boek. Maar ik durf daar niet op te rekenen.”

Ben je tevreden over je einde?

“Ik hoop maar dat je doelt op het slot van de roman en ja, volgens mij komen daar de verschillende verhaallijnen wel op een prettige, logische en toch verrassende manier samen.”

Was je schrijfproces voor dit boek anders dan voor je korte verhalen?

“Absoluut. Een kort verhaal heeft weliswaar een structuur, maar je kunt het je veroorloven om een eerste versie zonder plan te schrijven en het resultaat als een soort grondstof voor je uiteindelijke verhaal te gebruiken. Als je dat bij een roman doet, ben je wel erg met je krachten aan het smijten. Dus voordat ik de eerste versie van Quarantaine schreef, had ik een planning op hoofdstukniveau uitgewerkt. Daar ben ik wel wat van afgeweken als het verhaal erom vroeg, maar ik denk dat tachtig tot negentig procent van het boek nog te herkennen is in die eerste planning.”

Over welke hoofdstuk ben je het meest tevreden?

“Dat is lastig om te zeggen. Sommige hoofdstukken zijn me bijgebleven omdat ze relatief makkelijk tot stand kwamen, compleet met passende beeldspraak en dialogen. Daar zijn passages bij die ik met enige verwondering kan teruglezen, bijna alsof ze door een ander zijn geschreven. Bijvoorbeeld het hoofdstuk waarin de journaliste Karin Werkman met de nieuwe premier botst. Maar er zijn ook hoofdstukken die ik zo intensief heb geredigeerd, net zolang tot ik ze goed vond, dat ik daar juist een soort ambachtelijke tevredenheid bij voel. De actiescenes in het eerste deel van het boek horen daarbij.”

Je gebruikt voor de ‘zombies’ de omschrijving dodelingen, smoorders en mantelmensen. De eerste is duidelijk en de laatste uitgelegd. Hoe kom je bij smoorders?

“Typerend voor deze besmette gevallen is dat ze nog onbesmette mensen in een soort omarming vastklemmen, tot ze niet meer kunnen ademen. Vandaar.”

Wat heb je met blauwe overalls?

“Haha, geen idee. Ik ben me er niet van bewust dat ik zoveel blauwe overalls in mijn boek heb opgevoerd, maar blijkbaar zijn dat er meer dan gemiddeld.”

Wat vind je van het actuele Nederlandstalige aanbod aan fantastische boeken?

“Voor een echte liefhebber is er nooit genoeg, natuurlijk. Ik zou het geweldig vinden als er in Nederland of Vlaanderen een N.K. Jemisin opstaat om het genre op te schudden. Engelstalige schrijvers lees ik zelf in het Engels, maar ik krijg wel mee dat het hier steeds lastiger wordt om vertalingen van echt grote auteurs op een commerciële basis uit te blijven geven. Dat is een negatieve ontwikkeling, want je leert ook schrijven door veel te lezen. En daar heb je de beste voorbeelden bij nodig.”

Zien we de karakters in een volgend verhaal terug? Waar ben je momenteel mee bezig?

“De roman waar ik nu aan werk, is een thriller die zich afspeelt in het parallelle Nederland dat ook in Quarantaine voorkomt, maar dan iets eerder in de tijd. De hoofdpersonen zijn nieuw, maar ik sluit een cameo van bepaalde figuren uit Quarantaine niet uit.”

We kijken er naar uit!

Alice Jouanno, met medewerking van Luitingh-Sijthoff.