Ik weet niet waar ik meer van houd: boeken of strips. Als kind bracht ik in de bibliotheek al veel tijd door bij de kasten met strips en al snel begon ik de verhalen van Yoko Tsuno te verzamelen. Later ontdekte ik de wereld van de superheldenstrips. Ik was vooral fan van de X-men en Spider-Man. Maar uiteindelijk raakte ik daar een beetje op uitgekeken, vooral vanwege de voortdurende terugkeer naar de status quo na elke reeks. Ik ging me meer op de Europese strips richten, waar ik SF-pareltjes aantrof zoals de reeksen Carthago, Aquablue en Konvooi. Maar vrienden wezen me erop dat ik een wat beperkte visie had op de Amerikaanse strip. Bij onafhankelijke uitgevers zoals Darkhorse en Image verschenen SF-strips die wel afgeronde verhalen vertelden. Reeksen als Low, Prophet en Saga brachten me erg veel plezier.
Toch bleef al die tijd nog één terrein onontgonnen, namelijk dat van de ‘graphic novel’. Ook in die meer literaire vorm van het beeldverhaal, bleken SF-verhalen te verschijnen, in allerlei formaten en in allerlei tekenstijlen. Deze verhalen bleken echte verborgen juweeltjes, waar je nauwelijks mensen over hoort praten, maar die mij als SF-fan veel leesplezier bezorgden. Ze zitten ook vol fascinerende concepten en ideeën, die vaak op een menselijkere, meer persoonlijke manier worden uitgewerkt dan in de ‘mainstream’ stripverhalen. Al die andere strips lees ik natuurlijk ook nog steeds. Ik ben geen snob. Ik hou nog steeds van goede Europese strips en SF-strips van onafhankelijke Amerikaanse uitgevers en zelfs van superheldenverhalen (de Immortal Hulk-reeks van Al Ewing was bijvoorbeeld fantastisch). Maar die krijgen in SF-bladen en op YouTube-kanalen vanzelf al veel publiciteit. Volgens mij verdienen deze meer obscure strips het echter ook voor het voetlicht gebracht te worden. Bij dezen dus een paar tips voor ‘graphic novels’ met een SF-thema.
Titan (François Vigneault, Oni Press)
In een mijnkolonie op de Saturnusmaan Titan werken genetisch aangepaste reuzen onder toezicht van opzichters van de Aarde. De spanningen tussen de twee groepen stijgen. De nieuwe manager João da Silva komt er al snel achter dat het moeilijk zal worden de vrede te bewaren. Hij raakt bevriend met Titaan Phoebe Mackintosh, maar die heeft zo haar eigen geheimen.
Dit was oorspronkelijk een webcomic en dat is er ook wel aan te zien, want de tekeningen zijn best ruw, waarbij de karakters soms bijna op karikaturen lijken. Maar het is een rauwe omgeving met menselijke karakters, dus het past wel dat het niet allemaal zo mooi is. Het is bovendien geen verhaal voor kinderen. Dit verhaal bevat expliciet geweld en seks. Het draait uiteindelijk om kapitalisme en kolonialisme – dat er een aanbeveling van Cory Doctorow op de cover staat laat wel zien dat dit een politiek getint verhaal is. Toch was ik verrast door de wendingen in het verhaal. Dit is er zeker een die ik vaker ga lezen.
Far Arden en Crater XV (Kevin Cannon, Top Shelf Productions)
Far Arden begon omdat de tekenaar meedeed aan ’24 hour comic day’. Aan de eerste hoofdstukken zie je ook wel dat ze vlug getekend zijn. Ook later is de tekenstijl bedrieglijk simpel, met schetsmatig ingevulde achtergronden. Maar wat heb ik ervan genoten! Ten eerste omdat de boeken lekker zwaar aanvoelen. Ten tweede om de humor (met name geweldige onomatopeeën en onverwachte wendingen). Ten derde om het knap opgebouwde verhaal.
Army Shanks, een zeiler en avonturier, moet op zoek naar het legendarische ‘Far Arden’ dat zich binnen de poolcirkel zou bevinden. Is het SF? Het ligt op de grens, maar deze wereld is niet helemaal de onze en in Crater XV speelt ruimtevaart een belangrijke rol, dus ik reken het goed. Zoals in de beste SF draait het uiteindelijk om mensen en het slot van beide delen deelt een emotionele kaakslag uit. Je zou het niet verwachten bij een avonturenboek met zoveel humor, maar overmatige ambitie leidt meestal niet tot een voor iedereen even positieve afloop.
Satania (Vehlmann & Kerascoët, NBM Graphic Novels)
Dit is een van mijn persoonlijke favorieten. Ondertussen heb ik deze strip al twee keer gelezen, maar ik zal er vaker naar terugkeren. In de traditie van Jules Verne reist een gezelschap naar het binnenste van de aarde. Ze volgen een verdwenen onderzoeker die de theorie voorstond dat verhalen over duivelfiguren uit mythologie en religie terug te voeren zouden zijn op ondergronds overlevende Neanderthalers. De groep stuit op een heel ecosysteem hangend aan het plafond van een enorme grot boven een lavameer …
Ook hier zijn de karakters bijna kinderlijk eenvoudig getekend, met zwarte stippen als ogen, terwijl dit echt geen kinderverhaal is. De omgeving is bijna ziekelijk van kleur en wildgroei. In dit primordiale landschap komt de vraag centraal te staan wat beter is – leven als mens of als wilde? Fantastische fantasiedieren, avonturen in grotten en een einde dat uit de verhalen van Lovecraft afkomstig had kunnen zijn, alles komt samen in een geheel dat mijn verbeelding doet vonken. Een aanrader.
On A Sunbeam (Tillie Walden, First Second)
Met 534 pagina’s een flinke pil, deze ‘graphic novel’ van een jonge tekenaar. Gezien de kwaliteit van haar werk in dit boek, gaat er de komende decennia nog veel moois van haar verschijnen. Hier vertelt ze een heel persoonlijk verhaal in een ongebruikelijk space opera universum – een universum waar je geen mannen zult tegenkomen, maar daar wordt geen punt van gemaakt. Het gaat om twee meisjes die elkaar op school ontmoeten en verliefd op elkaar worden. Ze raken echter van elkaar gescheiden. Veel later vinden ze elkaar terug, maar of ze bij elkaar kunnen blijven? Dit verhaal over een queer romance wordt met veel gevoeligheid gebracht. Ondertussen ontdek je als lezer onder andere paleizen die in de ruimte zweven en ruimteschepen die er uitzien als vissen. De tekeningen zijn prachtig en het subtiele gebruik van kleur maakt je altijd meteen duidelijk op welk moment in de tijd je je bevindt. Geen grootschalige actie, al wordt het op het eind wel spannend, maar vooral herkenbare menselijke emoties. De moeite van het lezen waard.
Under-Earth (Chris Gooch, Top Shelf Productions)
Dit is ook al een pil, met 570 pagina’s, en ook weer een boek dat door het kleurgebruik duidelijk maakt in welke verhaallijn je je bevindt. Een heftig verhaal dat er geen doekjes om windt en dat het meest lijkt op dystopische boeken als 1984 of Fahrenheit 451. In deze niet zo mooie toekomstwereld dient een grot als gevangenis. Veroordeelden vormen daar een eigen maatschappij en daar gaat het niet altijd even eerlijk aan toe. Een timide man die moeite heeft zichzelf staande te houden in de gewelddadige omgeving, sluit vriendschap met een reus die eigenlijk niets liever wil dan lezen. Ondertussen zoeken twee vrouwen naar een manier om uit de gevangenis te ontsnappen. Maar daarvoor moeten ze binnendringen in de centrale toren van de bewakers …
Spannend, met ook hier weer veel aandacht voor de karakters, en een einde waarin de verschillende lijnen op een mooie manier bij elkaar komen. Omdat het zo grimmig is, is dit misschien niet een boek dat ik vaak zal herlezen, maar ik ben wel blij dat ik het in mijn collectie heb.
Universe! (Albert Monteys, Image)
Gezien de uitgever zou je verwachten dat dit een strip is die op de traditionele Amerikaanse manier is vormgegeven, maar dat is het dus niet. Ook deze strip verscheen oorspronkelijk online, in vijf delen. Deze delen staan allemaal op zichzelf, maar er zijn wel onderlinge verbanden aan te wijzen. De tekeningen doen Europees van stijl aan en zijn (anders dan sommige andere graphic novels) vrolijk gekleurd. De strip behandelt harde SF-concepten als tijdreizen, robots, buitenaards leven en zelf het begin van tijd en ruimte. Hierbij wordt gekozen voor een komische insteek, maar de speculatie is altijd interessant, vooral in een verhaal over een relatie tussen een echtpaar, van wie de vrouw iets sneller door de tijd beweegt dan de man. Ik moest er regelmatig bij grinniken, ook omdat de draak wordt gestoken met mensen die wetenschap vooral gebruiken om geld te verdienen. Wie houdt van grote ideeën, maar het niet erg vindt als daar een humoristische draai aan wordt gegeven, zal aan dit boek veel plezier kunnen beleven.
Black Star (Eric Anthony Glover & Arielle Jovellanos, Abrams Comicarts Megascope)
Waren de eerdere ‘graphic novels’ in dit artikel duidelijk strips voor volwassenen, deze kun je als ‘Young Adult’ kwalificeren. Dit is een spannend SF-verhaal vol actie en avontuur – precies waar ik van houd. Een ruimteschip stort neer op een gevaarlijke planeet. De shuttle is losgeraakt en komt een stuk verder neer. Harper North gaat onderweg. Ze blijkt echter niet de enige overlevende te zijn en de shuttle biedt slechts plaats aan één inzittende … Overstromingen, bosbranden en vulkaanuitbarstingen zijn maar een paar van de barrières op het pad van Harper North. En dan staat ze ook nog via het scherm op haar arm in verbinding met haar tegenstander, die een geheim van haar kent dat ze liever niet onder ogen wil zien. Weinig dialogen, veel tekeningen, dus deze las ik relatief snel. Misschien relatief weinig diepgang, maar ik genoot wel van het avontuur. En het verhaal laat zien dat mensen om te overleven in staat zijn om tot het uiterste te gaan.
The History of Science Fiction (Xavier Dollo & Djibril Morissette-Phan)
Strips hoeven geen fictieve verhalen te vertellen – er zijn ook talloze ‘graphic novels’ in het non-fictie genre. Zelfs eentje over de geschiedenis van de SF – ons geliefde genre. Twee robots die vliegen in een X-wing, betreden een landhuis en ontdekken daar artefacten uit de SF-geschiedenis. Deze raamvertelling neemt weinig plek in, want vooral komen schrijvers en vertellers tot leven om met elkaar in gesprek te gaan, worden belangrijke SF-verhalen in stripvorm naverteld en samengevat en krijgt de lezer talloze tips voor boeken, strips en films in het genre.
Meer aandacht voor moderne ontwikkelingen in de SF, zoals de opkomst van vrouwelijke schrijvers en schrijvers van andere afkomsten, zou prettig zijn geweest. Bovendien kende ik veel van de informatie al omdat ik me al eerder ook heb verdiept in de geschiedenis van de SF. Maar het is altijd leuk het nog eens in een andere vorm tot me te nemen. Wat in elk geval blijkt, is hoe rijk de geschiedenis van het genre is en hoe het altijd probeert ontwikkelingen in maatschappij en wetenschap onder de loep te leggen. Voor wie nog weinig weet van de geschiedenis van de SF als genre is dit een mooi startpunt, dat uitnodigt tot verdere verkenningen!
Dit artikel, door Johan Klein Haneveld, is eerder verschenen in HSF (2022/3).