SOS Fabelwezens – Esther van Lieshout

SOS

SOS Fabelwezens – Esther van Lieshout (JFA)

Hex & Co. 1

Uitgeverij Lannoo nv/Ketnet  (2017)

343 pagina’s; prijs 14,99

Omslag:  Studio Lannoo, Mieke Verloigne/Marieke Nelissen

Illustraties: Marieke Nelissen

 

Eerst maar eens gekeken of Esther van Lieshout al een bekende was in het Fantastieke. En dat was natuurlijk zo. Hoe had ik het kunnen vergeten? Tot zover zijn in onze fantastische database een drietal titels van haar opgenomen, maar als je dan nog even verder googled dan zie je dat er nog meer zijn. Temeer een bewijs dat we nog lang niet compleet zijn.

Hoe dan ook… Esther is thuis in het fantastische. Dat blijkt niet alleen uit de titels die ze tot nu toe het licht heeft laten zien, maar ook als je ‘SOS Fabelwezens’ leest. Daar had ik dus helemaal geen onderzoek naar hoeven te doen.

Met de reeksnaam Hex en Co., lijkt het erop dat we van Esther van Lieshout nog meer leuks mogen verwachten in toekomst. Want dat was het: Leuk!

Waar gaat het over. De tienjarige Kat heeft een vader die fantasy verhalen schrijft, gewoon nog op een typemachine. Ze heeft ook een oudoom: Alastar Penroos, de oom van haar overleden moeder. Of liever… ze had een oudoom. Want oom Alastar is onverwacht overleden. Vorige nacht droomde Kat dat haar arm werd vastgepakt en dat lange nagels diepe, brandende lijnen in het vlees trokken. Toen ze nat van het zweet wakker werd, deed haar arm pijn en een kort onderzoek maakte duidelijk dat er een teken op haar arm was verschenen. Een teken met zwarte lijnen in de vorm van een oog. Vanaf dat moment ziet Kat fabelwezens. De postbode, mijnheer Draver, die de brief van de notaris bracht met de mededeling dat oom Alastar overleden was, was opeens een centaur. In de supermarkt vraagt een elf of ze een stukje kaas lust. Niemand ziet deze wezens, alleen Kat. De anderen zien gewone alledaagse mensen.

In de brief van de notaris, die gericht is aan Kat, staat dat Kat de enige erfgename van oom Alastar is en dat hij het landhuis Woestballing en verder al zijn bezittingen aan haar nagelaten heeft. Het is het begin van het avontuur van Kat en haar vriendin. Eenmaal in Woestballing aangekomen (waar ze samen met haar vader gaat wonen) ontdekt Kat dat ze een Hex is: iemand die fabelwezens kan zien. Het landhuis Woestballing is een mooi huis met zeven personeelsleden. De nachtwaker is een vampier, de tuinman een faun, de klusjesman een dwerg en ga zo maar door. In de stallen staan twee eenhoorns en de huisonderwijzer heet Niemand en is een spook. De fabelwezens hebben de gave van vermompeling. Dat wil zeggen dat ze er voor de buitenwereld uit zien alsof ze normale mensen zijn. Het landhuis Woestballing herbergt ook het BOF, de Bewakings- en Opsporingsdienst Fabelwezens, die tot doel heeft dat wat verborgen is te beschermen en te bewaken. Kat wordt meteen lid van het BOF gemaakt en als er dan drie elfen op geheimzinnige wijze worden ontvoerd, gaat de BOF op onderzoek uit.

Een leuk verhaal voor kinderen van ongeveer 10 jaar en het is duidelijk nog niet uitverteld. Helaas zullen we nog even op het vervolg moeten wachten. Volgens een interview met Esther van Lieshout is ze druk bezig met het tweede deel. Verder is er weinig nieuws meer te vinden. We zullen het moeten afwachten.

Jos Lexmond

Thomas en de veer van de griffioen – Cornelia Funke

Funke

Thomas en de veer van de griffioen – Cornelia Funke (JFA)

Thomas 2

Em. Querido’s Kinderboeken Uitgeverij, Amsterdam-Antwerpen  (2017)

376 pagina’s; prijs 19,99

Oorspr.: Die Feder eines Greifs  (Cecile Dressler Verlag, Hamburg – 2016)

Vertaling: Esther Ottens

Omslag: Marry van Baar/Martijn van der Linden

Illustraties: Cornelia Funke

 

Ik werd verliefd op Cornelia Funke, nou ja… op haar verhalen dan natuurlijk, door ‘Thomas en de laatste draken’, uit 1997 alweer (in vertaling uit 2004). Dat is toch al 20 jaar geleden. Dat het zo lang moest duren voordat er een vervolg kwam. Waar zou dat aan liggen? Waarschijnlijk was er meer dan genoeg te doen in de tussentijd. De wilde kippenclub reeks, De Inkthart trilogie, De Reckless reeks, De Spokenjagers, om zo maar eens wat in willekeurige volgorde te noemen. Ik hoef niet alles van haar te lezen. De wilde kippen club, dat spreekt me niet echt aan. Daarentegen zal ik me misschien best nog wel eens bezig gaan houden met De Spokenjagers en de rest heb ik wel zo’n beetje gelezen en meestal genoten. Vooral dat laatste.

‘Thomas en de laatste draken’ was, zoals gezegd, het eerste boek dat ik van haar las. Ik moet eerlijk zeggen dat waar het precies over ging in de grijze mist van de tijd en de vele boeken daarna zijn verdwenen, maar het gevoel dat het een fijn verhaal was is dus wel een jaar of dertien blijven hangen.

Dus ik greep mijn kans toen ik zag dat ‘Thomas en de veer van de griffioen’ zou gaan verschijnen en bestelde het meteen als recensie exemplaar. De vreugde was groot toen het op de mat viel en heb het vrijwel meteen ter hand genomen toen mijn vorige boek uit was.

In eerste instantie werd ik teleurgesteld. Je hoopt dat het gevoel uit ‘Thomas en de laatste draken’, dat je dertien jaar geleden koesterde, meteen terug zou keren. Niet dus. Er deden heel veel nieuwe figuren in mee en ik kon in eerste instantie er niet aan wennen, Ik was geregeld de weg kwijt van wie, wie ook al weer was. Maar al redelijk snel was dat over en al snel raakte ik weer in het verhaal en begon me opnieuw thuis te voelen in de wereld van Thomas en leerde zijn nieuwe vrienden kennen.

Thomas woont in onze wereld, maar op een afgelegen plekje. Op die afgelegen plekjes blijken nog steeds mythische wezens wonen. Kabouters, trollen, draken, Odinsdwergen, Egelmannetjes en noem ze maar op. Allemaal leven ze nog in onze wereld, maar vinden doe je ze niet. Thomas Wezenwijs, een wees, was liefdevol opgenomen door Barnabas en Vita Wezenwijs. Thomas had nu zelfs een zus, Jennifer. De familie Wezenwijs waren beschermers van fabelwezens en Thomas nu dus ook.

Om te voorkomen dat de gevleugelde paarden uit zullen sterven gaat Thomas, samen met zijn vrienden op zoek naar de zonneveer van een griffioen. Alleen daarmee kunnen ze de laatste drie pegasus-eieren op aarde uit laten komen. Maar griffioenen zijn zeldzaam en niet te vergeten… boosaardig. Thomas en zijn vrienden hebben slechts tien dagen de tijd om een zonneveer te bemachtigen voordat de pegasus-eieren te klein worden voor de veulens. Haast is geboden.

Cornelia Funke heeft me opnieuw verliefd laten worden. Thomas zelf was fysiek niet veel ouder geworden, maar had wel een evolutie van twintig jaar doorgemaakt. Van mij hoeft Funke niet weer 20 jaar te wachten met een nieuw verhaal van Thomas. Ik ben er al klaar voor. Maar ze is blijkbaar nog even druk met het vierde deel van Reckless en ook met een vierde deel in de Inkt reeks, waarvan ik dacht dat dat een afgesloten trilogie was. Cornelia blijft me verrassen. En… haar illustraties… die mogen er ook zijn.

Jos Lexmond

De Twaalf Koningen van Sharakhai – Bradley P. Beaulieu

9789024575039

De Twaalf Koningen van Sharakhai – Bradley P. Beaulieu (FA)

Het Lied van het Gebroken Zand, eerste boek

Uitgeverij Luitingh-Sijthoff  B.V., Amsterdam (2017)

607 pagina’s; prijs 24,99

Oorspr.: Twelve Kings in Sharakhai (2015)

Vertaling: Richard Heufkens

Omslag: DPS/Davy van der Elsken/Marc Simonetti

Hoofdstukillustraties/Kaarten: Adam Paquette/Maxime Plasse

 

Dit boek kwam met een sticker erop. Nou heb ik een gruwelijke hekel aan stickers en het eerste wat ik altijd doe is het ding eraf pulleken. Als je dan van die stickers hebt die zich er gemakkelijk af laten halen, dan heb ik nog zoiets van: nou ja… vooruit, maar er zijn er ook bij, vooral als ze er wat langer op zitten, die er dan in stukjes en beetjes afgaan en waarbij lijmresten achterblijven. Daar word ik hels van. Dan kan je weer met stickerreiniger in de weer en daar wordt je boek over het algemeen ook niet beter van.

Hetzelfde heb ik trouwens met stempels. Die vind ik ook een boekverminkend effect hebben. Sommige uitgeverijen hebben het zich op hun fatsoen getrokken na de scherpe (en voor mij hilarische) recensie over de stempels (van Paul van Leeuwenkamp) en deden eerst geen stempels meer, maar nu zijn de stempels weer terug, maar dan subtiel op de onderkant en/of op de titelpagina (net als bij dit boek). Daar heb ik nog niet zoveel moeite mee.

Maar goed… ik had het over stickers. Deze kwam er gemakkelijk af. Gelukkig maar. Op de sticker stond een tekstje dat me intrigeerde: Adembenemend. Robin Hobb. Over dat soort kreten begin ik meteen na te denken. Irritant! Zou Robin Hobb dit boek gelezen hebben? Zou ze überhaupt wel boeken van andere schrijvers lezen? Zou ze daar wel zin in hebben, of tijd voor hebben? En… zou ze, als ze het zou lezen, het dan ‘Adembenemend’ vinden? Allemaal vragen waar je niets aan hebt, omdat je er toch geen antwoord krijgt. Of toch? Als je op Fantastic Fiction bij de aanbevolen boeken van Robin Hobb kijkt, staat er dat ze een verhalenbundel aanprijst die zojuist in het Engels verschenen is en die zich afspeelt in de wereld van ‘Het lied van het Gebroken Zand’. Verdomd… nu dus eens geen loze kreet. Verrassend!

En meer nog… Robin Hobb heeft ten dele gelijk. Dit eerste boek is niet direct adembenemend, maar wel boeiend. Nu maar hopen dat dit boeiende zich voortzet en niet verzand (letterlijk en figuurlijk) in een oneindige reeks. Er zijn tenslotte twaalf koningen. In 2018 komt in het Engelse taalgebied het derde (en laatste?) deel in de reeks uit. Je mag toch wel zeggen dat het verhaal traag verteld wordt. Het taalgebruik is wel mooi, daar niet van, maar ietsie minder mooi taalgebruik en wat meer actie zou het verhaal wel ten goede komen. Zo te zien is er meer mooie taal op komst. Er zijn al een verhalenbundel en al drie novelles in het Engels verschenen, dus Beaulieu voelt zich blijkbaar thuis in deze wereld. We zullen zien waarheen we zullen (zand)varen.

Waar gaat het over? Çeda (haar volledige voornaam is Çedamihn) is een kuilvechtster en woont in de sloppenwijken van de woestijnstad Sharakhai. Sharakhai is het middelpunt van de handel en cultuur dat al eeuwenlang geregeerd wordt door twaalf koningen. Çeda is welhaast onverslaanbaar in de kuilen en haar enige drijfveer is wraak op de koningen van Sharakhai voor de moord op haar moeder.

Sharakhai kan je wel een stad uit Duizend en één Nacht te noemen. Exotisch, Arabisch aandoend, haven van zandschepen.

Met een lichte twijfel in de stem kan ik wel zeggen dat ‘De Twaalf Koningin van Sharakhai’ zeer genietbaar was. Ondanks dat het verhaal niet echt veel vaart had, boeide het wel en ik ben toch benieuwd naar het volgende deel.

Jos Lexmond

Het NCSF geeft waar voor je geld

wowa-front-2016editie-ez-768x1010

Edge Zero wordt fysiek in twee edities uitgegeven; als paperback en als speciale editie WonderWaan, het verhalentijdschrift van het Nederlands Contactcentrum voor Science Fiction. Als lid van het NCSF krijg je een boek ter waarde van 13,90 er gratis bij. Dat sluit aan bij de aard van zowel het NCSF als het Edge Zero-initiatief, dat de beste sciencefiction-, fantasy- en horrorverhalen uit een jaar bundelt en ze een zo groot mogelijke verspreiding te geven.

Keek de sciencefictionspecial van het literaire tijdschrift Tirade vanuit de grote literaire wereld naar de mogelijkheden van sciencefiction, Edge Zero kijkt vanuit de incrowd, de kleine wereld van fans, schrijvers, en gespecialiseerde tijdschriften en uitgevers van de fantastische genres naar de grote buitenwereld. Door de beste genreverhalen van een jaar te bundelen probeert men zich voor liefhebber en buitenstaander te presenteren als een interessant genre dat het lezen waard is. Alle Nederlandstalige genreverhalen die in een bepaald jaar zijn gepubliceerd of zijn ingezonden voor een van de verhalenwedstrijden, kunnen worden ingezonden.

Edge Zero wortelt in het genre en probeert het draagvlak daarin zo groot mogelijk te maken, niet alleen door de samenwerking met WonderWaan. Er is een brede jury van lezers, schrijvers en uitgevers die de ingezonden verhalen beoordelen. De editie van 2016 vermeldt waar het geselecteerde verhaal oorspronkelijk werd gepubliceerd of voor werd ingezonden, waarmee het niet alleen de selectie transparant wordt, maar ook een stimulerende wisselwerking tot stand wordt gebracht. Ook wordt er gestimuleerd door de auteurs wat voor hun werk te betalen. De uiteindelijke (WonderWaan)uitgave is kleurrijk ingepakt door grafisch kunstenaar Tais Teng, en het bevat informatieve reklame’s voor eerder werk van de opgenomen auteurs, voor de gespecialiseerde tijdschriften en uitgeverijen. En na de publicatie kunnen de lezers ook nog voor hun top drie stemmen.

Edge Zero is dus een geweldig initiatief.

Jonge plantjes moet je verzorgen en beschutten, zodat ze kunnen uitgroeien tot die prachtige struik of die indrukwekkende boom. Je moet er niet meteen eisen dat hij schaduw geeft, ofwel, je moet niet doen alsof het géén jong plantje is, alsof het al die hoge boom is, die van ver de aandacht trekt. Zo is het ook met Edge Zero 2016. Dat besef begon toen ik bij het lezen van de verhalen een paar keer vooruit ging bladeren om te kijken hoe lang het nog door ging. Je verwacht toch dat de beste verhalen je weten te boeien, maar dat blijkt niet altijd het geval. En dan kijk en denk je verder. Een kwestie van smaak? Nee, niet in eerste instantie. Als het een goed geschreven verhaal is, is mijn smaak breed genoeg om het te waarderen, ben ik zelfs in staat om over de grenzen van mijn eigen smaak heen te stappen.

Formuleren is moeilijk, vooral als het wervend kort en krachtig moet zijn. Maar je mag toch wel wat verwachten van de presentatie van de beste verhalen… Eh? De voorkant belooft: “De beste Nederlandse genreverhalen uit 2016”. Maar de achterflap stelt dat dat niet waar is. Het zijn niet de beste verhalen, zelfs niet de beste Nederlandse verhalen, het zijn “twintig fanstastische verhalen uit 2016 van de beste Nederlandse en Vlaamse Science-Fiction-, Fantasy- Horrorschrijvers…” Beste verhalen of beste schrijvers? En Thomas Olde Heuvelt, Martijn Adelmund, Jürgen Snoeren, Adrian Stone, Anthonie Holslag, die behoren dus blijkbaar niet tot onze beste schrijvers…

De beste verhalen? Ik hoop dat het niet zo is, want anders wordt mijn vooruitbladeren wel erg pijnlijk. Gelukkig ondersteunen de cijfers mijn hoop. Zo zijn van de Harland Awards 2016 de verhalen opgenomen die op de 27ste, 36ste en 44ste plaats zijn geëindigd. Natuurlijk wil zo’n uitslag niet alles zeggen, maar dat van de eerste 45 verhalen alleen deze drie tot het beste in het Nederlandse taalgebied hoorden en de andere 42 niet, dat geloof ik niet. De andere twee verhalenwedstrijden, Fantastels en Trek Sagae, bieden met respectievelijk een 2de en een 1ste plaats een iets positiever beeld, maar ook daar ontbreken nogal wat verhalen uit de toptien.

Ik zie de reacties op deze bespreking al voor me: is die Van Leeuwenkamp weer aan het zeiken over onbelangrijke details, zo help je het genre niet vooruit, laat hem eens wat positiever zijn! Maar Edge Zero presenteert zich als het beste wat het genre te bieden heeft, en ik denk dat, als we willen dat dit plantje uitgroeit tot die indrukwekkende boom, we daar iets voorzichtiger en iets zorgvuldiger mee om moeten gaan.

En om positief juichend af te sluiten: ik vind dat iedereen, op z’n minst de liefhebbers van het genre, een exemplaar moet aanschaffen, de verhalen moet lezen en op z’n top drie moeten stemmen, want tien van de twintig verhalen zouden wel eens tot de beste genreverhalen uit 2016 kunnen horen en het is nog best moeilijk om een topdrie te bepalen. Ook daar zal het plantje van groeien.

(Paul van Leeuwenkamp)

Dat gebeurt hier niet – Sinclair Lewis

Dat gebeurt hier niet – Sinclair Lewis
Lebowski Publishers, 2017
Oorspronkelijke titel: It Can’t Happen Here, 1935
446 pagina’s; prijs 24,99 euro
Vertaling: Irene Paridaans, Joost Pollmann en Jan Willem Reitsma
Omslagontwerp: Bart Heideman
Typografie: Crius Group, Hulshout

Toekomstverhaal van een Nobelprijswinnaar

In 1930, vijf jaar voor hij Dat gebeurt hier niet publiceerde, kreeg Lewis als eerste Amerikaan de Nobelprijs voor de literatuur. Lewis zou je kunnen bestempelen als een utopisch socialist, net zoals de organisatie Helicon House Colony waarvoor hij ging werken toen hij in 1908 met zijn studie stopte. Een satiricus die veel opzichten van de Amerikaanse maatschappij hekelde en van wie een aantal boeken aanvankelijk verboden werd. Een kritische denker die net als andere kritische denkers in die periode als Karel Capek en H.G. Wells in de sciencefiction een middel zagen om bepaalde ontwikkelingen in de maatschappij aan de orde stellen. Lewis gebruikt hierbij niet de technische, maar de sociale variant van het toekomstverhaal, zoals Aldous Huxley en George Orwell dat later zouden doen.
Lebowski Publishers heeft het afgelopen jaar de prijzenswaardige moed om vaak al vergeten klassiekers uit het grensgebied van literatuur en sciencefiction, literaire sciencefiction, in vertaling te brengen. De ronkende teksten waarmee ze de aandacht trekken, zijn niet altijd feitelijk waar, maar de uitgaven verdienen die aandacht wel. Bij Dat gebeurt hier niet lijkt mij de aanduiding op de cover, “Een dystopische fantasie uit de jaren ’30 die vandaag de dag leest als een analogie voor Trumps Amerika”, niet helemaal juist, al is het een citaat uit The New York Times. De tekst van Lebowski zelf, uit de flyer bij het boek, vind ik juister: “Dat gebeurt hier niet is een roman uit 1935 over een Trump-achtig personage (gebaseerd op de toenmalige – en vermoorde – politicus Huey Long) en wordt door de huidige situatie in Amerika herontdekt als profetische roman…” Maar dat is het natuurlijk niet, een profetische roman.
Dat gebeurt hier niet is op de eerste plaats een historische roman. Een roman uit de jaren dertig van de vorige eeuw over de opkomst van Hitler en Mussolini, en de angst dat hetzelfde proces zich ook in de VS zal voltrekken; een onderzoek hoe dt in de toenmalige wereld zou kunnen gaan en zou worden ervaren. Het heeft alle kenmerken van de romans uit die tijd; de rust en de degelijkheiud waarmee het verhaal wordt verteld, de sociale en technische wereld van die tijd.
Toekomstverhalen worden altijd door de werkelijkheid achterhaald en wanneer dat verhaal teveel leunt op het idee, de specifieke ontwikkeling, dan is het vaak niet meer echt leesbaar. Het betere werk, waartoe Dat gebeurt hier niet behoort, hebben dat euvel niet, omdat de personages echt en herkenbaar blijven en hun lotgevallen de lezer nog steeds aanspreken.
Dit is geen boek over Trump of Poetin of Wilders, geen boek over onze huidige wereld. De vraag die het oproept – kan de opkomst van het populisme worden vergeleken met de opkomst van het fascisme en kan zoiets ook nu weer gebeuren? – wordt alleen geraakt door de hedendaagse lezer, die zelf zijn vragen en antwoorden zal moeten bedenken. Het is wel een boek dat het verdient opnieuw uitgebracht te worden, omdat het nog steeds leesbaar is, en omdat het toont dat het toekomstverhaal op alle literaire niveaus bruikbaar is.
(Paul van Leeuwenkamp)

Ras – Johan Leys

Ras  – Johan Leys (SF)

Beefcake Publishing (2016)

375 pagina’s; prijs 14,99

Omslag: Rina Rubens

Heeft u al eens van Johan Leys gehoord? Nee…? Voordat ik ‘Ras’ las, ik ook niet. En dat is toch wel zonde, want Johan Leys heeft potentie. En hij heeft al eerder een boek gepubliceerd, iets wat totaal aan mijn aandacht ontsnapt is. ‘Enkeling’ verscheen al in 2011 (dong  mee naar de Debuutprijs) en als je de beschrijving leest is ‘Enkeling’ zowel een prequel als een sequel van ‘Ras’. Ik moet zeggen dat ik dat knap vind. Hoewel ik wel een beetje een idee heb (na het lezen van ‘Ras’) hoe dat zou kunnen, ben ik toch meer dan benieuwd hoe dat dan in elkaar zit en hoe Johan dat dan vormgegeven heeft. Ik denk dat ik maar eens op zoek ga naar ‘Enkeling’, want deze Johan Leys heeft me wel weten te boeien.

Johan Leys is een Vlaming afkomstig uit Maaseik. Hij is momenteel 38 en studeerde moraalwetenschappen en vergelijkende cultuurwetenschap aan de Universiteit van Gent.

Ik mag wel zeggen dat ik ‘Enkeling’ niet gemist heb. Dat is misschien wel het voordeel van een boek dat zowel een prequel als een sequel is. Voordat ik met ‘Ras’ begon wist ik niets van een voorganger en las het boek onbekommerd en onbevooroordeeld. Iets wat wel prettig is. Als je van tevoren al weet dat een boek een vervolg is dat je niet gelezen hebt, staat het me bij voorbaat tegen en wil ik eigenlijk toch eerst het eerste deel lezen. Maar dat had ik hier dus niet en dat was wel zo prettig.

Het gegeven in ‘Ras’ is op zich niet ontzettend origineel. Er zijn meer boeken en verhalen die over de volgende stappen in de evolutie van de mensheid verhalen. Lees er ‘Eerste en Laatste Mensen’ van Olaf Stapledon (geweldig boek) er bijvoorbeeld maar eens op na. Er zijn er meer, maar vandaag willen die me niet te binnen schieten. De geschiedenis van ‘Ras’ begint in 2035 als de doden het internet over nemen. In de dagen daarna gaat de wereld ten onder aan een totale vernietigingsoorlog. De elite van de Westelijke wordt in veiligheid gebracht in een ondergrondse stad, waar topfunctionarissen en wetenschappers een maatschappij beginnen te vormen naar een eugenetisch ideaal. Vijf eeuwen later luistert Paulien Holmwood een gesprek af tussen twee bedrijfsfunctionarissen. Haar maatschappij blijkt te zijn gebaseerd op leugens, manipulatie en propaganda. Waarom worden de ouderen en zieken gedood? Wie is de selecte groep die aan de touwtjes trekt en de dans lijkt te ontspringen. Paulien bijt zich erin vast en is vastbesloten het mysterie te ontsluieren en de doden te wreken. Daarnaast maakt de mensheid zich op om zich in de ruimte verspreiden en het heelal te koloniseren.

Zoals gezegd was het gegeven niet bijzonder origineel, maar het was met verve uitgewerkt en het las als een trein. Het was bij tijde moeilijk het boek weg te leggen en naar bed te gaan, zodat ik meerdere malen tot in de kleine uurtjes bezig was. Een enkele keer ben ik op de bank in slaap gevallen. Niet omdat het niet boeiend was, maar omdat gewoonweg mijn ogen dichtvielen.

Is er dan niets mis? Jawel… er was wel wat mis. Johan heeft moeite met zijn darlings te killen. Een aantal malen komen Belgische biertjes voorbij. Niet dat daar iets mis mee is, maar je kunt je afvragen of die er over 500 jaar nog zullen zijn. Westmalle tripel bijvoorbeeld… of Sint Bernadus… zal dat er nog zijn in het jaar 2500? Bovendien gebruikt hij her en der nogal moeilijke woorden, waardoor je eigenlijk gedwongen bent ze op te zoeken, wat ik gedaan heb met ‘emaneerde’ (zie pagina 160). Je had ook ‘uitvloeide’ kunnen gebruiken, dan had ik het niet op hoeven zoeken. En dan de onderbroekenlol… ook niet meer doen. Het schaadt het verhaal meer dan je denkt. Maar verder… gewoon lezen en daarna ‘Enkeling’ eens doornemen. Of die laatste eerst en de eerste laatst. Wat je maar wilt. Ik ben al benieuwd naar nieuw werk van Johan Leys.

Jos Lexmond

Margaret Atwood wint de PEN Pinter Prize 2016

Margaret Atwood (geboren in Ottawa, Canada op 18 november 1939) zal op donderdag 13 oktober in de British Library de PEN Pinter Price 2016 uitgereikt krijgen. Atwood, bij SF-liefhebbers waarschijnlijk bekend van onder andere ‘Het verhaal van de dienstmaagd’ en de ‘MaddAddam’-trilogie, heeft al eerder de Arthur C. Clarke Award gewonnen, hoewel dat al een tijd geleden was (te weten in 1987).

De jury van de PEN Pinter Price prees de schrijfster als iemand die een ‘consequent voorstander van de politieke zaken’ is en schreef dat zij door het in haar werk opkomen voor het milieu en de mensenrechten ze een ‘zeer belangrijk figuur in termen van de principes van de PEN en Harold Pinter’ is.

De PEN Pinter Prize werd opgericht in 2009 door liefdadigheidsinstelling van de wereldwijde vereniging van schrijvers en de vrijheid van meningsuiting ‘English PEN’ ter nagedachtenis van Nobel-laureaat toneelschrijver Harold Pinter. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een schrijver die, in de woorden van Harold Pinter een ‘onverschrokken, onwankelbare blik op de wereld’ werpt en een ‘felle, intellectuele vastberadenheid… om de echte waarheid van ons leven en onze samenlevingen te bepalen’ toont.

De prijs wordt uitgereikt op 13 oktober in de British Library.

Mythopoeic Awards 2016

De Mythopoeic Society maakte op 7 augustus, tijdens Mythcon 47, de winnaars bekend van de Mythopoeic Award 2016. De winnaars zijn onder andere:

Mythopoeic Fantasy Award for Adult Literature: Uprooted, Naomi Novik

Mythopoeic Fantasy Award for Children’s Literature: Castle Hangnail, Ursula Vernon

Zie voor de verdere winnaars en nadere informatie:

http://www.mythsoc.org/news/news-2016-08-07.htm

21 juni 2016: RIP Henk Hofland

Op 21 juni 2016 is Henk J.A. Hofland op 88-jarige leeftijd in zijn slaap overleden in zijn huis in Amsterdam. Hofland, bekend als journalist, columnist, essayist en schrijver, leed al tijden aan hartproblemen.

In 2011 ontving hij de P.C. Hooftprijs. Buiten zijn ‘normale’ publicaties heeft hij ook een aantal SF-verhalen gepubliceerd. Onder het pseudoniem K. van Hippel publiceerde hij in 1965 de bundel ‘Nederland, een eigen bom’ met daarin een paar futuristische verhalen. Het SF-verhaal ‘Het kale, grijze tuig’ verscheen, onder zijn eigen naam, in 1982 in de bundel ‘In het jaar 2000’.