Aytons erfenis – Vrede van Gaul 1 – Ton den Dekker
Shop My Book.com – 1999
439 pagina’s; prijs 21,45 euro
Omslag: Bruce Rolff
Fascinerende middenmoter
Het is altijd fascinerend dat iemand geheel buiten de sciencefictionwereld van fans, verhalenwedstrijden en uitgevers om een groot verhaal neerschrijft en dat in boekvorm de wereld aanbiedt. Iemand die dat doet is een Schrijver, en dat geldt dus ook voor Ton den Dekker, die niet één lijvig boek publiceerde, Aytons erfenis, maar er daarna met Jack is mijn naam en Sleutel van het universum nog twee vervolgen aan toevoegde, samen de reeks Vrede van Gaul.
De gedrevenheid van deze Schrijvers biedt echter geen garantie voor een goed neergeschreven verhaal. Onder eigen beheer of via uitgeverijen als Free Musketeers verschijnen nog wel eens boeken die zelfs de familie, vrienden en kennissen van de auteur met moeite zullen consumeren. Sommige Schrijvers nemen niet de tijd om te leren schrijven.
Ton den Dekker heeft die tijd wel genomen. In eerste instantie waarschijnlijk in zijn rol als predikant in Siddeburen, Groningen, Roden en Deventer(1984/1994), waarvoor hij na zijn tijd als zeeman (1971/1981) heel wat preken geschreven moet hebben. Maar een preek is wat anders dan een roman en ook al maakt de stijl Aytons erfenis vlot leesbaar, het bevat een paar mankementen waardoor het voor de sciencefictionliefhebber niet boven de middenmaat wordt verheven.
Niet zo belangrijk zijn enkele stilistische foutjes, zoals wat overdadige, soms foutief geplaatste komma’s of een wat ongelukkige formulering als “die hem met een bezorgde blik in haar ogen gadesloeg” (blz 287). Wel eens een bezorgde blik ergens anders dan in de ogen gezien? In de ellebogen of in de tenen wellicht? Het aantal van dit soort slippertjes valt wel mee en het verhaal trekt je aandacht er overheen. Overbekend zijn ook de klassieke thema’s die het fundament van het verhaal vormen, namelijk die van de wereldwijde catastrophe en van de geniale wetenschapper die de meest onwaarschijnlijke uitvindingen doet. Vooral die wetenschapper, in dit geval Ayton, die in de klassieke werken nog wel eens krankzinnig blijkt te zijn, heeft een ongeloofwaardige en dus negatieve uitstraling, maar omdat Den Dekker dit aspect vooral op de achtergrond laat, lees je ook daar overheen.
De wereld van deze reeks bevindt zich dus in de toekomst. Nadat rampen onze wereld overhoop hebben gegooid en de mens de chaos maar ternauwernood heeft overleefd, is er een nieuwe ordening ontstaan, waarin Gaul de kern is van een nieuwe, bschaafde wereld. De naam Gaul is gebaseerd op Asterix en Obelix; zoals het kleine dorpje Galliërs standhoudt tegen de Romeinse horden, zo houden de stichters van Gaul stand tegen de dreigende teloorgang die de mens over zichzelf heeft afgeroepen. En dat Gaul standhoudt, komt voor het grootste deel door de uitvindingen van Ayton, die daarmee een nieuwe beschaving kan afdwingen; waardoor hij en zijn nakomelingen heel lang leven, beschikken over ruimteschepen en niet van mensen te onderscheiden robots en nog veel meer. En dat voor een deel geheim gehouden voor de rest van de overlevenden, waardoor ze de ontwikkelingen in de gewenste richting kunnensturen. Maar dat is geschiedenis.
Het verhaal begint wanneer Bron, een van de nakomelingen van Ayton zijn functie als rechter in een van de ‘districten’ van Gaul neerlegt en wordt opgevolgd door een jongere, vrouwelijke rechter en een nieuwe staf, waaronder ook een leerling Detlev. Den Dekker gebruikt deze gebeurtenissen om Gaul te beschrijven, de personages te introduceren en de wereld buiten Gaul te schetsen. En dan begint de ellende. Het Consortium, een wereldwijde misdaadorganisatie, is achter het bestaan van de langlevenden en hun geheim gehouden technologie gekomen, en ze hebben een lijst van namen van mogelijke nakomelingen van Ayton. Ze organiseren een jacht op Bron.
Misschien heb ik hiermee al teveel verklapt, maar het verhaal is veel breder en Den Dekker vertelt het schrijfvaardig en goed gecomponeerd. Maar! Den Dekker zondigt teveel tegen een van de fundamentele regels van ontspanningsliteratuur: show, don’t tell. Via dialogen, wisselende gezichtspunten en gebeuretenissen laat hij wel degelijk wat gebeuren, maar toch is er teveel beschrijving, uitleg, historie. Het wordt daardoor te lang en het verhaal krijgt er wat prekerigs door, en dat kan door de christelijke, religieuze toon en uitwerking lezers gaan storen.
Aytons erfenis is dus niet wereldschokkend, maar het blijft fascinerend dat mensen zulke grote verhalen in zich hebben en ze, helemaal op eigen kracht, uitschrijven en publiceren. Ik vond het een leesbaar, sympathiek verhaal, dat toch nieuwsgierig maakt naar de vervolgen.
(Paul van Leeuwenkamp)