Verhalen Vertellers (DIV)
Uitgeverij Macc, Rijen (2018)
200 pagina’s; prijs 16.95
Omslag: Tais Teng
De afgelopen tijd hebben we al heel wat verhalenbundels langs zien komen. Dit gezegd hebbende en de eerste zin teruglezend, lijkt het of ik daar iets op tegen heb. Integendeel zou ik haast zeggen. Ik ben er dol op. Het is een tijdje wat rustiger geweest met de bundels, maar nu komt de ene na de andere. Leuk al die verhalen van Nederlandse auteurs waarvan de setting steeds origineler wordt. Ook zie je steeds weer nieuwe namen opduiken die met verhalen van hoge kwaliteit komen. Deze bundel… ‘Verhalen Vertellers’ heeft een mooie mix van oude rotten in het vak en jonge Spring in ’t velds en die mix is mooi in evenwicht.
Een ouwe rot (hopelijk mag ik zo oneerbiedig zijn) is natuurlijk Tais Teng. Verhalen van zijn hand verschenen (incl. illustraties) al in de Taptoe van 1981. Wat mij betreft is hij een alleskunner. Hij maakt prachtige omslagen (ook van deze bundel), schrijft prachtige verhalen met een hoog sense of wonder gehalte en heeft zojuist een nieuw Alastor verhaal in de geest van Jack Vance afgeleverd: Phaedra, Alastor 824. Het is weliswaar vooralsnog alleen maar in het Engels verkrijgbaar, maar misschien zit er wel een vertaling in. Daar hopen we dan maar op. Het verhaal in deze bundel Achillis’ keus speelt zich af in 2063 en is duidelijk een waarschijnlijke toekomst die je zo maar aan ziet komen. Het verhaal samen met Roderick Leeuwenhart en Jaap Boekestein is er eentje uit het Ziltpunk genre en weer een juweeltje dat zich dit keer in Deventer afspeelt, Roderick’s huidige woonplaats.
Jaap Boekestein. Ook al een oude rot. Hij debuteerde op 21 jarige leeftijd al in Survival Magazine met ‘De eeuwige cirkel’. Jaap heeft verhalen te vertellen en dit verhaal: ‘Acht miljoen acht minuten kusjes’, is een eentje om in te lijsten. SF natuurlijk, maar Jaap is van alle markten thuis. Horror, Fantasy en uiteraard is hij samen met Tais Teng de uitvinder van het Ziltpunk universum.
Theo Barkel is in eerste instantie natuurlijk uitgever (was ook jarenlang hoofdredacteur van SF-Terra), maar daarnaast ook een verdienstelijk schrijver. Hij etaleert dat laatste hier met: Wedergeboorte. Ook weer SF, waarbij ik de cryptyische opmerking: Jammer dan! plaats. U merkt vanzelf waar dat op slaat.
Karel Smolders mag zachtjesaan wel een Belgische oude rot genoemd worden, Hij mag vooral gezien worden als vaste factor in de Junior Monsterboeken van Kramat. Hij heeft een paar (fantastische) Vlaamse Filmpjes op zijn naam staan, alwaar hij al in 1981 op negentienjarige leeftijd debuteerde. In deze bundel het SF verhaal: ‘Het eerste slachtoffer’.
Johan Klein Haneveld. Nog geen oude rot wat publicatiejaren betreft, maar wel als veelschrijver, die al weet ik hoeveel verhalen en een tiental boeken gepubliceerd heeft. Het lijkt wel of het hem geen enkele moeite kost en ze zo uit de mouw schudt. Hij won de Trek Sagae prijs 2014 en sindsdien is hij niet meer weg te denken uit het Nederlandse SF landschap. Hier het SF (maar ook wel een beetje eng) verhaal: ‘Symbiose’.
Gé Ansems is een schrijver die uit 1948 stamt en al lang aan de weg timmert. Ook hem zou je natuurlijk als oude rot kunnen bestempelen. Een paar fantastische verhalen van hem staan in: 12 pareltjes 1 en de twee ‘Dikke Tot’ boeken en ‘Wanneer de zon terugdraait’, verschenen bij Macc. ‘Michiel en de bever’ was mijn eerste kennismaking met Gé Ansems. Het stamt al uit 1990 en het was zeer genietbaar. Zijn nieuwste roman: ‘Zieleneiland’ is net verschenen, ook weer bij Macc.
Uwe Zietsch schrijft als Susan Schwartz delen in de Duitse SF serie Perry Rhodan. In 2011 verscheen bij Macc, het zich in het Perry Rhodan universum afspelende ‘Quinto-Center’. Hier, ook alweer bij Uitgeverij Macc, zijn de Woudzee kronieken, onder haar eigen naam, in vertaling verschenen. Het verhaal ‘De ware schat’ is een Fantasy verhaal dat in de Woudzee wereld gesitueerd is. Mijn opmerking hier: Draak bekomt draak.
Joke Hartog. Van haar ken ik niets. Dat is ook niet heel erg moeilijk, want ze debuteerde pas in 2018 bij Uitgeverij Macc, met het jeugdboek: ‘Kaori’. Het verhaal in deze bundel: ‘De Verwisseling’ was wat mij betreft zeer de moeite waard. Een grote wisseltruc.
Yvette Hazenbroek kennen we natuurlijk van haar steampunkdebuut: ‘Bay en de Pireanauten’ uit 2018. Ook al verschenen bij Uitgeverij Macc. ‘Het vallende schip’ is een lange hernieuwde kennismaking met dezelfde wereld. En dat is me, opnieuw, meer dan bevallen.
Al met al een gevarieerde bundel, waar ik een aantal heel erg leuke uurtjes mee heb doorgebracht. Uitgeverij Macc is niet meer weg te denken en dus wat mij betreft mag de volgende bundel doorkomen.
Jos Lexmond