Vuurstorm – Nico De Braeckeleer

Vuurstorm.jpg

Vuurstorm – Nico De Braeckeleer (YSF)
Adem III
Bakermat, Mechelen (2019)
316 pagina’s; prijs 15,95
Omslag: Onbekend

Toen ik ‘IJs’ dichtgeslagen had verwachtte ik dat de ‘Adem’ reeks wel eens oneindig (nouja… oneindig) zou kunnen worden. Niet dat daar iets mis mee zou zijn, maar de vier jongeren: Colin, Jazz, Skye en River, schoten toch niet echt op hun toch naar Civitas, de mythische plek, waar men nog scheen te leven als voor de klimaatverandering. Ze waren in twee delen nog maar tot in Noord Frankrijk gekomen en dan is de afstand nog heel erg groot tot ergens diep in Afrika. Zoals gezegd zou ik er geen bezwaar tegen gehad hebben. Zolang het verhaal maar boeiend en met vaart verteld zou worden, zou ik het niet erg vinden als het, weet ik veel, een deel of acht (of iets dergelijks, zou gaan beslaan). Op de reis, om die afstand te af te leggen, zou er voldoende te beleven zijn om het interessant te houden. Maar ik merk nu dat er wel degelijk een einde aan zit. ‘Oase’ is het vierde en laatste deel in de reeks en ik hoop maar dat dan de reekstitel: ‘Adem’, ook verklaard wordt, want ik heb eigenlijk nog geen idee waar die op slaat. Maar goed… dat is nog even afwachten, maar niet te lang, want volgens Nico zelf, komt ‘Oase’ in oktober al op de markt, dus we hoeven niet heel erg lang meer in spanning te zitten of Civitas echt bestaat en of het er echt zo is als voor de klimaatverandering. Ik ben meer dan benieuwd!

Intussen heb ik zojuist ‘Vuurstorm’ door de ogen gehaald en ik mag meteen wel zeggen dat ik ervan genoten heb. Naar mijn idee is het, tot nu toe, het beste deel uit de reeks, hoewel de eerste twee natuurlijk ook niet te versmaden waren. Voor mijn gevoel, en corrigeer me maar als het gevoel onjuist is, zit er meer vaart in het verhaal. Dat kan natuurlijk verklaard worden doordat de reis nu serieus aangepakt wordt en ze lekker een heel stuk verder trekken.
We lieten Skye, op het einde van deel twee, besmet met het bingdûvirus achter. Ze hadden voldoende van het medicijn tegen het virus om iedereen in Domaine-en-Ciel te genezen. Daarna zouden de vier weer op weg gaan. Skye had heel andere plannen. Ze was van plan zich door de moorddadige bende van de Vultures gevangen te laten nemen. zodat ze die bende met het virus zou kunnen besmetten en al doende de jongeren uit Noord-Brussel, die gevangen werden gehouden door de Vultures, te bevrijden. Het liep wat anders dan gepland. Hoe… dat zelf maar lezen denk ik. Dat is veel leuker dan dat ik het vertel.

Hoe dan ook… uiteindelijk wordt de tocht naar Civitas hervat en het viertal wordt gaandeweg overvallen door allerlei extreme weersinvloeden, gemuteerde en dodelijke dieren en mensen die niet altijd het beste met hen voorhebben. Spannend tot aan het einde en ik heb weinig aan te merken. Een dingetje vroeg ik me wel af. Op een gegeven moment wordt het viertal met gemuteerde Genetkatten geconfronteerd. Die katten hebben kieuwen ontwikkeld zodat ze zout water kunnen drinken omdat zoet water op die plek niet heel erg voorhanden is en zout water wel. Ik vroeg me af of dit soort mutaties wel zouden kunnen in, pakweg honderdvijftig jaar? Ik zou zeggen dat daar veel meer tijd voor nodig zou zijn. Deze observatie is niet gestoeld op enig wetenschappelijk gebeuren, maar het is meer een gevoelskwestie. Nog een opmerking… ‘Street Spirit’ van Radiohead vind ik, samen met ‘Creep’ een van de mooiste nummers van de groep. Mooie keuze om die door Colin te laten spelen!

Mocht je de reeks nog niet hebben gelezen… het is een aanrader en als je een beetje doorleest ben je er klaar voor als het laatste deel verschijnt!!!

PS De reeks heeft tot nu toe mooie omslagen. Van wiens hand zijn die? Vooral ook de bibliograaf in mij wil dat graag weten. ‘Onbekend’ staat niet zo mooi!

Jos Lexmond

Nomade – Guido Eekhaut

Nomade.jpg

Nomade – Guido Eekhaut (YSF)
Clavis Uitgeverij, Hasselt – Amsterdam – New York (2019)
Young Adult
232 pagina’s; prijs 16.95
Omslag: Studio Clavis

Volgens inside information (van Guido zelf) weten we dat ‘Normade’ zich in hetzelfde universum afspeelt als ‘Enigma. Het geheim van de Kraken’, maar dan ver in de toekomst. Wat we dan ook meteen weten is, dat de mens dus niet in het zonnestelsel opgesloten bleef, zoals de situatie was, toen ik ‘Enigma’ uit had. Maar dat had ik al een beetje verwacht (zie mijn recensie van ‘Enigma’ op de site van het NCSF) en gelukkig is dat ook uitgekomen. Een vervolg op ‘Enigma’ staat overigens, alweer volgens diezelfde inside information, in de planning voor 2020. Nog even afwachten dus. Ik ben nu al meer dan benieuwd hoe dat verhaal zich zal ontwikkelen.

‘Nomade’ is dus een standalone in datzelfde universum. Als ik dat van tevoren niet had geweten, dan had ik dat achteraf waarschijnlijk ook niet geweten, maar was dat erg geweest? Nee hoor, helemaal niet. En trouwens… standalone? Het zou zomaar kunnen zijn dat er op ‘Nomade’ ook een vervolg komt. Als je jezelf in een bepaald universum op je gemak voelt (en dat voelt Guido zich blijkbaar) en je hebt een min of meer open einde geschapen… waarom dan niet. Ik zou er in ieder geval geen bezwaar tegen hebben, want ik heb me prima vermaakt met ‘Nomade’.

Rond pagina twintig werd ik aangenaam verrast door de analogie met het verhaal ‘De zeventien maagden’ van Jack Vance. Samen met ‘Freitzke’s beurt’, mijns inziens de allerbeste korte (lange) verhalen van Jack Vance. In ‘De zeventien maagden’ wordt Cugel ingehuurd als bewaker van een karavaan die met zeventien maagden onderweg is naar een klooster. Voor bepaalde rituelen is het absoluut noodzakelijk dat de maagden ook werkelijk maagden blijven. Maar als de karavaan bij het klooster aankomt, zijn de meeste maagden het niet meer en Cugel is in geen velden of wegen meer te bekennen. Prachtig verhaal en heb je het nog niet gelezen… absoluut doen. Ook ‘Freitzke’s beurt’ trouwens.

Maar terug naar ‘Nomade’. Aristide is een kind van de woestijn op een verre wereld. Hij is een barbaar in de ogen van stadsbewoners, die volop goden nodig hebben om hun bestaan te kunnen rechtvaardigen. In de woestijn zijn er geen goden. Je had ze niet nodig. Niemand kon het iets schelen wie de woestijn geschapen had. Die was er gewoon altijd al geweest. Karavanen met stadsbewoners trekken door de woestijn en Aristide kijkt naar de mensen en de meisjes. Er zijn geen meisjes in de woestijn, alleen maar mannen. Voor één meisje heeft hij dit keer wel heel erg veel belangstelling. Het meisje heet De Dame Anxil de Grooth Gerten. Ze is een hooggeboren dame die uit de gratie is geraakt bij haar familie en naar een klooster in het midden van de woestijn verbannen wordt. Aristide weet haar, met zijn kennis van de woestijn en de monsters die erin leven, te redden uit de handen van een paar soldaten die de karavaan bewaken en die de intentie hebben haar te verkrachten. Het is het begin van een serie avonturen die hen beiden door het heelal voert achtervolgd door haar familie en haar vertegenwoordigers.

Ik heb me prima vermaakt met het verhaal dat naar mijn menig ook een redelijk hoog Vance gehalte heeft. Er komt zelfs ene Vance in voor, die een soort van particulier detective is, maar ook Sturgeon ontbreekt niet. Heel subtiel. Op een gegeven moment bezoeken ze op Aarde een man, Oakwood genaamd, die in flat woont die vol met papieren boeken staan. Oakwood zegt: ‘Wees zo vrij om rond te kijken, maar raak ze niet aan. Ze houden er niet van aangeraakt te worden, behalve door mij.’ Iets verder: ‘Ik ben slechts een verzamelaar en archivaris van de kennis van anderen.’ Prachtig!
Een dingetje dat me verder nog opviel. Dan zijn we zo ver in de toekomst (overigens… geen idee hoe ver) en dan wordt er op aarde nog steeds gerookt?
Wat mij betreft mag er een vervolg op komen, want ik heb het idee dat Aristide en Anxil nog lang niet uitgereisd zijn en dat er in dit heelal er nog meer dan voldoende werelden te bezoeken zijn. Wat mij betreft een aanrader.

Jos Lexmond

Upgrade – Lara Reims

Upgrade.jpg

Upgrade – Lara Reims (JSF)
Rémi versie 1.0
Hamley Books (2019)
338 pagina’s; prijs 19,95
Omslag: Sly Fox Cover Designs – Lauren Dawes

Lara Reims… voordat ik ‘Upgrade’ van haar las, had ik nog nooit van haar gehoord. Ik sta er altijd weer van te kijken dat een schrijver of schrijfster zomaar ineens debuteert, zonder ooit ergens een kort verhaal te hebben gepubliceerd (voor zover ik weet), dus eigenlijk zonder enige schrijfervaring en zonder dat beginnersfouten gecorrigeerd worden, een boek weet te produceren. In dit geval is ook al meteen niet één boek, maar waarschijnlijk een trilogie. Het tweede deel ‘Black out’ staat al voor oktober aangekondigd.

Qua verhaal viel het echter helemaal niet tegen en zeker niet als ik het las als mijn jongere ik, die ik nog steeds op kan roepen en zeker tijdens het lezen van dit soort boeken voor jongens van deze leeftijd. Maar natuurlijk las ik altijd door zijn ogen mee, als de volwassene die ik nu eenmaal ben en alhoewel ik als de tiener niets te klagen had, heb ik als volwassene toch nogal wat vragen bij het verhaal en vind ik de wereld die Lara Reims ons voorschotelt toch her en der nogal rammelen, maar daarover later meer.

Rémi (hij heet waarschijnlijk niet voor niets zo) is een jongen van een jaar of dertien (schat ik), die nogal eenzaam is. Zijn ouders zijn constant aan het werk of op reis en zijn oudere zus, Roos, staat op het punt het huis te verlaten en houd zich meer op met vrienden en vriendinnen, dan met haar broertje. Als op een dag hun huis door een ontploffing verwoest wordt en waarbij zijn ouders en zusje voor zijn ogen omkomen, dan is Rémi echt alleen. Hij wordt ontvoerd en door een supersonische trein vervoerd naar het mysterieuze Creodroom, een koepelstad op een eilandje niet ver van de kust van Groenland. Daar is de wetenschap haar tijd ver vooruit en daar lijkt alles mogelijk te zijn. Techniek voelt als magie en de robots zijn net mensen. Alles waar een tiener over droomt, is hier werkelijkheid. Voor het eerst voelt Rémi zich thuis. Maar ook in het Creodroom is niet alles goud wat er blinkt.

Zoals gezegd een jongensboek waar alles inzit, waar je als jongen (maar ook als meisje) van kunt genieten in een spannend verhaal. Maar… het is geen Young Adult! Op de achterflap staat, ik herhaal het nog maar even: ‘Alles waar een tiener over droomde…’ en dat is het. Een boek voor tieners. Verhalen voor Young Adults gaan normaal gesproken toch een stapje dieper dan dit. Iets wat me als volwassene nogal stoorde was dat, ondanks er wel steeds op teruggekomen werd, er nogal luchtig over gedaan werd dat de jongen wel eens een ernstig trauma opgelopen kon hebben omdat zijn ouders en zusje opgeblazen waren. Nee… de hoogbegaafde Rémi moet een student worden in het Creodroom en dat was het dan.

Laten we het dan eens over het Creodroom zelf hebben. Een koepelstad op een eilandje voor de kust van Groenland en hoe komt Rémi daar? Juist… met een trein natuurlijk, vanuit Nederland (andere kinderen komen uit stations in Frankrijk en Denemarken). Ik weet niet of jullie wel eens gekeken hebben wat de afstand Nederland – Groenland is, maar dat is een heel eind en er ligt nauwelijks land tussen. Dus… rara politiepet. Een treintunnel onder de Atlantische Oceaan, onder, of langs, Engeland en IJsland, een dikke 3.000 kilometer? Maximale diepte van de Noordelijke IJszee: 5,5 kilometer? Dat gaat de tijd wel een beetje heel erg ver vooruit, denk ik zo. Bovendien… waar en hoe verstop je zo’n station?

Dan de koepelstad zelf. Gefinancierd door grote internationale bedrijven, maar kan je dan nog zoiets bouwen zonder dat de rest van de wereld er iets van merkt? Hoe krijg je, een behoorlijke stad, in the middle of nowhere, van energie, water, grondstoffen en voorraden voorzien? Een dergelijke koepel verwarmen bijvoorbeeld zodat er bomen en planten kunnen groeien boven, of rond, de poolcirkel, dat heeft nogal wat nodig.

Al dat soort dingen wordt niet verklaard. Er wordt maar vanuit gegaan dat zoiets op zo’n plek gewoon functioneert, bestaat en met een trein door een tunnel te bereiken is, waar (alweer) de wereld geen weet van heeft en wat door een jochie als Rémi, min of meer, ongemerkt heen en weer te bereizen is. Sorry hoor, maar dat gaat er bij mij niet in. Verhalen en werelden moeten kloppen, naar mijn mening, want anders wordt het ongeloofwaardig. Rammelt de wereld… dan rammelt je verhaal, voor welke leeftijd het dan ook is.

Jos Lexmond

Reset – Blake Crouch

reset.jpg

Reset – Blake Crouch (SF)
The House of Books, Amsterdam (2019)
347 pagina’s; prijs 21,99
Oorspr.: Recursion (Crown, New York – 2018)
Vertaling: Caspar Wijers & Henk Moerdijk
Omslag: Mark Hesseling, Wageningen/ Designelements@Shutterstock

Normaal gesproken ben ik nogal positief aangelegd en zeker over de meeste boeken die ik recenseer. Dat kan natuurlijk ook niet anders, want ik zoek ze zelf uit en bestel ze alleen als ze me wat lijken. Zo voorkom ik in ieder geval dat recenseren een klus wordt waar ik een pesthekel aan zou kunnen krijgen en dat het allemaal leuk en (zeer) aangenaam blijft. Het is dus maar een heel enkele keer dat ik boek onder ogen krijg, waarvan ik na lezing zeg: Mwah… dat was helemaal niks. En uiteraard vind ik dat ook niet prettig om te schrijven in een recensie, maar als het moet gebeuren… dan moet het gebeuren en dan gebeurd het ook. Na dit inleidend verhaal verwachten jullie natuurlijk dat ik ga vertellen dat ‘Reset’ een pokkenboek is, dat het niet te lezen is en dat er het beste meteen maar oud papier van gemaakt kan worden.

Dat ga ik dus ABSOLUUT niet doen. Integendeel!!! Het is alweer een tijdje geleden dat ik een boek onder ogen heb gekregen dat zo origineel, spannend en goed geschreven was. Een regelrechte aanrader dus. Natuurlijk heb ik al meer van Crouch gelezen en met elk boek lijkt het wel of hij beter wordt. Dit gezegd hebbende ben ik uiteraard wel weer heel erg benieuwd waar zijn volgende boek over gaat. Het zal een lastige klus worden om ‘Reset’ te overtreffen, maar je weet het natuurlijk maar nooit.

Waar gaat het over? Barry Sutton werkt bij de politie. Op een gegeven moment krijgt hij een melding dat een vrouw op het punt staat om van een wolkenkrabber af te springen. Hij raakt met haar in gesprek en probeert haar over te halen het niet te doen. Ze zegt tegen hem: ‘Mijn zoon is gewist’ en springt dan toch. De vrouw is een slachtoffer van FMS (False Memory Syndrome), een ziekte die in heel Amerika mensen in zijn greep krijgt. Men wordt wakker in een heel andere wereld als waarin men ging slapen. Ze herinneren zich de oude situatie en de meesten kunnen daardoor de nieuwe realiteit niet aan. Tijdens Barry’s zoektocht naar de waarheid, stuit hij op het feit dat de neurowetenschapper Helena Smit, op zoek naar een middel om Alzheimer tegen te gaan, een nieuwe technologie heeft ontwikkeld: de mogelijkheid om herinneringen niet alleen te beleven, maar ook te veranderen.

Dit gegeven levert een verhaal op dat geweldig spannend is en dat je op het puntje van je stoel wil lezen tot het uit is. Op een gegeven moment leek het zich in een soort van ingewikkeld tijdreisverhaal te ontwikkelen, maar Crouch zorgde er op een briljante manier voor dat het verhaal prima te volgen bleef, en dus spannend en onderhoudend zonder aan kwaliteit te verliezen. Op deze manier wil je al je boeken wel hebben, dat kan ik je wel verzekeren.

De filmrechten zijn al voor een recordbedrag aan Netflix verkocht en ik ben benieuwd hoe ze dit weten te verfilmen, of er een serie van maken. Alweer staat er op de omslag: ‘Thriller’, maar als dit boek geen SF zou mogen heten, dan is er geen een meer die onder de vlag SF zou mogen verschijnen. Nog even een heel erg grappig detail… ‘Schaamteloos grensoverschrijdend en compleet verrassend’ is een kreet die ook de omslag tooit en afkomstig is van Karin Slaughter. Geen woord van gelogen, dat is waar, maar ik wil de gezichten van fans van Karin Slaughter wel eens zien als ze op haar aanraden dit boek lezen. Dat wordt hilarisch. Het is heel iets anders dan waar Karin Slaughter fans normaal gesproken van houden.

In de tussentijd… als SF liefhebber zijnde… dit boek gewoon aanschaffen en genieten.

Jos Lexmond

Duin Kapittel – Frank Herbert

Duin-Kapittel.jpg

Duin Kapittel – Frank Herbert (SF)
Duin 6 (en slot)
Uitgeverij Volt, Amsterdam – Antwerpen (2019)
(Chapterhouse Dune (G.P. Putnam’s Sons, New York – 1985))
434 pagina’s; prijs 19,99
Vertaling: M.K. Stuyter s.j. (herzien)
Omslag: DPS Design & Prepress Studio
Omslagillustratie: Sam Weber

‘Duin Kapittel’, was het zesde en laatste deel van de Duin epos dat Frank Herbert schreef. Hij stierf in het jaar nadat de Nederlandse vertaling verscheen, tijdens een operatie aan zijn pancreas op 65 jarige leeftijd en had vrijwel zeker bij leven en welzijn nog wel een aantal delen aan zijn epos toegevoegd. Nu namen zijn zoon, Brian Herbert en Kevin J. Anderson het stokje over en overspoelden ons met de series: ‘Voorspel tot Duin’, ‘Legenden van Duin’, nog een boek die zich afspeelde tussen ‘Duin Messias’ en ‘Kinderen van Duin’ en nog een viertal delen volgend op de originele serie en nog een ‘De weg naar Duin’ waarin verklaard wordt hoe het allemaal gekomen is. ‘Duin’ zelf verscheen in 1965 in het Engelse taalgebied en scoorde meteen een Hugo en een Nebula Award. De vertaling verscheen hier pas in 1970 en ik was meteen verkocht, maar knapte een beetje af op de vervolgdelen. Toen was ik al geen voorstaander van reli SF en ook de wisselende kwaliteit van de opvolgende delen, maakte me enthousiast en niet. Zeker toen Brian Herbert zich op de aantekeningen van zijn vader stortte en samen met Kevin J Anderson het Duin epos maar uit bleef breiden, haakte ik op een gegeven moment helemaal af. De geest van Frank Herbert was eruit en die kregen beiden er absoluut niet meer in. Voor mij werd het hele gebeuren commercieel uitgemolken tot op de laatste druppel. Ik keek zojuist even naar de rest van het oevre en tot mijn verbazing zag ik dat Brian Herbert andere, niet eerder uitgegeven, manuscripten van Frank Herbert aan het uitgeven was. Je mag je afvragen waarom die nooit eerder uitgegeven zijn.

Maar goed… terug naar ‘Duin Kapittel’. Ik kreeg het boek ongevraagd toegestuurd. Dat soort dingen komt niet heel erg vaak voor, maar in negen van de tien keer doe ik er dan niets mee. Niet dat ik dat niet zou willen, maar meer omdat ik het niet kan. Mijn agenda (lees: stapel) is meestal dermate gevuld met recensieboeken dat ik er niets mee bij kan hebben en meestentijds onder druk moet lezen om het bij te kunnen houden. Een paar maal per jaar kijk in mijn eigen ‘Te Verwachten’ lijstje dat ik maandelijks bijhoud (zie de site van het NCSF), wat ik graag zou willen lezen de komende maanden en bestel die boeken dan. Meestal is de trek erger dan de honger en komen er meer boeken binnen dan ik kan verhapstukken.

Ik moet eerlijk bekennen dat ik ‘Duin Kapittel’ niet herlezen heb. Ik zou eigenlijk weer bij deel een moeten beginnen en dat vond ik een beetje veel van het goede. Zoals eerder gezegd had ik een beetje een haat/liefde verhouding met ‘Duin’, maar ik neem bij dezen de gelegenheid te baat om een en ander eens te kunnen memoreren.

In eerste instantie zag ik dat de prijs voor dit boek op € 29,99 lag en toen dacht ik al: Wie koopt dit nu voor deze prijs? Misschien is er een nieuwe generatie opgestaan die nog niets van ‘Duin’ weet (en waar ik dan weer geen weet van heb). Misschien is dit een aanzet tot de nieuwe ‘Duin’ film die Denis Villeneuve (van bijvoorbeeld het prachtige ‘Arrival’) aan het draaien is en in 2020 in de bioscopen komt. Wie zal het zeggen. In ieder geval is de prijs van het boek inmiddels gezakt tot € 19,99, wat ik een stuk realistischer vind, al moet ik zeggen dat het een prachtig uitgevoerd boek is om langs de eerdere heruitgaven in de kast te zetten. Prachtige omslag en een mooie kwaliteit papier. Wat wil een mens nog meer?

Jos Lexmond

Jack Vance – De man in de kooi

Man-in-de-kooi.jpg

Jack Vance – De man in de kooi – 205p.
Spatterlight, Amstelveen (2019) € 14.99
Het Verzameld Werk van Jack Vance 23
(The Man in the Cage, Random House, New York – 1960)
Vertaling: Karin Langeveld
Omslagontwerp & Illustratie: Howard Kistler
(Verkrijgbaar via Amazon.de)

Tot nu toe vond ik alle Vances die nog niet vertaald waren geweldig en zeer de moeite waard, ook al waren ze geen fantastiek, maar ‘gewoon’ detectives of politie romans. Met de ‘De man in de kooi’ is het al niet anders gesteld. Althans… de eerste tachtig procent is geweldig te noemen. Je waant je in een zwart-wit film uit de jaren vijftig. Je ziet Humphrey Bogart, met regenjas en gleufhoed zo door Casablanca lopen (alhoewel de film zich in de Tweede Wereldoorlog afspeelt, maar een kniesoor die daar op let). De sfeer is zo goed gevangen dat Jack Vance deze roman misschien wel schreef met de film Casablanca in het achterhoofd, wie weet?
Het verhaal speelt zich af in 1958. Het Algerijnse bevrijdingdfront LFN is in een bloedige onafhankelijkheidsstrijd gewikkeld met de Franse Koloniale bezetters. Via het naburige Marokko worden de Algerijnse rebellen van illegale wapens en munitie voorzien. De jonge Amerikaan Noel Hutson is in Tanger, Marokko, neergestreken en ziet de kans om met illegale wapenhandel zijn beurs flink te spekken. Op zijn eigen naïeve manier ziet hij het als een groot avontuur en wat de gevolgen van zijn wapensmokkel zijn… daar zit hij niet echt mee. Hij rijdt met een truck geladen met pistolen, geweren en ammunitie de woestijn in voor een levering aan de Algerijnse grens. De aflevering van de wapens gaat niet heel erg vlekkeloos en als Noel gedwongen wordt om drugs mee terug te smokkelen, trekt hij een grens en besluit zich terug te trekken uit de deal. Dat valt niet erg in goede aarde bij zijn opdrachtgevers en Noel komt in grote problemen. Hij pleegt enkele telefoontjes en doet een brief naar huis op de post waarin hij meld dat hij naar huis wil terugkeren en een normaal leven wil gaan leiden. Het is meteen ook het laatste levensteken dat men krijgt van Noel Hutson. Hij is verdwenen en met hem, de truck met de drugs ook. Het lijkt wel of ineens iedereen op zoek is naar Noel. Zo ook zijn oudere broer Darrell Hutson, die in Tanger aankomt om uit te zoeken wat er met zijn jongere broer gebeurd is. Maar wat voor aanknooppunten heeft hij?

Tot zover… niets aan de hand. Darrell probeert de gangen van zijn broer na te gaan en Jack Vance maakt er, zoals altijd, een boeiende speurtocht van. Zijn naspeuringen voeren hem langs allerlei exotische figuren, die directe of zijdelingse banden met zijn broer blijken te hebben en langzaam maar zeker wordt het plaatje duidelijk. Maar waar is zijn broer en de truck met de drugs gebleven.

Ik ga niet vertellen wat er dan precies in het verhaal gebeurd, maar het lijkt of Jack Vance plotseling de interesse in het verhaal verliest en zich er dan wel wat al te gemakkelijk van af maakt. Als je zijn oeuvre bekijkt en de jaartallen waarin ze geschreven zijn, dan lijkt het wel dat hij na ’De man in de kooi’ een paar jaar niets geschreven heeft en dat hij daarna in 1962 heel erg sterk terugkomt met: ‘De Drakenruiters’. Ik weet het niet. Het is jammer van dit verhaal, want hij was heel erg sterk bezig en het verdiende, net als alle andere Vances, een sterk einde met een leuke twist.

Jos Lexmond

Schemerwerelden, Britse en Ierse Volksverhalen – Kevin Crossley-Holland

Schemerwerelden.jpg

Schemerwerelden, Britse en Ierse Volksverhalen – Kevin Crossley-Holland (JDIV)
(Between Worlds (Walker Books Ltd., Londen – 2018)
Lemniscaat b.v., Rotterdam (2019)
323 pagina’s; prijs 19,95
Vertaling: Margaretha van Andel
Omslag & Illustraties: Francis Castle

Men mag wel zeggen dat Britse en Ierse Volksverhalen tot de Keltische sprookjes, sagen, legenden en volksverhalen behoren. Daarbij behoren natuurlijk ook nog de verhalen uit Schotland en grote delen van Europa waar de Kelten woonden. Ik denk dat ik best mag stellen dat als de Keltische verhalen er niet waren geweest, de huidige Fantasy er heel anders uitgezien had. Waarschijnlijk was de Arthur mythologie er niet geweest en misschien had zelfs J.R.R. Tolkien ook ‘The Lord of the Rings’ uiteindelijk niet geschreven. En dan waren we vrijwel zeker ook verstoken gebleven van de geweldige reeks ‘The Game of Thrones’ van HBO, want dan had George R.R.Martin naar alle waarschijnlijkheid nooit aan ‘The Song of Fire and Ice’ begonnen. Wie weet hoe de wereld er dan uitgezien had. Misschien eens een onderwerp voor een alternatieve geschiedenis. Hoe dan ook… ik ben altijd een grote fan geweest van de Keltische mythen en ik heb dan ook geen moment getwijfeld om Lemniscaat om een recensie exemplaar te verzoeken. Kevin Crossley-Holland kende ik natuurlijk al van zijn Arthur trilogie en laatst trof ik in de bibliotheek het prachtig verzorgde boek: ‘Noorse Mythen. Over Odin, Thor en Loki’ (ook van Lemniscaat) uit 2018 aan. Uiteraard heb ik dat meteen geleend en verslonden. Hierin ook veel simpele doch prachtige illustraties.

Terug naar ‘Schemerwereld’. Net als de ‘Noorse Mythen’ is dit boek prachtig verzorgd. Een mooie kwaliteit papier, een prachtig en stemmige stofomslag en de vele zwart-wit illustraties van Francis Castle, zijn in hun simpelheid, soms alleen wat contouren, schitterend te noemen. Ze leiden niet af, maar versterken de verhalen alleen maar.

De verhalen zelf dan. Het zijn er in totaal negenenveertig en ze zijn verdeeld in de categorieën: ‘Mysterie en Magie’, ‘Avonturen en Legenden’, ‘Elfen en Gnomen’, ‘Liefde’, ‘Listen en vrolijke streken’ en ‘Geesten’. De meeste verhalen zijn fantastisch van aard, maar de verhalen in de categorie: ‘Listen en Vrolijke Streken’ zijn allen een soort van onzinverhalen en geen van allen fantastisch. Hoewel ik al heel erg veel Keltische verhalen, en dus ook Britse en Ierse, gelezen heb, komen de meeste van deze verhalen mij niet bekend voor. Dat wil natuurlijk niet alles zeggen. Ik kan ze lang al weer vergeten zijn, daar ik nogal veel lees. Een verhaal als ‘Tom Tit Tot’ lijkt verdacht veel op ‘Repelsteetje’ van onder meer van de Gebroeders Grimm, maar het kwam ook al voor in ‘La Tour ténébreuse et les Jours lumineux’, Contes Anglais uit 1705 van Mademoiselle L’Héritier, een verzameling Franse feeënsprookjes. Zo staat er mimimaal nog een in ‘Schemerwereld’, maar ik vrees dat ik niet genoteerd heb welke. Afijn… je komt hem vanzelf tegen als je deze bundel tot je neemt. De verhalen zijn zeer gevarieerd en zijn van vrolijk en speels tot grimmig en griezelig, dus eigenlijk voor elk wat wils. Enne… je bent er nooit te oud voor.

Ik kan niet anders zeggen dat deze bundel met sprookjes, legenden en verhalen een absolute aanrader is en een aanwinst in je boekenkast.

Jos Lexmond

Titanium – Mara van Ness

Titanium.jpg

Titanium – Mara van Ness (SF)
De Zwijgende Aarde, deel 3
Quasis Uitgevers (2019)
150 pagina’s; prijs 15,00
Omslag: Loek Weijts
ISBN 978-94-92099-43-3

Met ‘Titanium’, dit derde deel van ‘De Zwijgende Aarde, zijn we inmiddels over de helft. Nog twee delen te gaan in een van de leukste projecten van deze tijd in het Nederlandse taalgebied. Mara van Ness, voor mij een onbekende auteur, (al heeft ze al (volgens mijn gegevens) al twee andere romans afgeleverd, schreef een luchtige SF roman die zich afspeelt op Titan, de grootse maan van Saturnus. Titan is het Las Vegas van het zonnestelsel. Je kunt gokken in de vele casino’s, surfen op de methaanzeeën, of kuuroorden bezoeken waar je op alle mogelijke, en soms ook onmogelijke, manieren je levensduur kunt rekken, zonder dat je belastingvoordeel in gevaar komt. Dit alles is natuurlijk alleen maar bereikbaar voor de allerrijksten, die er in groten getale naar toe trekken, om alles wat God verboden heeft te kunnen uitvoeren.

Niet alle mensen gaan voor dat soort doeleinden naar Titan. Emmelie (Ik weet haar achternaam niet. Is die niet vermeld of heb ik die gemist?) is op weg naar Titan om onderzoek te gaan doen op de maan. Haar apparatuur, nodig voor het onderzoek naar de magnetische velden op Titan, zou haar achterna komen, maar als de Zwijging van de Aarde begint, staat haar uitrusting nog steeds op aarde en zit Emmelie zonder geld en ook zonder onderzoeksmogelijkheden vast op de Sarurnus maan en kan geen kant op. Aangezien het verblijf op Titan nogal in de papieren loopt, is ze gedwongen een baantje te zoeken en belandt uiteindelijk op een van de aeroponische boerderijen waar ze sla en andere groenten kan oogsten. Ze verdient er net voldoende om een soortement van kleerkast te huren om in te slapen en door het eten van bonenburgers in een goedkoop, maar verrassend goed, restaurant in de periferie van Titan, zich in leven houden. Om zich bezig te houden stort ze zich op een oude liefde: De theorie van Alles. Reeds aan boord van de shuttle had ze Niek (ook al geen achternaam), een oud klasgenoot en een telg uit een exorbitant rijke familie, ontmoet. Met en door hem stuit ze op een gigantisch schandaal dat de manier van leven op Titan op zijn kop zou kunnen zetten.

Ik had al gezegd dat het een luchtig SF verhaal was, maar daar hoeft je het niet voor te laten. Het heeft heel veel humor. De polsband die Emmelie draagt, zorgt meermalen voor een komische noot. De beschrijving van Nuevas Vegas in Retro Amerikaanse vorm is hilarisch te noemen. Ik moest er hard om lachen. ‘De Verenigde Staten zijn niet voor niets ingestort’. Nee… zeker niet, zou je haast zeggen. Meermalen kon ik een grijns niet onderdrukken tijdens het lezen.

Maar het is allemaal niet om te lachen. Het is bij tijd en wijle ook spannend en onderhoudend te noemen. Even nog tussendoor… de dikte en formaat deden me sterk denken aan al de SF pockets waar eind jaren ’60 en de jaren 70 met platgebombardeerd werden. Het leverde wat nostalgische gevoelens op bij ondergetekende. Tegenwoordig moeten het allemaal dikke, en vooral zware, pillen zijn. Ziehier ‘Titanium’. Helemaal niet nodig dus. Het mag nog wel even vermeld worden dat de landkaart van Jasper Polane’s hand is. Hij begint er welhaast een specialist in te worden!

Nog een ding. Zachtjesaan vind ik het wel tijd worden dat er tipje van de sluier wordt opgelicht, zodat we te weten komen waardoor de Zwijging van de Aarde veroorzaakt wordt. Het tasten in het duister hieromtrent begint een beetje irritant te worden. Is er nu niemand in de buurt, op de maan of zo, die even kan gaan kijken?

Wel… nog maar twee kansen om erachter te komen wat er gebeurd is. ‘Tweeleed’ van Django Mathijsen & Anaïd Haen, of ‘IJsbrekers’ van Johan Klein Haneveld kunnen ons nog uit de brand helpen. Laat maar doorkomen, zou ik zeggen!!!

Jos Lexmond

Donkere nacht – S.K. Vaughn

Donkere-nacht.jpg

Donkere nacht – S.K. Vaughn (SF)
Meulenhoff Boekerij bv, Amsterdam (2019)
430 pagina’s, € 19,99
Oorspr.: Across the Void (Simon & Schuster, New York – 2017)
Vertaling: Mireille Vroege
Omslag: DPS Design & Prepress Studio/Getty Images, Shutterstock

Op de achterflap staat dat S.K. Vaughn het pseudoniem van een Hollywood scenarioschrijver en regisseur is die al drie internationale bestsellers op zijn naam zette. Naast boeken schrijft hij ook filmscripts voor diverse filmmaatschappijen. Nou… en dan wordt ik wel heel erg benieuwd wie dat dan in het echt is. Maar het lijkt er op dat we dat voorlopig niet te weten gaan komen. Ik heb verschillende recensies in het buitenland voorbij zien komen waarin men zich dezelfde vraag stelt en er geen antwoord op heeft of krijgt. Een fotootje op internet waar de naam S.K. Vaughn bij staat, blijkt na enig research (Angry Robot) van Wesley Chu, een in Taiwan geboren, Amerikaanse schrijver te zijn. Dus… louw loene. Soms is zo’n pseudoniem nogal eens gemakkelijk te achterhalen, maar soms ook niet. Het zij zo. Nou ja… het is ook niet heel erg belangrijk natuurlijk, alleen weet ik dat soort dingen graag en niet alleen vanuit een bibliografisch standpunt natuurlijk.

Volgens de omslag is het een thriller. Natuurlijk is het een thriller, maar dan wel een SF thriller. Van mij mag dat er best op staan. Zou het minder verkopen als SF op de omslag zou staan? Ik weet het niet. Hoe dan ook… het verhaal speelt zich af in 2067 of 2068, dus het mag met recht SF genoemd worden. Dat gezegd hebbende… dan het verhaal.

Astronaute May Knox komt bij aan boord van de Hawking II. Het schip is een wrak en drijft door de ruimte. Aan boord zijn een dikke dertig doden en ze heeft geen idee wat er gebeurd is. May was de bevelvoerder van een NASA missie naar Europa, een maan van Jupiter. Ze zijn er geweest, hebben onderzoek gedaan, monsters genomen en waren op de terugreis, toen het ongeluk gebeurde. Maar was het trouwens wel een ongeluk? Samen met de AI van de Hawking II, die May Eve genoemd heeft, , weet May het schip weer enigszins aan de praat te krijgen en zet koers naar Mars. Dan blijkt dat ze toch niet alleen aan boord is. Er houdt zich een saboteur schuil in de machinekamer en het is aan May de taak hem buiten gevecht te stellen. Van hem hoort ze de ware toedracht van het gebeurde en onthult dat het deel uitmaakt van een gevaarlijk complot. May moet zo snel mogelijk de aarde zien te bereiken.

Het is een fijn verhaal. Het is filmisch geschreven. Je ziet het haast voor je ogen ontrollen en het zal voor een scriptschrijver een makkie zijn om er een script van te maken. Om een voorbeeld te noemen… May kotst op een gegeven moment in de helm van haar ruimtepak. Ze kan haar helm niet afzetten omdat er geen zuurstof is. Je kunt je door de beschrijving wel heel erg goed voorstellen hoe zoiets moet zijn en ik werd zelf ook even misselijk.
Toch zitten er ook wel een paar halen en ogen aan het verhaal. Het gebeuren aan boord van de Hawking II wordt geregeld onderbroken door terugblikken naar eerdere gebeurtenissen op aarde. Deze zorgen er wel voor dat er sluiers worden opgetrokken, waardoor je er langzaam maar zeker achter komt wat de achtergronden van het gebeuren zijn. Die zijn dus noodzakelijk, maar halen ook wel de vaart uit het verhaal en zijn soms zelfs storend te noemen. Ook zijn er scènes die gewoonweg te lang duren en niet relevant genoeg zijn, waardoor je aandacht verslapt en je uit doet kijken naar een stukje actie. Meestal wordt je dan wel weer op je wenken bedient. Dat maakt dat deze SF thriller, ondanks bovenvermelde kleinigheidjes, het lezen meer dan waard was. Meer van dit graag!

Jos Lexmond

Het omgekeerde van altijd – Justin A. Reynolds

Omgekeerde-van-Altijd.jpg

Het omgekeerde van altijd – Justin A. Reynolds (YSF)
HarperCollins Young Adult, Amsterdam (2019)
376 pagina’s; prijs 17,99
Oorspr.: Opposite of Always – (Katherine Tegen Books, New York – 2019)
Vertaling: Karin de Haas
Omslag: Stephanie Singelton

Van verhalen en boeken kan je gemakkelijk in een bepaalde stemming komen. Van de verhalen van Eric Frank Russell moest ik altijd onbedaarlijk lachen, of bleef ik met een brede grijns, na eerst verbouwereerd en verrast gekeken te hebben. Bij sommige boeken kon ik het verhaal niet meer loslaten omdat het veel te spannend of interessant was en ik wilde weten hoe het verder ging, of afliep. De eerste horror verhalen van Lovecraft en consorten, die ik las, vond ik heel erg eng en soms durfde ik niet meer naar bed. Of liet ik in ieder geval het licht aan, zodat ik meer dan eens badend in het zweet wakker werd in een verlichte kamer. Blij dat ik dan was dat het licht aan was… goh, nou… dat wil je niet weten. Tegenwoordig vind ik het trouwens allemaal niet zo eng meer.
Ook zijn er verhalen waar je behoorlijk emotioneel, geraakt, bewogen of sentimenteel van kan worden. Daar heb ik nooit heel erg veel last van gehad, alhoewel ik toe moet geven dat ik bij het lezen van ‘Het zingende schip’ van Anne McCaffrey af en toe wel eens moest slikken.

‘Het omgekeerde van altijd’ is zo’n boek. Het vertelt een verhaal dat gemakkelijk emoties los kan maken. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het een Tearjerker, of in goed Nederlands: een tranentrekker is. In 2008 kreeg ik endeldarmkanker en in datzelfde jaar stierf mijn moeder. Niet een van de beste jaren van mijn leven dus. Ik heb daarna bijvoorbeeld nooit meer een letter kunnen schrijven, terwijl dat steeds beter ging. Bij de laatste Paul Harland Prijs waar ik aan meedeed eindigde ik op de vierde en achtste plaats. Na dat jaar ben ik ook vrij emotioneel geworden. Ik hoef maar tien minuten naar ‘Spoorloos’ te kijken en het is al raak. Niet te doen. Dit verhaal raakte me dan ook meerdere malen.

Waar gaat het over. Jack King heeft het niet gemakkelijk. Bij hem is het altijd: Bijna. Bijna de beste van de klas, bijna gekozen in het football team, en altijd bijna als het om de liefde gaat. Zijn beste vriend en vriendin zijn een stelletje en Jack is heimelijk smoorverliefd op haar. Op een feestje zit hij stilletjes en alleen te kniezen op een trap. Kate wil er langs, maar kan het niet. Kate is bloedmooi en grappig en Jack denkt dat de ‘bijna vloek’ voorbij is. Maar Kate is ziek en ze overlijdt na een paar weken plotseling. Ze lijdt aan sikkelcel ziekte, wat ongeneselijk en voor haar altijd dodelijk is. En dan komt het SF deel van het verhaal. Direct nadat Kate gestorven is, is Jack weer terug op de trap en begint het verhaal weer van voren af aan. Alleen weet Jack, en Jack alleen, alles nog wat er voorheen gebeurde. Jack begrijpt dat hij de kans krijgt om iets aan de situatie te doen en grijpt alles aan om Kate te redden. Maar wat Jack ook doet, of laat, Kate gaat dood.

Ik weet niet of u ‘Groundhog Day’ (de film) wel eens gezien hebt? Bill Murray, in de rol van een chagrijnige weerman, is in het gehucht: Punxsutawney in Noord Amerika om het verschijnen van de Groundhog (een soort van bosmarmot), voor de zoveelste keer te verslaan, Het verschijnen van het beestje zou aangeven dat de winter voorbij is. Elke keer als hij gaat slapen, wordt hij weer wakker op Groundhog Day en is de tijd 24 uur terug gezet. Hij doet er van alles aan om de cyclus te doorbreken. De film is hilarisch en ik kan hem van harte aanbevelen. De film is ook de reden dat ik dit boek als recensie exemplaar heb aangevraagd. Het verhaal is bij tijd en wijle zeer humoristisch, heel erg leuk verteld, heel erg tragisch en… zoals gezegd: een tearjerker! Maar dan wel een van het goede soort. Wat mij betreft aan dikke aanrader!

Jos Lexmond