Eindtijden in de polder

Eindtijden-in-de-polder.jpg

*Eindtijden in de polder (DIV)
EdgeZero Publicaties (2020) € 12,81
Omslag: Mike Jansen/Tais Teng
Illustraties: Gidion van der Swaluw & Tais Teng
Verkrijgbaar via Amazon.de

De verhalen in deze bundel hebben allen, in meer of mindere mate, hun oorsprong in het verhaal ‘The Night Land’ van William Hope Hodgson. Uiteraard heb ik het een en ander van Hodgson gelezen, maar ‘The Night Land’… die kon ik me niet herinneren. Naspeuring in onze Fandata wezen uit dat dit verhaal nooit vertaald is. Ik ken hem dan alleen van de Bruna bundel ‘De stem in de nacht’ ( Zwart Beertje 1193 uit 1969), en ‘Carnacki de spokenjager’ (Brabantia Nostra uit 1979), alsmede van wat losse verhalen in diverse bundels. Echter… toen ik begon te lezen, kwam het me toch bekend voor, dus opnieuw in de research. Na even op ISFDB rondgedalfd te hebben, moest ik bekennen het niet te weten. Misschien hadden Lovecraft, Derleth of een van hun andere kornuiten eens een verhaal in dat universum geschreven. Ik gaf me dus maar over aan ‘Eindtijden in de polder’. Het was meer dan genieten!

Zoals gezegd zijn al de verhalen in meer of meerdere mate gerelateerd aan ‘The Night Land’ uitgegeven in 1912. Daarover zei H.P. Lovecraft: “The Night Land is een verhaal over de verre toekomst – miljarden jaren na de dood van de zon. Het is een van de krachtigste stukjes macabere verbeelding ooit geschreven.” Howard Philip Lovecraft, ook niet een van de minsten, werd duidelijk geïnspireerd door William Hope Hodgson en zo ook de Nederlandstalige schrijvers, die in ‘Eindtijden in de polder’ zijn opgenomen. Zo ook het laatste verhaal van Jack Schlimazlnik, waarvan we helaas afscheid moesten nemen, omdat hij een van de eerste corona slachtoffers werd. We missen hem al even.

Het is mooi te zien dat, hoewel het thema duidelijk en eenduidig was, de schrijvers in deze anthologie er toch hun eigen draai aan gegeven hebben. Alle verhalen hebben duidelijk met de thematiek van doen, maar soms zijn de gemaakte keuzes verrassend te noemen. Er is geen slecht verhaal bij, maar het ene is net ietsie pietsie beter dan het andere. De verschillen zijn duidelijk, maar minimaal. Een opsomming van de schrijvers met daarbij een kleine, waarschijnlijk cryptische, kanttekening van ondergetekende. U moet maar zien wat u ermee kunt, of doet.

Jaap Boekestein: Gegaan om te blijven (Neuriede meteen Boudewijn de Groot)- Jack Schlimazlnik: ‘Ein Excelsies Deo. Alleen jammer van de vele onleesbare woorden, waarvan ik er maar een paar kon doorgronden. Het was maar goed dat aan het einde van de anthologie nog een vertaling stond, die ik pas te laat opmerkte. Het is tragisch dat Jack zijn eigen eindtijd beleefde – Joy Ruijmgaart: Eindtijden poëzie 1 – Mike Jansen: Achteruit kijken is vooruit zien – Johan Klein Haneveld: Vooruit naar vroeger dagen – Joy Ruijmgaart: Eindtijden poëzie 2 – Tais Teng: Het ultieme doel is gegeten te worden (Ook meteen het langste verhaal én een van de beste in deze bundel) – Dick van der Bij: Oude terpen in een nieuw landschap – Joy Ruijmgaart: Eindtijden poëzie 3 – Jan J.B. Kuipers: Geluk is van alle tijden, zelfs de laatste – Johan Klein Haneveld: De ene troupe is de andere niet (Deed me acuut aan ‘Paradise lost’ van John Milton denken. Hoe vreemd een geest werkt (of rust)) – Tais Teng & Roderick Leeuwenhart: De muziek van de verbeelding, je moet het voelen! – Joy Ruijmgaart: Eindtijden poëzie 4. De woorden zijn mooi! Van alle vier – Django Mathijsen & Anaïd Haen: Als de redding nabij is, dan is de nood het hoogst – Frank Roger: De zinloosheid van het bestaan opnieuw uitgelegd – Mike Jansen: Voor een onbereikbare lief, misschien in een ander leven.

Al met al weer een prima initiatief van Mike Jansen, iets wat onze steun meer dan verdient. ‘Lovecraft in de polder’ was al heel erg goed, maar ‘Eindtijden in de polder’ was, zo mogelijk, nog beter. Ik heb al gehoord van een nieuw initiatief dat hetzelfde gaat doen met verhalen in de stijl van Edgar Allen Poe. ‘Poe in de polder’? Prima! Doen! Ik sta al voor in de rij om er een aan te schaffen! En daarna… kammenietschelen… gewoon doorgaan. Leuke polderprojecten zijn er genoeg te verzinnen. Als je er niet uit komt, Mike… dan heb ik nog wel wat ideetjes!

Jos Lexmond

De toevallige tijdreis van Carlo Ganz

Carlo-Ganz.jpg

De toevallige tijdreis van Carlo Ganz – Leen Vandereyken (JSF)
Horizon (2020)
170 pagina’s; prijs 16,99
Omslag: Loudmouth, Robert Adriaansen/Shamisa Debroey
Illustraties: Shamisa Debroey

Als je het begin leest, dan is het, technisch gesproken, natuurlijk geen SF. Niet in het idee dat er een tijdmachine in elkaar geknutseld is en er iemand op een stoel gesnoerd zit, op knopjes drukt en aan wieltjes draait en zich dan lineair door de tijd beweegt. Het zou op zich beter onder te brengen zijn bij de Fantasy, maar je kunt niet onder het feit uit dat Carlo Ganz wel degelijk een tijdreis ondergaat en naar de toekomst verplaatst wordt. Daarom hoort dit verhaal dan toch weer onder de SF geschaard te worden. Ook als je verder leest, waar ik verder niet op in ga, dan wordt het zeker wel SF. Daar is geen twijfel meer over mogelijk!

‘De toevallige tijdreis van Carlo Ganz’ is niet het eerste boek van Leen Vandereyken, maar wel het eerste met een fantastiek thema. Eerder (ze debuteerde in 2007) schreef ze boeken, vooral voor meisjes. Ook was ze actief op schrijfgebied voor Studio 100 (Bumba en Piet Piraat) en acteerde in films en korte films. Nu is er dan Carlo Ganz. Niet specifiek voor jongens of meisjes. Maar gewoon een leuk boek voor de jeugd vanaf ongeveer tien jaar.

De dag dat hij verdwijnt, is het windstil in de Europa wijk, waar hij woont. Sterker nog er heerst een hittegolf. Maar Carlo en zijn vriend Guusje laten zich niet afschrikken door de hitte en gaan skaten vanaf de, door Carlo, zelfgebouwde ramp. Van het ene op het andere moment raast een onweersbui en een windhoos door de wijk. Hij laat een spoor van vernieling achter in de wijk en heeft zelfs een pony vanuit de wei in de Nederlandstraat, waar hij graasde, meegevoerd tot op het dak van een appartementengebouw in de Noorwegenlaan. Een helikopter moet er zelfs aan te pas komen om het dier te bevrijden. Net zo snel als de bui verscheen, verdween hij ook weer. Guusje is alleen. Carlo is in het niets verdwenen. Deze wordt wakker in een lege wei, met zijn neus in een hoop koeienpoep. Als hij thuiskomt, is alles veranderd. Zijn wijk is veel groter en er zijn veel meer straten waarvan hij het bestaan niet wist. Hij heeft ineens een zus, Antonia, die hij eerst niet had en meubels staan op een heel andere plek in zijn huis én hij heeft een goudvis. Het blijkt ineens vijftien jaar later te zijn, dan voor de plotselinge windhoos. Carlo voelt zich absoluut niet thuis in deze tijd en wil niets liever dan terug naar zijn eigen tijd. Hij wil dat alles weer wordt zoals vroeger. Maar hoe reis je terug door de tijd. Hij wist al niet eens hoe je vooruit moest reizen.

Een heel erg leuk verhaal, waar ik verder niets meer ga vertellen. Nou ja, verder niets… in ieder geval niet van wat er verder gebeurd. Als je wilt weten hoe het afloopt, dan zou ik willen zeggen… aanschaffen dan maar en van genieten. Het is vooral een grappig en luchtig verhaal, waar je verder niet al te lang over na hoeft te denken. Dat laatste mag natuurlijk wel. Leen Vandereyken was voor mij een onbekende schrijfster, maar ik heb ze door ‘De toevallige tijdreis van Carlo Ganz’ iets leren kennen. Op zich zou ik die kennismaking wel voort willen zetten, maar dan wel met meer fantastiek. Geen idee of ze dat van plan is. We gaan het zien!

Jos Lexmond

Ziel – Nico De Braeckeleer

Ziel.jpg

Ziel – Nico De Braeckeleer (YSF)
Bron 1
Baeckens Books, Mechelen (2020)
299 pagina’s; prijs 17,99
Omslag: Kaa Tigo bvba

‘Ziel’ is het eerste deel van een nieuwe trilogie voor Young Adults van Nico De Braeckeleer. Van zijn laatste, de ‘Adem’ tetralogie, was ik zeer onder de indruk en was er aldus opgebrand deze nieuwe serie ook weer tot me te nemen. Toen ik dit eerste deel als recensie exemplaar aanvroeg was ik ervan overtuigd een spook- of fantasy verhaal te ontvangen. Vraag me niet waarom, maar die indruk had ik nu eenmaal. Zelfs tot ik een aardig eind gevorderd was in ‘Ziel’ had ik die indruk nog steeds. Niet dat ik iets heb tegen spookverhalen of goede fantasy, maar toch werd ik aangenaam verrast door het feit dat we hier met Young Adult Science Fiction te maken te hebben. En aangezien ik een regelrechte SF fanaat ben (gevolgd door horror en op derde plaats fantasy) was ik dus meer dan opgetogen. Ik word niet heel erg gauw verrast, maar ditmaal had Nico Braeckeleer me bij mijn veter, zoals ze dat zeggen. Helemaal niet erg, maar het moet ook niet te vaak gebeuren, want anders ga ik misschien aan mezelf twijfelen. Nee hoor… ook niet waar. Ik word graag aangenaam verrast, dus ga gerust je gang!

Alles in ‘Ziel’ draait om Zoë Maes. Ze heeft alles wat haar hartje begeert in het leven. School, goede resultaten daar, ze is een artistiek talent en leeft zich uit als dj op feestjes en partijen. Ze heeft goede vriendinnen, onder wie Lauren haar beste vriendin. Haar Zwitserse herder Ishii en Justin is haar eerste en hele fijne vriend, ze hebben al drie maanden iets met elkaar. Wat zou je meer kunnen wensen als een opgroeiend meisje, zou je haast zeggen. Op een avond als, na een schoolfeest, samen met haar beste vriendin Lauren terug naar huis fietst na op een schoolfeest te zijn geweest, worden de beide meisje aangereden. Lauren heeft haar arm gebroken, maar Zoë komt pas na vijf dagen bij uit een coma in het ziekenhuis. Haar moeder is heel erg verdrietig en Zoë weet niet waarom, maar veel tijd heeft ze niet om daar over na te denken. Haar behandelend arts, Dr. Delvaux, komt haar kamer binnen en doet wat tests. Op Zoë’s vraag of alles goed komt, is zijn antwoord dat ze niet veel meer mankeert dan blauwe plekken en een snee op haar hoofd, maar dat ze binnen een paar dagen het ziekenhuis zal kunnen verlaten. Ze zal de eerste dagen misschien nog was last hebben van coördinatiestoornissen of wat geheugenproblemen, of misschien wat concentratieverlies, vermoeidheid en taal- en spraakstoornissen. Maar dat allemaal zou een kwestie van tijd zijn. Na een dag of vier is Zoë weer thuis, omringt daar haar verzameling CD’s en vooral weer herenigt met haar hond Ishii. De blauwe plekken en schrammen zijn al bijna verdwenen en de buil op haar hoofd op de plaats waar ze is gehecht, is al een heel stuk geslonken. Langzaam aan pakt Zoë haar leventje weer op en in eerste instantie lijkt alles weer te gaan zoals te was. Of toch niet? Kleine dingetjes zijn er wel anders als voor het ongeluk. Haar kledingkeuze van voor het ongeluk bijvoorbeeld, vind ze ineens niet meer zo heel erg leuk en zo zijn er meer dingen die anders zijn. Wat is er aan de hand? Vanaf hier is Zoë’s leven niet meer zoals ze gewend was. Ze komt achter bepaalde vreemde zaken en samen met Justin gaat ze op onderzoek uit.

Dit is een spannende Young Adult Science Fiction thriller, waar ik meer dan van genoten heb. Ik had ‘Ziel’ in slechts een paar dagen uit. Het las ontzettend makkelijk en was bijna niet weg te leggen. Zoals eerder gezegd was ik op het verkeerde been gezet en dat gebeurde gaandeweg het verhaal ook nog wel een paar keer. Het einde zag ik al helemaal niet aankomen en was een schok. Het had voor mij af en toe het gevoel alsof ik naar een aflevering van de Twilight Zone zat te kijken. Dat zal de Young Adults van tegenwoordig wel niet veel zeggen, maar ouderen onder ons weten wel wat dat betekent. ‘Hart’ wordt het tweede deel van ‘Bron’. Ik ben heel erg benieuwd hoe een en ander verder zal gaan.

Jos Lexmond

Hoeder van de vulkaan – Johan Klein Haneveld

Hoeder-van-de-vulkaan.jpg

Hoeder van de vulkaan – Johan Klein Haneveld (SF)
Godijn Publishing, Hoorn (2020)
286 pagina’s; prijs 19,99
Omslag: Tom Smits

Johan maakt er geen enkel punt van om in welk subgenre van de Fantastiek dan ook te schrijven. Zelfs als dat in een hybride vorm van Science Fiction, Fantasy en een vleugje Steampunk is, zoals ik ‘Hoeder van de vulkaan’ zou willen omschrijven. Toch heb ik het als SF gekenmerkt zoals hierboven te zien is. De reden hiervoor is natuurlijk dat het verhaal zich in een verre toekomst van onze aarde afspeelt en dat niet alleen. Ook het feit dat de bewegende steen mijns inziens een stuk overerfde techniek is, net als dat het zwaard van D’rik een verkapte energiestraler is. Natuurlijk, ik kan het mis en volkomen verkeerd geïnterpreteerd hebben, maar mijn gevoel zegt van niet. De tovenaars die de bewegende steen beheersten en een en ander tot een soortement van religie hadden verheven, vond ik minder zwaar wegen. Ik vond ze meer technici die de besturing van de bewegende steen verhulden door ‘magische’ gebaren te maken. But… correct me when I’m wrong!

Hoe dan ook… Johan heeft hiermee weer een prima verhaal geproduceerd, waar ik evenwel ook een kanttekening heb die ik meteen maar spui. Johan heeft het (waarschijnlijk) niet alleen zichzelf heel erg moeilijk gemaakt (wat ik niet erg vind), maar ook mezelf (wat ik dan weer wel erg vind). Hij deelde D’rik, de hoofdpersoon in deze, de zaak toe om in tweede persoon enkelvoud te fungeren. In eerste instantie keek ik daar wel heel erg vreemd tegenaan. Ik heb misschien wel eens een kort verhaal van Jack Vance in deze stijl gelezen en daarin werkte het wel, maar ik heb het nooit in een roman van deze meegemaakt en ik heb er toch al heel wat weggewerkt. Het leidde me heel erg af, in de zin dat ik maar in de gaten zat te houden of Johan ergens een misser maakte of niet. Dat maakte dat ik het verhaal veel minder beleefde en er maar oppervlakkig in kwam. Op den duur wende het wel enigzins, hoewel ik er nog steeds vreemd tegenaan bleef kijken. Het werd weer een stuk ingewikkelder toen D’rik een interactie kreeg met Chalin, die in eerste persoon enkelvoud neergezet werd. Beiden communiceren met elkaar vanuit elk hun eigen persoonsvorm. Dat leverde verwarrende conversatie op. Af en toe raakte ik echt de draad kwijt van wie er nu op welk moment aan het woord was. Het was een leuk experiment, Johan, maar voor mij hoef je het niet meer te doen. Ik kreeg er hoofdpijn van.

Bovenstaand daargelaten was de intentie van het verhaal prima. De al eerder genoemde D’rik is eerder gevangen genomen door de K’ral, een stam die roofbouw pleegt op gevangenen van onderworpen stammen door ze als slaven en voetvegen te behandelen en er zelfs geen probleem van maakt door ze te doden om hun energie te winnen. Als de slaven, alsmede de vulkaan waar ze wonen, opgebruikt is, trekken ze verder om een volgende vulkaan en daar wonende stam te onderdrukken. D’rik was eerst een slaaf, maar klom op tot strijder die gewaardeerd wordt door de K’ral, maar ook door verschillende strijders wordt gewantrouwd. Als de vulkaan van de K’ral begint te doven, wordt het hoog tijd om een nieuwe vulkaan te gaan zoeken om daar hun nieuwe basis te vestigen. Verkenners hebben aan de overkant van de ijsvlakte een verre vulkaan gevonden die aan al hun eisen voldoet. Ze hebben echter buiten de waard gerekend, wat inhoud dat de stam die deze verre vulkaan bezet houd op hun komst gerekend heeft en van plan is de K’ral met geavanceerde wapens van zich af te houden.
D’rik komt tussen de vechtende partijen te staan.

Dus… een prima verhaal, maar liever de volgende keer toch maar weer gewoon in de eerste persoon enkelvoud. Dat werkt prima voor mij en andere lezers.

Jos Lexmond

Verhalen Vertellers 3

verhalenvertellers-3.jpg

Verhalen Vertellers 3 (DIV)
Uitgeverij Macc, Rijen (2020)
277 pagina’s; prijs 16,95
Omslag: Tais Teng

Een nieuwe bundel Verhalen Vertellers is altijd meer dan welkom en ik ben altijd blij als ie weer door de brievenbus op de mat valt. Dit is alweer de derde versie en ik mag alvast hopen dat er ook weer een vierde versie komt. Dit keer is voor de eerste keer dat de kwaliteit van de verhalen wisselend te noemen is. De ‘Usual Suspects’ (‘Oude Rotten in het vak’ vind ik een beetje oneerbiedig overkomen) produceren als vanouds prima verhalen waar weinig of niets op aan te merken is. Het zijn de nieuwelingen, ofschoon ze allen al een boek (of misschien wel meerdere) gepubliceerd hebben, in deze anthologie die me een beetje zorgen baren. Maar daar kom ik vanzelf aan toe als ik de verhalen meer of minder uitgebreid (en min of meer cryptisch) bespreek.

Verhalen Verteller 3 opent met een ziltpunk verhaal van Tais Teng & Roderick Leeuwenhart. De laatste schrijft in zijn voorgeleiding dat dit zijn Meesterproeve is van een Aspirantlid Ziltpunk. Waar of niet? We zullen het nooit weten. Het gaat over een ijsbergenrace in de ruimte. Wat mij betreft is de Meesterproeve meer dan geslaagd en mag Roderick zich, wat mij betreft, Ziltpunk auteur noemen. – Karel Smolders: Schrijft een prima verhaal over een AI of nie. Techbrein over mensbrein. – Theo Barkel: Op de planeet Parijs is Min 10 is veel slechter dan 0. Resistance is futile! – Johan Klein Haneveld: Parallel gezocht, liniair gevonden. Leven als een ander, of toch niet… – Jaap Boekestein: Malakan de man zus, de vrouw zo. Een verwisseling is zo gemaakt. – Martijn Kregting: Een pre ziltpunk verhaal zou je misschien kunnen zeggen. Maar dat is niet geheel en al de bedoeling, denk ik zo. Het heeft een wel heel erg serieuze ondertoon. Is het virtueel of toch niet. Het langste én een van de beste verhalen in deze anthologie. Désirée de Jong: Een simpel, clichématig dystopisch verhaal waarin maar weinig gebeurt en dat als een nachtkaars uitgaat. Het heeft veel meer pit en diepgang nodig om werkelijk te boeien. Een van de verhalen waar ik me zorgen over maakte. Ik zou het nooit in deze bundel opgenomen hebben. – Tais Teng: Prachtig verhaal over tikkende en wauwelende klokken. Soms draaien ze de tijd terug. Tempus Fugit, maar welke kant op? Een van de beste verhalen! – Gé Ansems: Mooie SF. Met de opmerking: Ben ik nu gek of zijn jullie het. Tijd als een vluchtig medium. – Gerd Goris: Deze schrijver heeft fantasie voldoende, maar dit verhaal had duidelijk een (of meerdere) goede proeflezer(s) kunnen gebruiken die onderlegt zijn in Fantastiek. Een voorbeeld: De manheks die de hoofdrol speelt wordt binnen één pagina een jongen, een man en een jongeman genoemd. En nee… er verloopt geen veertig jaar binnen diezelfde pagina. Én het is niet het enige wat niet heel erg logisch is, maar het verhaal zit er vol mee. Er was zelfs een zin (gelukkig weet ik niet meer welke) die ik vijf keer heb moeten lezen om te kunnen bepalen waar die op sloeg. Ik weet het nog steeds niet. Het is een van de verhalen waar ik me zorgen over maakte. Het had nooit op deze manier in ‘Verhalen Vertellers 3’ mogen komen. – Nanouk Kira: Zij was duidelijk een verassing. Een degelijke en rauwe Fantasy. Dit gezegd hebbende wil niet zeggen dat er niets op aan te merken is. Het volk in dit verhalen zijn de Drekar, die van draken afstammen. Leuk en prima en misschien ook nog wel enigszins origineel (hoewel we ook nog wel de Drakenelfen van Bernhard Hennen hebben) ook. Maar in het verhaal merken we aan niets dat ze van draken afstammen. Mensen stammen van apen af. Bij deze of gene kan je dat nog steeds goed zien of merken. Kan je deze drakenafstammelingen bijvoorbeeld kussen zonder een verbrande bek (van de vurige adem) op te lopen en hebben ze geen klauwen, of rudimentaire vleugeltjes, of stekels in de nek en op de rug. En hoe is het ooit gekomen, die afstamming. Als dat niet verklaard wordt, dan kunnen ze net zo goed gewone mensen zijn. Of… Draco sum, humani nihil (of nil) a me alienum puto (Ik ben een draak, niets menselijks acht ik mij vreemd). Ik maakte mij geen zorgen over dit verhaal, maar iets meer duidelijkheid was leuk geweest. – Nadine Stenglein: Zoet verhaal over engelen, hemel en de hel, dood en leven. Ik moet zeggen dat het niet onaardig geschreven is, al is het niet een van de beste verhalen die ik ooit gelezen heb. Het is niets voor mij. Niet mijn genre! Maar… er is natuurlijk wel een markt voor.

Verruit de meeste verhalen zijn prima natuurlijk en dat maakt ‘Verhalen Vertellers 3’, toch weer zeer de moeite waard. Hopelijk zijn in versie vier alle verhalen, zoals gewoonlijk, weer in optima forma.

Jos Lexmond

Noorse Sagen. Voorbij de regenboogbrug – Kevin Crossley-Holland

Noorse-sagen.jpg

Noorse Sagen. Voorbij de regenboogbrug – Kevin Crossley-Holland (JDIV)
(Norse Tales. Stories from Across the Rainbow Bridge (Walker Books Ltd., Londen – 2020)
Lemniscaat b.v., Rotterdam (2020)
95 pagina’s; prijs 17,95
Vertaling: Margaretha van Andel
Omslag & Illustraties: Jeffrey Alan Love

In 2018 verscheen ‘Noorse Mythen. Over Odin, Thor en Loki’ van dezelfde schrijver en illustrator. Die had ik al in de bibliotheek gezien, uiteraard geleend en van genoten. Maar meer nog na het lezen van ‘Schemerwerelden, Britse en Ierse Volksverhalen’ ben ik overgehaald (hoefde nauwelijks) om ‘Noorse Sagen. Voorbij de regenboogbrug’ aan te vragen als recensie exemplaar. ‘Noorse Mythen. Over Odin, Thor en Loki’ bevatte een twintigtal verhalen en deze bundel slechts vijf, dus ergens heb ik het idee dat deze verhalen over zijn gebleven bij het samenstellen van ‘Noorse Mythen’ en dat ze nu alsnog uitgegeven zijn, of ze zijn natuurlijk hagelnieuw, dat kan natuurlijk ook. Hoe het ook zij… dat maakt helemaal niet uit. Hoe meer hoe liever zou ik zeggen, want de Noorse Mythologie zit vol met prachtige verhalen over Goden, monsters en andere vreemde wezens en wat mij betreft kan er niet genoeg uit geput worden. Zeker niet als deze verhalen zo prachtig gelardeerd worden met geweldig gestileerde hoekige én duistere wezens die vreemd genoeg toch lijken te leven en angst en dreiging suggereren. Heel mooi gedaan en een genot om doorheen te bladeren. Eigenlijk kan je er op deze manier meer van genieten. In eerste instantie misschien door de verhalen te lezen, met of zonder de platen te bekijken en later, of tegelijk natuurlijk, nog eens door de platen apart eens nader te bekijken. Ze zijn het meer dan de moeite waard.

Dan de verhalen zelf. In ‘De raddraaier en de Trol’ is Loki de trol te slim af in een wervelend verhaal van list en bedrog. De soms dubbele pagina’s grote illustraties springen je haast in je gezicht en doen je soms achteruit deinzen. ‘Skarps geest’, is een spookverhaal over Skarp, die door zijn dorpsgenoten een krentenkakker en een geldwolf genoemd werd. Na zijn begrafenis vertelt zijn weduwe aan diezelfde dorpsgenoten dat ze zijn geld niet heeft kunnen vinden. Eenieder verwacht dat zijn geest terug zal keren om het verstopte geld weer op te komen eisen. In ‘Het blauw in het blauw’ beseffen Inga en Arni dat ze dichter in de buurt van Asgard wonen, dan wie dan ook op Midden-Aarde. Het is een IJslandse vertelling van hoop en liefde en hun ontmoeting met de Godin Frigg, die de “Eerste onder de godinnen” genoemd, de vrouw van Odin, koningin van de Æsir, en godin van het firmament. Een belofte wordt nagekomen. In ‘Jouw leven of mijn leven’ geven Odin en Tangler, de rotsreus, elkaar raadsels op. Wie zal er winnen? De laatste verhaal is ‘De Gave van de Poëzie’. Hierin woont Aran op IJsland de begrafenis van Halldor bij. De geest van Halldor geeft hem de zo door hem gewenste gave van woorden. Odin staat dat privilege slechts bij hoge uitzondering toe.

Kortom geweldige verhalen die prachtig verteld worden en adembenemend mooi geïllustreerd zijn. Wat willen we nog meer. Wel… toch nogal simpel. Nog meer van dit!

Jos Lexmond

Ganymedes-20

Ganymedes-20.jpg

Ganymedes-20
Stichting Fantastische Vertellingen, Nieuw-Vennep (2020)
Rare Boekjes-reeks 54
342 pagina’s; prijs 9,95
Samenstelling: Remco Meisner & Paul van Leeuwenkamp
Omslag: Ingrid Heit/Vincent van der Linden
Verkrijgbaar op: https://shop.pr1ma.nl/ganymedes-20.html

Tot mijn grote verrassing én grote schrik (moet ik zeggen) vond ik zojust Ganymedes 20 terug in de stapel ‘Te verwerken’. Op deze stapel ‘Te verwerken’ liggen normaal de boeken die gerecenseerd zijn en in de Fandata opgenomen kunnen gaan worden. Dan kan ik (aanvullende) biografieën gaan zoeken op het internet en foto’s, waar ik iets mee kan, van auteurs en dergelijke. Maar goed (of niet goed natuurlijk), men kan dus kort en bondig zeggen dat ‘Ganymedes 20’ op de verkeerde stapel lag en daardoor niet aan de beurt kwam om gerecenseerd te worden. Hoe dan ook… nu heb ik dus een probleem. Ik denk dat ik ‘Ganymedes 20’ vrijwel meteen gelezen heb toen het uitkwam. Dat moet halverwege augustus 2020 geweest zijn. Het is nu halverwege februari en we zijn dus een half jaar verder. Als je nagaat wat ik in een half jaar weglees, zal het je niet verwonderen dat ik, buiten de summiere aantekeningen die ik altijd maak tijdens het lezen, verder niets meer weet van de verhalen in deze anthologie. Ik heb me dus serieus afgevraagd of ik deze recensie toch nog wel zou moeten schrijven, maar na een tijdje wikken en wegen, uiteindelijk toch besloten heb dit wel te doen en aldus toch zo nog enigszins, de langstlopende verhalenreeks en staalkaart van de vaderlandse fantastiek, eer aan te kunnen doen.

Puttend uit de aantekeningen die ik maakte tijdens het lezen kan ik concluderen dat ik maar een verhaal waardeerde ( ik gebruik sterren om de kwaliteit van de verhalen te duiden, waarbij een ster vrij slecht is en vijf sterren briljant) met drie sterren, zeven verhalen met vijf sterren en de rest met vier sterren. Ik laat het aan jou over om daar een eigen conclusie aan te verbinden, maar voor mij was deze Ganymedes 20 alweer uitermate briljant. Ook zal ik jullie de losse kreten die ik her en der bij de verhalen neerpende niet onthouden. Waar ik geen commentaar schreef: excuses! Hier komen ze: Guido Eekhaut (een met 5 sterren): Geweldig origineel tijdreisverhaal – Debby Willems: Leuk, maar voorspelbare horror – Remco Meisner: Aandoenlijk kolderverhaal – Frank Roger: Origineel – Joost Uitdehaag – Apart. Kan men nog lang over nadenken – Gert-Jan van der Bemd: Futuristisch, bizar, bijna horror – Marcel Ozymantra (een met 5 sterren): Fascinerende First contact – Elly Godijn: Draken van de nacht – Johan Klein Haneveld: Fascinerend verhaal over mensen en hun afval dat overal achter gelaten wordt. Kijk maar eens bij op- en afritten bij snelwegen, maar dan héél extreem – Hay van de Munckhof: L’Histoire se repete – Tais Teng (een met 5 sterren): Tais Teng is een Jack of all Trades, zelfs de Edda vult hij moeiteloos aan – Reinold Widemann (een met 5 sterren): Prachtig en griezelig, maar luchtig verteld – Jaap Boekestein: Een heerlijke over de top SF klucht die afloopt zoals hij bedoeld is – Paul van Leeuwenkamp (een met 5 sterren): Het kolken en zieden van een Nederlandstalige SF schrijver brengt een kosmische intelligentie tot wanhoop in Nieuw Vennep. Hoe er een zinnige intelligentie van te maken waar communicatie mee mogelijk is. Verrukkelijk!!! (zelfs voor mezelf is deze te cryptisch) – Joke Adam: Beklemmende horror. Mist is angstaanjagend. Bijna thuis… of toch niet? – Mike Jansen (een met 5 sterren): Onvervalste Hollandse harde SF – Rob Geukens (een met 5 sterren): Alleen het lezen al, verkilt je hart.

Ik weet niet hoe het met jullie is, maar ik krijg zin het op te pakken en te lezen. Als ik deze recensie teruglees, is het welhaast een volwaardige recensie. Ik was blij dat ik in ieder geval (de soms vrijwel onleesbare) aantekeningen had. Zo… en dan kan nu Ganymedes 20 wél op de stapel ‘Te verwerken’. Op naar Ganymedes 21. Ik beloof dat dan alles weer als vanouds gaat en hij op de juiste stapel terecht komt!

Jos Lexmond

Een Dodelijke Opleiding – Naomi Novik

Dodelijke-Opleiding.jpg

Een Dodelijke Opleiding – Naomi Novik (FA)
Les één van de Scholomance
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam (2020)
333 pagina’s; prijs 24,99
Oorspr.: A Deadly Education – Lesson One of the Scholomance – (Del Rey, New York City, New York – 2020)
Vertaling: Karin Breuker
Omslag: Moker Ontwerp/Erik Kriek

Mijn relatie met Naomi Novik, hoewel vrij eenzijdig (ik las haar verhalen wel, zij de mijne niet, althans dat lijkt me aannemelijk), begon niet zo heel erg geweldig. Als eerste las ik ‘Temeraire’, haar debuutroman en het eerste deel van de gelijknamige reeks. Ik vond het helemaal niks en liet het daarbij. Volgens mij heb ik het eerste deel niet eens helemaal uitgelezen, maar daar kan ik mij in vergissen. Het is niet echt mijn gewoonte en het kan nooit zoveel niets geweest zijn, want anders was ‘Temeraire’ nooit de John W. Campbell Best Book Winner van 2007 geweest. In de jaren die volgden bleef Naomi Novik lekker met haar Temeraire serie bezig en daartoe lag onze relatie dus stil en ging ik vreemd met andere schrijvers (alles in het nette, toch?). Dat duurde tot ‘Ontworteld’ in vertaling verscheen in 2015 en ‘Zilvergaren’ in 2018. De laatste was een zeer vrije hervertelling van ‘Repelsteeltje’. ‘Ontworteld’ heb ik nog steeds niet gelezen (geen tijd voor), maar ‘Zilvergaren’ sloeg bij me in als een bom. Dus toen was de relatie weer aan en hoe… . Toen dus de aankondiging kwam dat het eerste deel van ‘Scholomance’ zou verschijnen, aarzelde ik geen moment, vroeg het aan als recensie exemplaar en kreeg het prompt.

Ik zal hier meteen mijn bevindingen maar neerpennen, dan hebben we dat maar weer gehad. Prima verhaal, maar het heeft een (groot) nadeel. Het bestaat uit vrij lange hoofdstukken en dan vrijwel zonder witregels. Ik geloof dat er in het hele boek slechts twee witregels voorkomen en dat is bijzonder vermoeiend lezen. Je hebt het idee dat het verhaal maar doordendert en nooit is er een rustmoment. Tegen dat het lange hoofdstuk uit is hangt je tong op je schoenen. Dat leest niet lekker, dat kan ik je wel vertellen. Welaan… dit is meteen het enige negatieve aan het gebeuren.

Bij het lezen van ‘Een Dodelijke Opleiding’ kreeg ik al heel erg snel het idee dat ik een volwassen en venijniger versie van Harry Potter aan het lezen was. El Higgins, een loner, is goed getraind en voor bereid op de gevaren van Scholomance, een school voor magische leerlingen. Op deze school zijn geen leraren, geen schoolvakanties en de meeste vriendschappen die er ontstaan zijn puur strategisch en erop gericht om je eigen overlevingskansen te vergroten, zelfs als dat ten gevolge heeft dat je ‘vriend’ het loodje moet leggen. Op deze school leer je namelijk overleven en elke spreuk die je je eigen maakt, geeft je een grotere kans om te overleven en weer een jaar op te schuiven, waardoor je in dat nieuwe leerjaar weer sterkere spreuken nodig hebt om dat jaar weer door te komen. Eenmaal in de school kom je er pas weer uit als je slaagt voor de opleiding of dat je overlijdt. Dat laatste komt nogal eens voor. Er huizen monsters in de school, die door de gangen sluipen, die door kieren en spleten doordringen in de kamer en je bed, als die niet beveiligd zijn met spreuken, en je eten vergiftigen of bederven als je even niet oplet. El Higgins heeft geen bondgenoten, maar ze bezit wel een duistere vorm van magie die ze van haar moeder heeft. Haar magie is sterk genoeg om bergen met de grond gelijk te maken en miljoenen mensen in één klap om te brengen. El doet haar best deze kracht niet te gebruiken omdat het gemakkelijk uit de hand kan lopen, maar of dat lukt…

Zoals gezegd: een prima verhaal, maar vermoeiend om te lezen. Hopelijk wordt dat bij het volgende deel naar vermogen opgelost. De school zelf heeft een ingenieus ontwerp. Als je het boek aanschaft (en bij deze: Doen!) dan moet je de dwarsdoorsnede van De Scholomance maar eens bekijken op de tekening in het boek. Ingenieus! Het kan nog wel een tijdje duren voordat we deel twee kunnen lezen. De Engelstalige versie komt pas in september van dit jaar beschikbaar.

Jos Lexmond

EdgeZero. De beste Nederlandse genreverhalen uit 2019

EdgeZero-2019.jpg

EdgeZero. De beste Nederlandse genreverhalen uit 2019
EdgeZero Publicaties (2020) € 15,32
Omslag: Mike Jansen & Peter Kaptein/ Tais Teng
Verkrijgbaar via Amazon.de

De beste Nederlandse genreverhalen uit 2019. Ik heb een beetje moeite met de titel, maar dat heeft niets te maken met de kwaliteit van de verhalen in deze anthologie. Dezen krijgen allen van mij de kwalificatie van goed tot zeer goed, maar daarover later meer. Nee, het heeft te maken met het feit dat je dat niet kunt zeggen, als je alle verhalen, verschenen in 2019, niet gelezen hebt. De jury, bestaande uit schrijvers, uitgevers, redacteurs en recensenten, hebben hiervoor een kleine honderd (93 om precies te zijn) verhalen gelezen en hieruit de 21 beste geselecteerd, die een plaatsje in deze bundel veroverd hebben. Ik kan me, met de beste wil van de wereld, niet voorstellen dat er maar 93 verhalen geschreven en gepubliceerd zijn in 2019. Okay, er zijn natuurlijk restricties als voorwaarden voor deelname in de EdgeZero wedstrijd en zeer waarschijnlijk zijn niet alle verhalen die geschreven en gepubliceerd zijn, aangemeld voor deelname. Maar toch vind ik dat de vlag de lading in deze niet dekt. Bovendien, maar dat is misschien nitpicking, klopt ‘Nederlandse’ in deze ook niet. In de gauwigheid zie ik in ieder geval twee Vlaamse deelnemers (Frank Roger en Bart de Wolf (hoewel de laatste wel in Nederland woont)). Dus ‘Nederlandstalige’, zou een stuk beter geweest zijn.

Nu ik mijn bedenkingen over de titel gespuid heb, gauw door naar de verhalen die zoals eerder vermeld, allen van uitzonderlijke kwaliteit zijn. Iets wat eigenlijk ook niet anders kan, want het talent is in het Nederlandse taalgebied is groot en de kundige jury van tien, die er een aantal keren naar gekeken heeft, is wat mij betreft tot een prima oordeel gekomen.

Omdat ik niet bij alle verhalen een uitgebreidere recensie kan schrijven (daar het anders een veel te lange en onleesbare recensie zal worden) zal ik me, net als bij eerdere recensies van anthologieën meestal beperken tot een min of meer cryptische omschrijving die me tijdens het lezen inviel. Op sommigen zal ik iets verder ingaan.

Tais Teng: Op zwoele toon: Met jou tanden in mijn vlees – Bart de Wolf: Verontrustend in slechts een paar woorden – Eowen Valk: Niet méér met dat bijltje gehakt – John Klein Haneveld: You only die once – Jan J.B. Kuipers: De een z’n dood… – Jorrit de Klerk: Hoe kan het dat hij in januari 2019 iets wist over COVID-19? – Django Mathijsen: Misschien niet het beste verhaal, maar by far (tot nu toe dan) het leukste – Debby Willems: Er is meer tussen hemel en aarde, vriend etc. – Bo Balder: Opkikker, of misschien Neerkikker. Dit verhaal is de winnaar van de EdgeZero 2019 publieksprijs – Adriaan van Garde: Het ene probleem leidt naar het andere. Qua hilariteit steekt dit verhaal dat van Mathijsen naar de kroon. Rolde haast van de bank van het lachen – Kelly van der Laan: Beklemmende horror die op je overslaat – Dirk Bontes: Ik wil ook een erectiekikker. Daar kikker je van op, lachen! – Tais Teng en Jaap Boekestein: Megalomane structuren, manische wolkenvaarders en materialistische monosculpturen. Ziltpunk in optima forma! – Maarten Luikhoven: Apocalyps al geweest, of toch niet – Paul van Leeuwenkamp: Punk, maar dan zonder zilt. Verhaal in de stijl van Wim Burkunk. Ik heb al moeite met een verhaal in mijn eigen stijl, laat staat in de stijl van iemand anders. Maar heel mooi gedaan! – Jaap Boekestein: Koning ben je voor het leven, onderbroken of niet. Dit verhaal deed met heel erg denken aan de Fafhrd en de Grijze Muizer verhalen van Fritz Leiber – Django Mathijsen & Anaïd Haen: Spijt brengt je nergens, loslaten wel. Prachtig verhaal over liefde en los kunnen laten – Joost Uitdehaag. Dit was GENieten, niets meer aan doen dus – Reinder Veelinx: Inquisitie nieuwe stijl. Ontzagwekkend eng! – Frank Roger: Fake memories in stories. Misschien nog wel enger dan het voorgaande verhaal – Mike Jansen: Verhaal in de stijl van Paul Harland, misschien wel in zijn geest, of met zijn geest?

Natuurlijk had ik een deel van de verhalen al eerder genoten, maar het was een genot ze nogmaals tot mij te nemen. Een van de grootste voordelen van deze EdgeZero verhalenbundel is het delen met de rest van de mensheid van de verhalen die geheel en al niet in druk of op welk ander medium zijn verschenen en alleen maar meededen aan verhalenwedstrijden of iets dergelijks, gedrukt in (obscure?) bladen en/of boeken, die ik miste, of in digitale vorm op een vluchtig medium als sites op internet, welke dus geheel en al aan mijn aandacht ontsnapten. Dat laatste feit alleen al, maken de jaarlijkse uitgave van EdgeZero, of ik het nu met de titel eens ben of niet, een onmisbare uitgave, waar ik steeds meer naar uit ga kijken. Ga zo door, Mike en Peter en let maar vooral niet op mij met mijn gemuggenzift. Ik ben nu al weer meer dan benieuwd naar EdgeZero 2020! Nog even aandacht voor de weer prachtige omslagillustratie van Tais Teng. Letterlijk en figuurlijk een plaatje te noemen!

Jos Lexmond

Jack Vance – Rare snuiters

Rare-snuiters.jpg

Jack Vance – Rare snuiters – 226p.
Spatterlight, Amstelveen (2020) € 15.28
Het Verzameld Werk van Jack Vance 15
(Strange Notions -1985, Underwood-Miller, Columbia)
Vertaling: M.K. Stuyter SJ
Omslag ontwerp & Illustratie: Howard Kistler

Dat doen ze, die schrijvers! Ze schrijven een verhaal dat compleet anders is dan anders en totaal buiten hun of mijn comfort zone ligt. Het is zo, dat als iemand mij dit boek zonder omslag en titelpagina had laten lezen en me daarna gevraagd zou hebben wie de schrijver was, dan had ik hem (of haar natuurlijk) zeer waarschijnlijk zeer glazig aangestaard en gemompeld hebben: “Weet ik veel! Zou het bij Jehosaphat niet weten.Wie is‘t?” En als dan dezelfde (of desnoods een andere) persoon geantwoord zou hebben: ”Jack Vance”, dan zou ik hem (of haar) niet geloofd hebben tot de persoon in kwestie de omslag en de titelpagina aan me had laten zien. Waarom doet zo’n schrijver zoiets? Niet dat het verhaal niet leuk was, of niet te genieten…, daar niet van. Maar de vraag dringt zich toch aan me op, waarom gaat een schrijver ineens een kant op die hij (of zij) normaal gesproken niet op gaat. Zat hij vast in Lyonesse, of had hij er plotsklaps meer dan genoeg van en wilde wel eens even wat anders? We zullen het waarschijnlijk nooit weten. Jammer, want dat soort dingen intrigeren me best wel.

Dit gezegd hebbende gaat we toch maar eens kijken naar ‘Rare snuiters’. Chuck Musgrave, een jonge Amerikaanse kunststudent staat te tekenen op een plein in Rome. Als hij achteruit stapt om een kleine wijziging op de tekening te beoordelen, botst hij per ongeluk tegen een andere Amerikaan, die zich voorstelt als Kex en vervolgens Chuck uitnodigt om wat te drinken. Onderweg vraag Kex aan Chuck of hij kan leven van zijn werk, waarop Chuck ontkennend antwoord. Ze raken in gesprek over dat het zo moeilijk van de kunst te leven, ook al als je een talent als Chuck hebt. Kex kijkt Chuck nogmaals aan en zegt dat hij denk wel een opdracht voor Chuck te kunnen regelen. Hij biedt hem tienduizend lire plus onkosten per dag als hij naar Positano (een klein stadje onder de rook van Napels) komt om daar zwart-wit tekeningen van de gebouwen aldaar te maken. Kex wil daar graag een portfolio van uitgeven. Chuck kan dan in het appartement van Kex wonen en dan zelfs de boodschappen die hij nodig heeft op diens rekening laten zetten. Als Chuck een voorschot als bewijs van goede wil, trekt Kex zijn geldklem tevoorschijn en geeft hem 110.000 duizend lire, een voorschot voor tien dagen plus onkosten. Er is nog een voorwaarde dat hij zich regelmatig voordoet als James Hilfstone en dagelijks naar het postkantoor gaat om de post voor James Hilfstone op te halen. Chuck vind het maar een rare zaak, maar geld is geld en dat is voor hem een kostbaar goed, dus hij pakt zijn spullen bij elkaar en vertrekt naar Positano.

Het is het begin van alweer een lollig verhaal wat qua lolligheid dan toch ook wel weer een ‘echte’ Vance is, maar dat, zoals gezegd, zo ver van zijn normale werk afstaat, dat het niet als zodanig te herkennen zou zijn. Maar goed… Jack Vance zelf zal er best wel plezier een beleeft hebben en ook ik. Nieuwsgierig geworden… daar is simpelweg iets aan te doen, niet? Nog even dit: geen SF, Fantasy, of een detective dus, maar… ???

Jos Lexmond