Hebban organiseert de Harland Awards schrijfwedstrijd

De grootste Nederlandstalige schrijfwedstrijd voor fantasy, sciencefiction, horror en aanverwante speculatieve genres krijgt een nieuw thuis bij de grootste lezerscommunity van Nederland en Vlaanderen.

Vanaf dit jaar organiseert Hebban.nl de roemruchte schrijfwedstrijd die in 1976 voor het eerst werd georganiseerd. Onder de eerdere winnaars zijn bekende namen als Thomas Olde Heuvelt, Christien Boomsma en Erik Betten. De hoofdprijs is 500 euro. De shortlist wordt gepubliceerd in een gratis te downloaden ebook. Tot 4 oktober kunnen verhalen worden ingezonden.

Al sinds 1976 wordt de Harland Awards – onder verschillende namen, zoals de King Kong Award, de Millenniumprijs en de Paul Harland Prijs – georganiseerd. De schrijfwedstrijd richt zich op korte verhalen (tot 7.500 woorden) in de speculatieve genres, zoals fantasy, sciencefiction, horror, magisch realisme en alles wat daar tussen, onder, achter en omheen ligt. Eerdere prijswinnaars, zoals Erik Betten, Thomas Olde Heuvelt, Paul Evanby, Christien Boomsma en Bo Balder, zijn in binnen- en zelfs buitenland doorgebroken met hun verhalen en boeken.

Om de lezers op Hebban kennis te laten maken met de fantastische auteurs die we hebben in de lage landen wordt de aankondiging van de schrijfwedstrijd vergezeld van een ebook met 7 winnende verhalen van eerdere edities.

Schrijvers hebben nog bijna vier maanden de tijd om hun verhaal of verhalen (maximaal twee, maximaal 7.500 woorden per verhaal) te schrijven. Vanaf 1 september kan er via een formulier op Hebban ingezonden worden. De deadline is 4 oktober.

De Harland Awards is een gejureerde schrijfwedstrijd. De inzendingen worden door een grote groep voorselecteurs gelezen, die ook een oordeel per verhaal geven. Geïnteresseerden kunnen zich via Hebban inschrijven om te helpen met de voorselectie. Criteria: een voorselecteur moet kennis van het fantastische genre hebben, niet deelnemen aan de schrijfwedstrijd en een objectief oordeel kunnen vellen. Alle deelnemende auteurs krijgen feedback op hun inzending.

Als voorselecteur lees je 15 tot 25 verhalen, afhankelijk van het aantal inzendingen. Je hoeft dus niet álle binnengekomen verhalen te lezen, want dat zou nogal een klus zijn. Je beoordeling bestaat uit een cijfer en een kort stuk tekst feedback voor de auteur. Uiteraard wordt dit je allemaal uitgebreid uitgelegd als je geselecteerd wordt als voorselecteur.

Voor de voorselectie heb je vijf weken de tijd, van begin oktober tot begin november. De verhalen mogen maximaal 7.500 woorden lang zijn en zijn vaak korter. Naar verwachting zul je ongeveer het equivalent van 2 romans lezen.

Uit die beoordelingen wordt een shortlist samengesteld die door een jury van kenners en professionals wordt gelezen en beoordeeld. In december wordt de winnaar van de Harland Awards 2020 aangewezen en worden de vijf beste verhalen in een ebook aan de lezers aangeboden.

Lees meer op Hebban.

 

In memoriam: Jack Schlimazlnik

In Memoriam

Jack Schlimazlnik
1970 – 2020

Jack of all trades

De meeste genreschrijvers kennen de naam Jack Schlimazlnik wel, is het niet als jurylid, dan wel als geducht medestrijder in wedstrijden of als nauwelijks-blad-voor-de-mond nemende criticus van verhalen en boeken.
Jack voelde zich zeer betrokken met het genre, was op zijn manier een voorvechter van kwaliteit op alle vlakken – of het nu ging om juryrapporten en de wijze van jureren, de kwaliteit van geschreven recensies, of de kwaliteit van geschreven verhalen – en was vanuit die passie duidelijk aanwezig op diverse fora en social media waar hij discussieerde, commentaar gaf, informeerde en adviezen verspreidde.
Zoals dat gaat bij mensen met een sterke aanwezigheid en een uitgesproken mening, was Jack bij sommigen geliefd en werd hij door anderen gevreesd, gemeden en soms zelfs (mild) gehaat.

Jack schreef en publiceerde verscheidene verhalen, gaf de steampunk-bundel ‘In de schaduw van het Keezending’ uit (die via deze pagina gedownload kan worden en waarvan hier een recensie gelezen kan worden) met werk van hemzelf en andere schrijvers en verscheen in verschillende bundels, waaronder die van Edge.Zero, Uitgeverij Verschijnsel (‘Echte liefde en andere verhalen’), Stichting Fantastische Vertellingen (Ganymedes 16) en in verschillende magazines, waaronder Wonderwaan en Pure Fantasy.

Een klein overzicht van Jacks werk kan gevonden worden op zijn webpagina: https://vanip.home.xs4all.nl/schlimazlnik/werk.htm

Ebooks met korte verhalen op Smashwords:
https://www.smashwords.com/profile/view/schlimazlnik

Korte verhalen op Sweek:
https://sweek.com/nl/profile/224787/74088

Op Edge.Zero:
http://www.edge-zero.com/?tag=jack-schlimazlnik

Blogposts en kritische artikelen van Jack op LiveJournal:
https://schlimazlnik.livejournal.com/

Jack Schlimazlnik is een pseudoniem. Jack was daar altijd helder in. De werelden waarin Jack verkeerde, bleven altijd strikt van elkaar gescheiden, hoewel de resultaten van die twee werelden elkaar regelmatig raakten en beïnvloedden, wat in de loop der jaren tot uiting kwam in stijl, thematiek en eigen-wijze schrijven. Een proces dat we hebben mogen volgen, tot het nu abrupt is beëindigd.

Uit de laatste berichten van Jack bleek al dat hij iets voelde aankomen en dat heeft geleid tot veel speculatie onder vriend en vijand. Nu is duidelijk dat dat einde inderdaad nabij was en op 9 mei is Jack helaas overleden. Hij is in aanwezigheid van vrienden en familie begraven op 15 mei.

We zijn bedroefd dat Jack is heengegaan. Hij was inderdaad een Jack of all trades. En in sommige gevallen meer meester dan hij zelf aangaf, zoals blijkt uit – onder andere – het behalen van elf top-10 posities in verschillende verhalenwedstrijden waaronder meerdere top-3 plaatsen in de Trek Sagae- en Fantastels wedstrijden en de eerste plaats in de tweede editie van EdgeZero Award.

In al je capaciteiten laat je een leegte achter, Jack. Je gaat gemist worden.
Vaarwel.

26 mei 2020,
Hilversum, Amsterdam
Edge.Zero,
Mike Jansen en Peter Kaptein

Interview met Robert Soeterboek en Edwin Balogh – HSF (2019/3)

Voorbij het Elektrische Kasteel: een interview met Robert Soeterboek en Edwin Balogh

Edwin Balogh heeft een veelzijdige muzikale carrière opgebouwd. Hij heeft gezongen in de Tilburgse formatie Stages, de Hongaarse band Omen, Tamas en als “the Roman” in Into The Electric Castle van Ayreon. Daarbij heeft hij teksten geschreven voor diverse Hongaarse artiesten, houdt hij zich bezig met vocalcoaching en het opnemen en produceren van muziek.
Robert Soeterboek is zanger en heeft gezonden in verschillende bands en aan diverse projecten in binnen- en buitenland meegewerkt. Op een paar op te noemen: Vulture, Highway Chile, Wicked Sensation, Thomsen, Ayreon en Star One. Daarnaast heeft hij meegewerkt aan veel commercials voor radio en tv en organiseert hij momenteel twee jaarlijkse festivals, namelijk Blokhut live en Rotterdam Rocks.

Namens het NCSF mocht ik Robert Soeterboek en Edwin Balogh een aantal vragen voorleggen over het live project Into the Electric Castle And Other Tales.

Zaterdag, 14 september 2019, heb ik jullie optreden gezien in Ayreons Electric Castle Live And Other Tales in 013 te Tilburg. Hoe heb je je voorbereid op deze rol?

Edwin: Arjen vroeg me vorig jaar in de zomer of ik interesse had om “the Roman” live te spelen en aangezien “Into The Electric Castle” een van de gaafste albums vind waar ik ooit aan heb meegedaan was mijn antwoord een volmondig ja. Aangezien de rol van “the Roman” een krijger betreft en geen volgevreten senator, is mijn eerste stap geweest om naar de sportschool te gaan om eens flink te gaan fitnessen. Ik zing dagelijks erg veel dus mijn zangconditie is altijd wel op orde echter, het was al wel een hele tijd geleden dat ik in de Rock c.q. Metal iets had gedaan als zanger en zeker niet op dit niveau. Dus naast mijn bijna dagelijkse oefensessies heb ik Arjen en Joost gevraagd of ik met de band kon repeteren om het gevoel weer een beetje te krijgen. Rond juli ben ik dat dus gaan doen en dat was heerlijk. Het is namelijk heel erg tof als zo’n productie tot leven komt door de vingers van muzikanten. Bovendien voelde het een beetje als thuiskomen.

Robert: Ik ben vooral op mezelf en sluit me af, teksten neem ik door en luister de songs totdat alles in mijn hoofd zit, op showdagen zelf kan ik me daardoor wat meer ontspannen, zenuwen heb ik geen last van.

Het werk van Arjen Lucassen is nauw verbonden met science fiction en fantasie. Heb je hier zelf ook iets mee? Wat kijk, lees of speel je zelf wat met science fiction en/of fantasie te maken heeft en wat raad je anderen aan?

Edwin: Ja ik ben een enorme fan van het hele Star Trek oeuvre met in het bijzonder de Next Generation. Bovendien ben ik helemaal gek van Harry Potter, Fantastic Beasts, etc. Ik volg alles van Marvel en ben een fervent Netflixer die de meeste fantasie en sciencefiction series en films kijkt. Het laatste wat ik gezien heb is de serie Another Life en ik ben geïntrigeerd door de Braziliaanse serie 3%.

Robert: Niet direct nee, maar door Arjen’s teksten ben ik me er wel wat meer in gaan verdiepen en zeker nu ik John de Lancie heb ontmoet en gesproken zal ik me toch eens op Star Trek storten. Ik ben wel naar een lezing geweest van André Kuipers over zijn ruimtereizen en was hevig onder de indruk. Ik ben ook een tijd verslaafd geweest aan Zelda!

Hoe was je samenwerking met Arjen Lucassen, hoe ben je destijds bij het project betrokken geraakt en wat vond je van de live uitvoeringen?

Edwin: Volgens mij heeft Arjen een album van Omega gekregen van een gemeenschappelijke kennis. Hij vond wel dat ik een goede stem had maar dat het allemaal wat laag was. Wat overigens klopt, want ik zou aanvankelijk maar 1 nummer op de Omega cd inzingen en verder alleen de Engelse teksten schrijven. Kortom de toonsoorten op het album waren eigenlijk gekozen voor de stem van Mecky (de originele zanger). Arjen heeft mij toen uitgenodigd om eens kennis te maken en daar heb ik een gitaar gepakt en een liedje voor hem gezongen en dat heeft hem overtuigd. De samenwerking met Arjen heb ik als heel prettig ervaren. Hij weet wat hij wil en laat je wel de kans om het beste van jezelf te laten zien. Ik vind het fijn als mensen duidelijk zijn. Bovendien houden we beide van Monty Python en Star Trek. Dat we dit nu met deze geweldige groep mensen live op het podium hebben gezet, met zoveel passie, kwaliteit en dan ook nog in zo’n gezellige relaxte sfeer, is voor mij een ongelofelijke fijne ervaring geweest die nog steeds een beetje onwerkelijk voelt. Toen ik hoorde dat John de Lancie mee zou doen werd ik helemaal gek. Ik ben een Next Generation fan en dan vind ik de afleveringen met Q ook nog eens de leukste. De samenwerking was geweldig en John is ook een hele prettige persoon om mee te werken. De zondag voor de shows ontmoette ik hem in Sandlane Studio’s in Rijen en toen hij aan zijn voordracht begon dacht ik: zometeen knipt hij met zijn vingers en ben ik aan de andere kant van het universum.

Robert: Mijn samenwerking met Arjen is altijd goed geweest. We zijn al bevriend met elkaar ver voordat hij met Ayreon begon. We zaten in verschillende bands en schreven samen songs. Een van de bands droeg de naam ”Planet nine” (de negende planeet), de negende planeet is Pluto en het grappige was dat onze bassist Peter Vink (ja die van Star One!) in de Plutostraat woonde destijds, dan heb ik het over zo’n 30 jaar geleden! Eerst was de naam Plan Nine afgeleid van de eerste science fiction film “Plan Nine From Outer Space”, een hele slechte productie trouwens! Toen kwamen we erachter dat er al een punkband bestond met de naam “Plan Nine” zodoende is het Planet Nine geworden. De live uitvoeringen zijn naar mijn mening geweldig. Er wordt hard aan gewerkt en de voorbereidingen zijn dan ook tot in de puntjes nauwkeurig, tel daarbij op de gedrevenheid en karakters (die perfect samengaan) van de muzikanten, zangers, zangeressen en crew dan weet je eigenlijk al dat het resultaat goed zal zijn. Arjen heeft een gave om de juiste mensen bij elkaar te brengen!

Dit interview, door Jan Johannes Scholte, is eerder verschenen in HSF (2019/3).

em-music.nl/over-edwin
baroeg.nl/robert-soeterboek/

De Zwijgende Aarde – HSF (2019/3)

Nadat de VS is ingestort, is de EU de grootste wereldmacht geworden. Nederland heeft een voortrekkersrol daarin. In deze wereld kunnen mensen zich verbeteren door cybernetische en genetische modificaties, maar er wordt neergekeken op dit soort ‘klusjes’. ‘Puur blijven’ is het grootste goed.

De aarde regeert over de koloniën in het zonnestelsel, vooral dankzij de ruimteschepen van de VAHA (Verenigde Aardse Handels Alliantie, vergelijkbaar met de VOC.) Maar dan gebeurt er iets waardoor communicatie van en naar de aarde wegvalt en de schepen van de VAHA niet meer kunnen uitvliegen. De koloniën zijn op zichzelf aangewezen.

De boeken over De Zwijgende Aarde vertellen wat er dan gebeurt.

 

Zes auteurs, vijf boeken, één universum

In het buitenland bestaat het idee van een ‘shared universe’, waarin verhalen van meerdere auteurs dezelfde verhaalwereld delen, al heel lang. Denk aan filmuniversum van Marvel, de boeken die zich in Dungeons & Dragons-werelden afspelen, of het Arrowverse van DC-superhelden.

Ik wilde iets soortgelijks met een groep schrijvers proberen. Niet een serie met een verhaallijn die doorloopt, maar een wereld waarin meerdere verhalen verteld worden. Veel meer dan dit gegeven had ik in eerste instantie niet; of het een fantasywereld moest worden, of juist een SF-universum, wist ik nog niet. Toen ik auteurs ging zoeken werd vrij snel duidelijk dat iedereen een voorkeur voor sciencefiction had.

Ik heb auteurs gezocht wiens werk ik kende en goed vond. Ik wilde een diverse groep, met verschillende schrijfstijlen. Het was niet de bedoeling dat de samenwerking zou resulteren in een eenheidsworst, maar het ging me juist om de diversiteit waarmee de auteurs de verhaalwereld zouden benaderen.

We hebben de wereld samen gecreëerd en gebrainstormd over de thema’s van de serie, het verloop van de tijdlijn, en dergelijke. Verder hebben we elkaars synopsissen en verhalen gelezen, en geprobeerd verwijzingen en lijntjes naar elkaars romans te verwerken.

 

Verhalen van de Zwijging

De vijf romans in de serie spelen zich elk af op een andere plek in ons zonnestelsel. Elk boek is zelfstandig te lezen, maar wanneer je ze allemaal leest krijg je een beter beeld van het grote geheel.

Revolte van Jorrit de Klerk speelt zich af in de planetoïdegordel, waar veel cybernetisch gemodificeerde mijnwerkers leven. Raik, de hoofdpersoon, werkt voor de VAHA en staat op het punt gepromoveerd te worden wanneer er onrust uitbreekt. Het is een actierijk verhaal, een echte rollercoaster. Revolte is Jorrits romandebuut.

Roest, mijn eigen bijdrage, speelt zich af op Mars. Hoofdpersoon Sam is een magistraat in dienst van het Internationale Mars Akkoord. Ze reist tussen nederzettingen om de wet te handhaven en recht te spreken. Zes jaar geleden werd ze geïnfecteerd met een technovirus dat haar DNA heeft herschreven. Doodsbang om verder te muteren probeert ze haar werk zo goed en zo kwaad als het gaat uit te voeren. Het boek is een thrillerachtige zoektocht naar identiteit.

Na twee serieuze boeken voegt Mara van Ness met Titanium een lichtere ‘touch’ toe. De Saturnusmaan Titan is het Las Vegas van het zonnestelsel. In ‘kuuroorden’ wordt elke maas in de wet benut om je levensduur te rekken zonder je belastingvoordeel kwijt te raken. Wanneer het contact met de aarde verbroken wordt, strandt wetenschapster Emmelie hier. Ze stuit op een schandaal dat de manier van leven op Titan weleens op zijn kop zou kunnen zetten …

Tweeleed van Django Mathijsen en Anaïd Haen is een heuse familiekroniek. Het boek begint 37 jaar vóór de Zwijging en eindigt tien jaar erna. Geconfronteerd met de keus tussen puur blijven of laten modificeren, jong sterven of overleven, ziet Arno zich gedwongen een beslissing te nemen met vergaande gevolgen voor hemzelf en zijn kinderen.

Als je het hebt over Nederlandse sciencefiction, kun je bijna niet om Johan Klein Haneveld heen. IJsbrekers is zijn veertiende boek. Tien jaar zijn voorbijgegaan sinds de kolonies van het zonnestelsel het contact met de aarde verloren. De voortvluchtige wetenschapper Michelle Dijon is gestrand op Europa. Maar het einde van de Zwijging lijkt te zijn aangebroken. Van de aarde vertrekken de eerste schepen, vastbesloten de macht van de moederplaneet te herstellen …

De prachtige covers zijn geschilderd door Loek Weijts. Hij heeft precies het juiste evenwicht tussen klassiek en modern weten te treffen die ik voor deze boeken voor ogen had.

De Zwijgende Aarde is een mooie serie geworden, die onze verwachtingen overtreft. Ik hoop dat SF-liefhebbers net zo van de serie zullen genieten als wij bij het schrijven ervan.

Dit artikel, door Jasper Polane, is eerder verschenen in HSF (2019/3).

quasis.nl

Worldcon Dublin 2019 – HSF (2019/3)

Er waren op de Worldcon van 2019 bijzonder veel NCSF leden te vinden, hieronder 4 verslagen.

Klara Lammers :

Een bizar idee dat de Worldcon waar ik toch een paar jaar mee bezig ben geweest nu is afgelopen. In de afgelopen jaren zat ik regelmatig achter tafels op Eurocons en Eastercons om Dublin te promoten. Ik ben na Dublin ook nog naar de Eurocon in Belfast gegaan. Ik ben afgelopen dinsdag, 27 augustus, net weer thuis gekomen. Dublin was heftig! Zovéél te zien, te doen en te beleven. Lange dagen en héél véél pijn aan mijn voeten van het lopen. Helaas nam ik (te) weinig tijd om met mensen te praten, maar misschien heeft iemand me wel hyper langs zien komen. 1 x met Heidi gegeten bij een hotel vóórdat het concert van het Worldcon Orchestra begon. Dat was voor mij wel 1 van de hoogtepunten. Leuk dat een groep Nederlandse fans elkaar wilde ontmoeten tijdens de con, helaas moest de groep net weg op het moment dat ik ze gevonden had na mijn dienst in de Green Room. Om mijn vrijwilligers T-shirt te verdienen was ik daar regelmatig te vinden. Ik heb genoten van de conventie. De meeste dingen waar ik naartoe ging (voornamelijk concerten, toneelstukken, quizzen en op donderdagochtend Yoga voor trekkies) hadden niet zulke lange wachtrijen. Natuurlijk ben ik ook naar panels gegaan, ik was 1 van de gelukkigen die bij “Oppy or Armstrong” was op de woensdagavond en ik was bij 1 Kaffeeklatsch op donderdag en 1 reading op maandag (beiden van Michelle Sagara West, 1 van mijn favoriete auteurs). Ik was eerst uitgeloot en vlak voor de conventie hoorde ik dat ik toch kon gaan. Uitgelaten kwam ik aan bij de Science Gallery, waar natuurlijk een rij stond. Dave Lally zag me aankomen en ik heb daar nog gezellig met hem gepraat. De tijd vloog voorbij en we konden voordat we er erg in hadden naar binnen. Er was een leuke interactie tussen de panelleden en ik hoorde iemand zeggen dat ze Aliette de Bodard slim en grappig vonden en iets van haar wilden lezen (ze hebben geluk, want er is genoeg leesvoer van haar te vinden). De openingsceremonie in combinatie met de retro-Hugo’s vond ik echt saai! De reden is waarschijnlijk dat Loncon3 in 2014 hoge verwachtingen bij mij geschapen hadden met het thema “War of the Worlds”. Dat was toen een hele leuke ceremonie. De Hugo-ceremonie ging ik bij “Martin’s” kijken, maar dat hield ik helaas niet lang vol. Ik vond het wel mooi dat de bar vernoemd was naar Martin Hoare. Elke dag was er zoveel te beleven, zoveel highlights. Ik denk dat niemand alles heeft kunnen zien/beleven wat er gebeurde. Natuurlijk zijn er dingen geweest die niet zo gingen als het moest. Ik heb in ieder geval genoten. Hopelijk hebben de meeste mensen die er waren ook genoten. Als je ooit een kans krijgt, ga dan naar een Worldcon! Wie weet, misschien is er in 2024 een Worldcon in Glasgow (en ja, ik heb al achter de Glasgow tafel gezeten om promotie te maken)

Heidi van der Vloet:

Het is altijd weer bijzonder om in het warme badje van het Fandom te belanden. Deze Worldcon was voor mij de zesde, en de eerste dat ik genoeg uren meegedraaid heb als vrijwilliger om een vrijwilligersshirt te bemachtigen. Ook deze keer is het het hele team en alle losse meehelpers weer gelukt om een prachtig evenement voor 6000 fans neer te zetten. De absolute high-lights waren voor mij de uitvoering van het symfonieorkest (ik ben een sucker voor bombastische filmmuziek), de panels over ruimtevaart met Jeannette Epps en Marie Robinette Kowal, de Artshow (zoveel moois! Ik kan niet kiezen!) en mijn vertoning als spotlight-bediener tijdens de opening en de Hugo Awards. Maar er valt over zo’n lang weekend zo veel meer te zeggen en te schrijven. Het is een klein weekje weg van de dagelijkse realiteit, oeverloos lullen over de toekomst en alles wat je jezelf er maar bij kunt voorstellen, genieten van muziek en bier, oude vrienden opnieuw zien, nieuwe vrienden ontmoeten en nieuwe ervaringen opdoen en altijd met te veel nieuwe boeken thuis komen.

Marcel van der Rijst:

Na Helsinki in 2017 was er dit jaar weer een World SF convention in Europa en wel in Ierland. We vlogen op woensdag naar Dublin en we kwamen meteen al bekenden tegen toen we onze toegangspassen ophaalden die middag in het CCD waar de conventie werd gehouden De volgende dag hebben we ons op het programma gestort. Het is moeilijk om te beschrijven hoe het is om een World SF conventie te bezoeken. Voor ons begint het altijd met het aanstrepen van programmapunten die we graag willen bezoeken. En omdat er meer dan 10 stromen naast elkaar zijn kiezen we dan diegene die we gezamenlijk hebben gekozen. En natuurlijk lukt het voor geen meter om naar alle aangestreepte punten te gaan, want er zijn naast het programma ook veel andere zaken te bekijken en te bezoeken. Zoals de dealersroom, waar Wilma weer menig leuk boek heeft gevonden en waar naast boeken ook andere zaken, zoals kunst, sieraden, T-shirts en andere merchandise te vinden waren. De Artshow, waar je allerlei SF&F kunst kan bewonderen. Zo hadden Jim Burns en Chris Moore er verschillende van hun werken hangen Maar onze favorieten waren toch Margaret Walty en Sarah Clemens. Die kenden we nog van vorige conventies en verschillende van hun tekeningen hangen aan onze muren thuis. En als je al het lopen moe was kon je SF-fans van over de hele wereld ontmoeten in Martin’s Bar. Deze bar is vernoemd naar de net overleden fan Martin Hoare, die ik nog ontmoet heb op verschillende Beneluxcons, Ook deze Ierse conventie had zich vergist in het aantal bezoekers. Er kwamen meer mensen op af dan waar ze op gerekend hadden. Ook al was het verdeeld over twee locaties moest je het toch goed plannen omdat je bijna bij elk programmapunt wel in de rij moest staan om de zaal binnen te komen. Maar dat gaf juist leuke momenten om in gesprek te komen met andere fans. We hebben menig panel en lezing meegemaakt. Niet alle panels en lezingen waren even interessant, maar andere waren juist heel leuk of leerzaam om mee te maken. We ontdekten dat een van de Guests of Honor Diane Duane een vlotte prater is en we hebben een aantal programma items met haar meegemaakt. De leukste was het interview dat collega schrijver John Scalzi met haar had over haar diepte-, maar ook hoogtepunten van het schrijverschap. Haar leven met haar man Peter Morwood, tevens schrijver en hoe ze, wat mij heel bekend voorkomt, uren niets tegen elkaar kunnen zeggen als ze met het schrijven bezig zijn. En nog vele andere zaken met veel humor verteld. Het toneelstuk van Paul…. ehhh Peter Cox, Two Stakes. Over Peter’s wederwaardigheden bij het Bram Stoker Society in Londen. Met verve en humor verteld. De lezing door Sylvia Spruck Wrighley, Throwing Grandma out the airlock. Over hoe oudere vrouwen altijd stigmatisch worden weergegeven in Fantasy boeken en hoe dit geheel niet gebeurt in Science Fiction boeken. Het interview met George R.R. Martin en zijn vrouw Parris McBride over hoe het toeging op de conventies in de jaren 70 en het verwezenlijking van Joe Haldeman’s droom, twee naakte vrouwen in een badkuip vol met roze drilpudding en hoe die sindsdien altijd een pak instant drilpudding krijgt, terwijl hij er helemaal niet van houd. De lezing van Bridget Landry op zondag over de missie van Cassini-Huygens die de manen en ringen van Saturnus beschreef. Ze was medewerker aan dit project en de lezing zat vol mooie foto’s van de manen en de ringen en wat ze daar allemaal hebben ontdekt. En natuurlijk moeten we het concert op vrijdagavond niet vergeten. Waar een orkest thema’s van Fantasy en SF series en films, waaronder Games of Thrones, Star Wars en Fantasia, speelt. Dat was wederom een genot voor het oor. En we hebben ook met plezier naar de mooi kostuums in de Masquerade op zaterdag gekeken. En wat juist deze Masquerade zo bijzonder maakte was het wachten op de uitslag. Toen daagde de toastmaster allerlei mensen uit om te improviseren bij foto’s die werden vertoond op het grote scherm. Hier ontstonden hilarische verhalen. Zoals je wel ziet, wij hebben ons uitstekend vermaakt op de conventie en naast dat we veel hebben gezien hebben we ook veel van onze vrienden gezien en gesproken en een paar nieuwe vrienden gemaakt. Ook al was de conventienog bezig op maandag, zijn we al vertrokken voor een rondreis door het mooi binnenland van Ierland om wat af te kicken van alle indrukken die we hebben opgedaan op de conventie.

Jan Johannes Scholte:

De eerste World Science Fiction Convention was in 1939. Mijn eerste World Science Fiction Convention was de 77ste onder de naam Dublin 2019 – An Irish WorldCon. Van 15 augustus tot en met 19 augustus was ik voornamelijk in het Convention Centre Dublin te vinden. Na de registratie, in september 2018, werd de omvang van wat een Worldcon is en wat het inhoudt steeds duidelijker. Dat dacht ik althans. Het werd pas echt duidelijk vanaf het moment dat ik er rond liep, achter de First Dutch Eurocon fantafel zat, panels bijwoonde (onder andere over Chinese science fiction, het koloniseren van de ruimte om ons heen en niet menselijke intelligentie) en een aantal speciale evenementen (de Hugo Awards en het Worldcon Philharmonic Concert, de handtekening krijgen van George R.R. Martin) mee mocht maken. Het is groots. Dat bleek al bij het doorbladeren van de 188 pagina’s tellende Pocket Convention Guide. De Worldcon heeft veel goede en fijne indrukken achtergelaten. Vooral op het gebied van de algemene gemoedelijke sfeer van het hele gebeuren en de openheid en vriendelijkheid van de leden naar elkaar toe. Het ontmoeten van bekenden en onbekenden. Zo’n 5.800 bezoekers uit ongeveer zestig landen hebben samen zorgen gedragen voor een prima tijd.

Dit artikel is eerder verschenen in HSF (2019/3).

dublin2019.com

Gouden Tijden – HSF (2019/3)

Het zijn gouden tijden voor de SF-liefhebber. Niet langer doen SF-series zoals Battlestar Galactica hun best er uit te zien alsof ze in onze eigen tijd afspelen. Series als Westworld, The Expanse, Killjoys, Lost in Space en Altered Carbon maken er geen geheim van dat ze tot ons geliefde genre behoren, terwijl Star Trek aan een renaissance bezig is. Amerikaanse en Europese stripmakers kiezen steeds vaker voor het genre om commentaar te kunnen geven op onze samenleving, via reeksen als bijvoorbeeld Saga, Low, Descender en Bitch Planet. Ook wie van lezen houdt komt ruimschoots aan zijn of haar trekken. Domineerde eerst de fantasy in de boekwinkel en de recensiepagina’s, nu staan die vol met schrijvers als Ann Leckie, Kameron Hurley, Becky Chambers, Charlie Jane Anders en Tade Thompson.

Tot het begin van deze eeuw leek SF vooral bedoeld voor heteroseksuele mannelijke lezers van westerse afkomst. Schrijvers als Peter Hamilton, Stephen Baxter en Alastair Reynolds bouwden verder op de basis die was gelegd door Asimov, Clarke en Heinlein. Het waren boeken voor een nichepubliek, voor lezers die of zelf waren opgegroeid in de ‘gouden eeuw van de science fiction’ of die het genre hadden leren kennen via fans uit die periode.

Ikzelf raakte geïnteresseerd in science fiction door de boeken die mijn vader had verzameld, en dat waren veelal vertaalde verhalen uit de jaren veertig en vijftig. Het was zogenoemde ‘harde SF’, met vaak lineaire plots, waarbij de capabele held in zijn eentje met behulp van technologie de aarde veilig stelde. Boeken als ‘Rendezvous with Rama’ van Arthur C. Clarke of ‘The Day of the Triffids’ van John Wyndham lieten hun stempel achter op mijn verbeelding.

De nieuwe generatie auteurs is het echter gelukt een ander publiek aan te trekken. Hun boeken worden ook gelezen door jongere individuen met een niet-westerse achtergrond, door vrouwen, door mensen die zich als LGBTQA identificeren. Dat komt onder andere doordat ze zich afspelen in andere locaties dan de Verenigde Staten en recht doen aan de ingewikkelde wereld waarin we leven, waar allerlei belangen door elkaar lopen. Ook reduceren ze hun karakters niet tot stereotypen, maar geven ze ruimte voor diversiteit. Voor de lezers van nu voelen deze verhalen veel levensechter aan dan die van Asimov en Clarke. Ook ik word er enthousiast van. Bij bezoeken aan het American Book Center in Amsterdam moet ik oppassen dat ik niet meer boeken meeneem dan ik kan tillen. Bloggers en recensenten zeggen terecht dat we leven in een ‘tweede gouden eeuw’ van de science fiction.

Helaas loopt Nederland een beetje achter op de internationale ontwikkelingen. Het is nog steeds fantasy dat de klok slaat en als er SF wordt geschreven, gaat die regelmatig over thema’s en ideeën uit de jaren ’50. Maar ik heb goede hoop. Steeds meer uitgevers wagen zich aan science fiction, zoals Quasis met de boeken uit ‘De zwijgende aarde’, en nieuwe of vernieuwde tijdschriften zoals ‘De horizonvreter’ en ‘HSF’ zijn positieve signalen. Ik zie ook voor de Nederlandstalige science fiction gouden tijden in het verschiet!

Dit artikel, door Johan Klein Haneveld, is eerder verschenen in HSF (2019/3).

johankleinhaneveld.blogspot.com/

Ruimte voor vrouwen: Calculating Stars – HSF (2019/3)

Mary Robinette Kowal heeft dit jaar een Hugo gewonnen voor haar boek The Calculating Stars. In haar dankwoord verwees Kowal naar “the Mercury 13” als inspiratiebron voor het verhaal. Het boek is een groot ‘wat als’ verhaal gegoten in een jasje van alternatieve geschiedenis en een beetje sciencefiction. De grootste ‘wat als’ die naar voren komt is de vraag wat er gebeurd zou zijn als vrouwen wel gelijke kansen zouden krijgen binnen het Amerikaanse ruimtevaartprogramma. In het boek lukt het de hoofdpersoon wel wat de Mercury 13 vrouwen niet lukte – Elma is de eerste vrouwelijke astronaut. Het boek leest vlot, maar is duidelijk geschreven voor een publiek dat goed op de hoogte is van de algemene Amerikaanse geschiedenis vlak na de Tweede Wereldoorlog en in het bijzonder op de hoogte is van de vroege ontwikkelingen in de lucht- en ruimtevaart. Er worden vanaf 1952 veel feiten subtiel, en minder subtiel, aangepast waardoor de maanlanding vervroegd plaats moet vinden. Zonder voorkennis gaat een diepere laag in het boek verloren. Wat jammer is, want dit boek is zoveel meer dan alleen een feministische roman.

Wie waren de Mercury 13 nou eigenlijk en wat is hun verhaal? William Randolph Lovelace II ontwikkelde voor NASA het testprogramma waarmee vastgesteld kon worden of mannelijke kandidaten geschikt waren om de ruimte in te gaan. De kandidaten waren allemaal testpiloten. Tijdens het ontwikkelen van het programma vroeg William Randolph Lovelace II zich af of vrouwen de tests ook zouden kunnen halen. Hij financierde het testprogramma zelf en het doel was vooral om zijn eigen nieuwsgierigheid te bevredigen. Hij wilde weten of vrouwen andere resultaten zouden laten zien dan mannen. Er werd in die tijd nog vaak gedacht dat vrouwen en mannen biologisch zo verschillend waren dat vrouwen niet hetzelfde als mannen konden presteren. Aan het onofficiële testprogramma voor vrouwen deden 25 kandidates mee waarvan er 13 overbleven die de selectietest succesvol doorliepen. Deze vrouwen komen in de officiële geschiedenis van NASA helemaal niet voor.

Alle kandidates waren, net als hun mannelijke collega’s, ervaren piloten. De bekendste kandidate was Geraldyn “Jerrie” Cobb. Zij is de enige van de 13 kandidates die alle drie de testfases voor het Mercury programma heeft doorlopen. Dit waren de fysieke, mentale en simulatietests die de mannen ook doorlopen hebben. Ze scoorde bij de beste 2% en zou als ze een man geweest was zeker deel uitgemaakt hebben van de Mercury 7 groep. Misschien zou ze dan zelfs wel de eerste Amerikaan in de ruimte geweest zijn. Het heeft niet zo mogen zijn, ondanks het feit dat ze onderdeel geweest is van een campagne in de jaren 60 om vrouwen toe te laten tot het ruimtevaartprogramma.

Het heeft jaren geduurd voordat vrouwen officieel onderdeel mochten uitmaken van het testprogramma voor astronauten van NASA en voor Jerrie Cobb kwam het te laat. De eerste officiële vrouwelijke kandidates werden toegelaten in 1978 toen de opleidingen voor het Space Shuttle programma begonnen. Astronaut Sally Ride was de eerste Amerikaanse vrouw in de ruimte in 1983 tijdens missie STS-7. Eileen Collins was de eerste vrouwelijke piloot van een Space Shuttle tijdens missie STS-63 in 1995. Mae Carol Jemison was de eerste Afro Amerikaanse vrouw in de ruimte in 1992. Ze heeft daarna nog een kleine rol gespeeld in de aflevering  Second Chances van Star Trek The Next Generation.

Over de Mercury 13 vrouwen is een documentaire verschenen die te zien is op Netflix. De afgelopen tijd is er meer aandacht voor de onbekendere delen van de ruimtevaartgeschiedenis.

Dit artikel, door Marlies Scholte Hoeksema, is eerder verschenen in HSF (2019/3).

us.macmillan.com/series/ladyastronaut/

netflix.com/mercury13/

maryrobinettekowal.com/

vpro.nl/programmas/chasing-the-moon/

.

Black Mirror: Striking Vipers – HSF (2019/3)

De aflevering “Striking Vipers” in het vijfde seizoen van Black Mirror verkent op weergaloze wijze homoseksualiteit tussen afro-Amerikaanse mannen door middel van virtual reality. Nu is homoseksualiteit, laat staan de afro-Amerikaanse beleving daarvan, een onderwerp waar ik weinig over kan vertellen. Toch heeft de redactie van de HSF mij gevraagd om een artikel over deze aflevering te schrijven. Dit omdat de virtual reality ervaring die in deze aflevering neergezet wordt, het naamgevende computerspel “Striking Vipers”, een fighting game is. Ik ben, zacht gezegd, een fan van dat genre en laat dus geen kans liggen om er over te praten, zeker niet als ik het kan combineren met mijn passie voor de fantastische genres.

Wat zijn fighting games, waarom hebben de makers van Black Mirror gekozen voor een dergelijk spel voor deze aflevering, en waarom zit er in vredesnaam een ijsbeer in Striking Vipers? Dat zijn vragen die ik in dit artikel hoop te beantwoorden.

Fighting games zijn, kort gezegd, spellen waarin twee spelers ieder een enkel personage besturen in een een-op-een martial arts gevecht. Deze definitie is erg kort door de bocht. Er zijn fighting games waarin spelers meerdere personages besturen (zoals de Marvel versus Capcom serie), of waar meer dan twee spelers aan mee kunnen doen (zoals de Smash Bros serie). Ook gaat het lang niet altijd meer om martial arts gevechten. Maar het genre vindt zijn oorsprong in het hierboven beschreven scenario. Het genre kent ontstond in zijn huidige vorm met het verschijnen van Street Fighter 2: The World Warrior in 1991. Street Fighter 2 was zelf weer het resultaat van een reeks pogingen gedurende de jaren 80 om de actie van martial arts films, die internationaal doorgebroken waren met de film Enter the Dragon (1973), te vatten in een computerspel. Dit leidde tot de ontwikkeling van spellen zoals Double Dragon (1987) en Final Fight (1989) waarin vechtersbazen zich een weg banen door hordes slechteriken. Er waren ook pogingen om het idee van een martial arts toernooi om te zetten naar een computerspel. Een vroeg voorbeeld hiervan was het spel Karate Champ (1984) waarin een enkele speler het opnam tegen een reeks computergestuurde tegenstanders. Street Fighter (1987) was wat dat betreft niet echt een origineel spel. Wat het toevoegde aan het genre waren speciale (sterk overdreven en vaak bovennatuurlijke) bewegingen die de speler met een specifieke joystickbeweging en knoppencombinatie kon uitvoeren. Het tweede spel in de Street Fighter reeks, daarentegen, was een fenomeen. Dit spel stelde spelers in staat te kiezen tussen 8 personages met ieder verschillende speelstijlen en speciale bewegingen. Spelers konden het niet alleen opnemen tegen computertegenstanders maar ook tegen elkaar. Street Fighter 2 was niet het eerste spel dat dit mogelijk maakte, maar wel het eerste spel dat rondom dit idee gebouwd was. Er werd dan ook rekening gehouden met de onderlinge balans tussen de verschillende personages. Ook bevatte Street Fighter 2 als eerste spel in het genre een “combo” systeem waarin een beweging de andere kon volgen zonder dat de tegenstander deze kon blokkeren. Deze innovaties maakte werkelijke competitie tussen spelers met geavanceerde strategieën mogelijk. Het fighting game genre zoals we die nu nog kennen was geboren.

Street Fighter 2 was een weergaloos succes en veroorzaakte een tsunami aan spellen die het voorbeeld volgde: Fatal Fury: King of Fighters (enkele maanden later in 1991), Mortal Kombat (1992) en Samurai Showdown (1993) zijn slechts enkele voorbeelden die de tand des tijds hebben doorstaan.

Hoe groot het fenomeen Street Fighter 2 was is mooi te zien in hoe het spel nu wordt gebruikt in media. In de animatiefilm Wreck it Ralph (2012), een ode aan de vergane glorie van de arcadehallen, zit een scène waarin de arcadekast van het fictieve spel Fix It Felix door de jaren heen blijft staan terwijl andere spellen komen en gaan. Ten minste, totdat Street Fighter 2 ernaast wordt gezet en de twee spellen naast elkaar blijven staan. Ook in de film Captain Marvel (2018), die zich afzpeelt in de jaren ’90 van de vorige eeuw, wordt een Street Fighter 2 arcadekast getoond om ons aan die tijdsperiode te herinneren.

Het is dan ook niet zo verbazingwekkende de makers van Black Mirror hun fictieve spel Striking Vipers voornamelijk op Street Fighter hebben gebaseerd. Er zitten dan ook meerdere verwijzingen naar Street Fighter in de aflevering. Zo is er een virtuele vecht/seks-scene in waar een van de karakters vanuit een stadssteeg een aangelegen gebouw in wordt gegooid. Dit is een expliciete verwijzing naar het “Bustling Side Street” level van Street Fighter V.

Maar waarom zijn de makers van Black Mirror voor een fighting game gegaan? Dit heeft naar mijn mening een aantal redenen. Ten eerste dat ze een spelgenre wilden gebruiken dat een belangrijke rol speelt in de relatie tussen twee afro-amerikaanse mannen. Fighting games komen voort uit de arcadehallen, ondersteund door de gemeenschappen die daar ontstonden rondom de geest van competitie. Deze gemeenschappen (de fighting game community) ontstond veelal in stedelijke omgevingen onder (voornamelijk) jongens die zich elders niet welkom voelden. Dit maakte van de fighting game community in de Verenigde Staten een etnisch diverse gemeenschap. Nog steeds vormen fighting games de meest etnisch diverse onder de zogeheten eSports. Een fighting game was dus een logische keuze om een relatie tussen afro-Amerikaanse mannen onder de loep te nemen.

Een andere reden waarom men voor een fighting game is gegaan is omdat het (over het algemeen) een een-op-een spel is. Dat betekent dat het spel een privé-plek kan zijn voor Danny en Karl. Het verhaal had een hele andere lading gehad als ze, bijvoorbeeld, voor een Battle Royal spel (waarbij grote groepen spelers betrokken zijn) hadden gekozen.

Ook de ervaring van het spelen van een fighting game werkt mee. Een fighting game kan op meerdere niveaus gespeeld worden van casual tot het hoogste niveau van competitie. Voor veel spelers is een fighting game een excuus om op knoppen te rammen en wat lol te hebben. Fighting games staan niet bekend om hun gebruikersvriendelijkheid, al is daar de afgelopen jaren veel verbetering in gekomen. Je moet over het algemeen een mate van expertise hebben om van de strategische en tactische aspecten van fighting games te kunnen gaan genieten. Als je dat niveau hebt bereikt dan worden fighting games een, voor mij althans, verslavende mengeling van strategie, tactiek, executie en het leren lezen van je tegenstander. Verder dan dat niveau ben ik nooit gekomen en zal ik ooit nooit komen, maar het was genoeg voor mij om in ieder geval te snuffelen aan het hogere niveau. Ik heb aan meerdere toernooien meegedaan en al ben ik nooit voorbij de voorrondes gekomen, ik heb mijn mannetje kunnen staan tegen ervaren toernooispelers. Er vindt op dat hogere niveau iets magisch plaats, iets wat ik maar een paar keer heb meegemaakt. Die paar keer waren genoeg voor mij om te begrijpen waarom sommigen een groot deel van hun leven besteden aan het ondersteunen van het fighting game fandom.

Dit artikel, door Eddie A. van Dijk, is eerder verschenen in HSF (2019/3).

netflix.com/blackmirror/

streetfighter.com/