Frank van Dongen – Sporen voorbij de Eindtijd (SF)
De Ontdekking van de Mens-serie, deel 4 (en slot)
Iceberg Books, Amsterdam (2024)
503 pagina’s, € 24,99
Omslag: Michael van Zijl/Slobodan Cedic
Idealiter zou het beter geweest zijn nogmaals bij deel 1, ‘Het Duizend eiland experiment’, te beginnen en dan de gehele reeks in een adem achter elkaar uitgelezen te hebben. Misschien beter zelfs ‘Het bouwplan’ er ook nog voor gedaan hebben. Dit natuurlijk omdat de eerste drie delen van ‘De ontdekking van de mens’ al in 2021 verschenen. Zelf las ik ze pas begin 2022. Was ik geen recensent geweest… én… had ik meer dan genoeg tijd gehad, dan was ik absoluut nog een keer opnieuw begonnen! Een reeks van dit kaliber verdient dit zeker en vast! Maar het leven van een recensent is zich niet naar het verleden buigen, maar naar de toekomst en momenteel is de NTL of TBR stapel nog zo lang als van mijn vingertoppen tot de elleboog én er zijn er nog twee stuks onderweg. En… de Ontdekking van de Mens serie telt, zonder dit vierde deel, maar liefst 1460 pagina’s! Dus… hoe jammer ook, dat gaan we niet doen. Misschien als ik nog eens recensent emeritus ben (als ooit), zal ik er graag nog eens integraal én lineair van genieten.
Goed! Leed moet gedragen worden als een man (of vrouw natuurlijk)! Klagen leidt tot niets! Voort dus met: ‘Sporen voorbij de Eindtijd’, dat de trilogie tot een tetralogie maakt.
Het is vooral het verhaal van Jack Newton, een IGD kloon en zijn tweelingbroer Redmond. Maar het is ook het verhaal van de mensheid, wat me in de verte deed denken aan ‘Laatste en Eerste mensen’ van Olaf Stapledon, dat in 1974 bij Meulenhoff als SF 82 in vertaling verscheen. Het origineel verscheen al in 1930. Dat verhaal besloeg wel twee miljard jaar! Fascinerend! Ik heb het indertijd meerdere malen verslonden.
Ik had gehoopt op een korte samenvatting, dan wel inleiding, op de voorgaande trilogie, om de geest voor te bereiden, in plaats van het herlezen van de voorgaande drie delen, maar helaas! Dan maar op eigen kracht! Maar gelukkig was er toch een vorm van terugblik in de eerste paar hoofdstukken, die ik in eerste instantie niet als zodanig herkend had. Dus… ik zat verrassend snel weer in het verhaal, alsof er geen tijd tussen heeft gezeten. Dat had Jack Newton ook. Hij is op de vele eilanden van het experiment op zoek naar delen van zijn geheugen, die hem zijn ontnomen. Hij vindt ze terug in vele vormen, zoals een in de vorm van een dagboek.
De fragmenten die aangehaald kunnen worden zijn legio en daar kan je dus mee bezig blijven. Een keuze is niet te doen, maar een van de teksten die voorbij kwamen raakte me vol: “De invasie van Salomons rijk was snel en barbaars. De strijd tegen de ongelovigen bestond uit het uitmoorden van meisjes en vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Als er maar geen overbleef was het uitsterven van de opstandelingen en ongelovigen binnen afzienbare tijd een feit. Ze richtten gruwelijke slachtingen aan. Regelmatig ontaarde het in een beestachtige orgie waar de zachte delen van de vrouwelijke prooien verslonden werden! Ze gaven het zondige ongedierte hun verdiende straf.”
Op dit punt aangekomen zoek ik eigenlijk naar woorden om dit alles te beschrijven en te omvatten, maar ik weet eigenlijk niet hoe. Dit gehele werk, deze tetralogie, is on-Nederlands goed en verdient meer dan om, minimaal in het Engels, vertaald te gaan worden. Voor mij staat ‘De Ontdekking van de Mens’ op eenzelfde niveau als ‘Duin’ van Frank Herbert, De Foundation van Isaac Asimov of wat voor topreeks dan ook. Laat de wereld er dus van meegenieten! Laat het verfilmd, of een Netflix serie worden.
Frank van Dongen begon in 2013 met het schrijven van de ‘Ontdekking van de Mens’ en dat is te zien. Eigenlijk zelfs eerder, in 2009, toen hij ‘Het Bouwplan’ schreef. Het beheerste zijn leven voor een volle tien jaar en zag het, de laatste jaren, steeds actueler worden. We mogen hopen dat het verhaal van onze wereld deze kant niet op gaat. Mijn tijd zal het nog wel duren, maar voor onze kinderen en kleinkinderen, zie ik het toch somber in. Niettemin is het voor een rechtgeaarde Fantastiek liefhebber, voorlopig nog wel in het Nederlandse taalgebied, een must, welhaast een plicht, om dit werk tot je te nemen! Het is groots en meeslepend!!! GROOTS!!!
Dit alles (amper toereikend) ervan gezegd te hebben, ben ik meer dan benieuwd waar Frank van Dongen hiernavolgend gaat komen. Hij heeft de lat wel heel erg hoog gelegd voor zichzelf!
Jos Lexmond
Dank je voor deze prachtige en krachtige recensie Jos! Hartelijke groet, Frank
Ik had even hoop, maar je citaat zegt genoeg. Kan Frank ook iets anders schrijven dan vrouwenhaat en -misbruik? Kan een verhaal ook ergens over gáán zonder dat vrouwen er bekaaid van af komen? Kunnen ze ook gewoon een rol spelen als méns in plaats van als oorlogsslachtoffer en goedkoop effectbejag? Waarom zo bloederig? Ik las ‘Het Bouwplan’ en sindsdien heb ik er serieus geen zin meer in om nog maar één letter van hem te lezen. Laat het alsjeblieft in de krochten blijven waarin het nu verblijft. Zucht.
Beste Heidi,
Je opmerkingen raken me en de afgelopen uren heb ik besteed aan een reactie. Het is een lange reactie geworden. Ik hoop dat je de tijd wilt nemen om mijn reactie te lezen.
Persoonlijk zie ik vrouwenhaat, -misbruik en -onderdrukking als fundamentele problemen en onrechtvaardigheden in de wereld, nu, vroeger en ik vrees dat deze ellende voorlopig nog niet voorbij is.
In Het Bouwplan en ook in de Ontdekking van de Mens-romans komen vrouwenhaat, -misbruik en -onderdrukking inderdaad zeer veelvuldig en in heftige vorm voor. Ook de mannelijke hoofdpersonen maken zich hier in verschillende fases van hun leven schuldig aan. Al zijn het de protagonisten, het zijn zeker geen karakters om van de houden. Ik doe dit bewust, met alle risico’s van dien: om mijzelf en lezers een spiegel voor te houden.
De daden, woorden en gedachten van mijn fictieve karakters komen totaal niet overeen met die van mij, de auteur van de romans en het spijt mij zeer dat ik bij jou deze indruk achterlaat.
Ik ben een man en een overtuigd feminist. Als evolutiebioloog ben ik ervan overtuigd dat matriarchale samenlevingen rechtvaardiger, duurzamer, constructiever, socialer en vooral gelukkiger zijn dan patriarchale samenlevingen. De huidige wereld zou overal en op alle vlakken beter zijn als vrouwen aan de macht zouden zijn i.p.v. mannen.
In Het Bouwplan en in de eerste helft van de Ontdekking van de Mens-boeken komen vrouwen er in de regel inderdaad gekaaid af. Ze hebben de rol die vrouwen hebben in een patriarchale maatschappij en worden door de mannelijke hoofdpersonen ook zo beschouwd/behandeld. In zijn jonge jaren beschouwt hoofdpersoon Jack Newman vrouwen meer als te veroveren lustobjecten dan als volwaardige medemensen, zoals Ralen in Het Bouwplan. Valerie Darwin is in het eerste deel van Ontdekking van de Mens een uitzondering, als wetenschappelijke wereldleider op haar vakgebied en later als president van de VS.
In het derde en vierde deel van Ontdekking van de Mens-serie laat ik veel meer perspectieven zien. Er ontstaan verschillende soorten samenlevingen, van fundamenteel patriarchaal religieus waar vrouwen het bezit zijn van de priesters en militairen, tot matriarchale militaire staten met vrouwen als opperbevelhebbers. Een van de vrouwelijke protagonisten is een a-sterfelijke vrouw uit de oertijd die, als zij niet was ontvoerd, een mondiale matriarchale beschaving had gesticht en de menselijke geschiedenis een totaal andere wending zou hebben gegeven.
Tijdens het lezen van de Ontdekking van de Mens-serie schemert mijn visie als schrijver over vrouwenhaat, -misbruik en -onderdrukking hopelijk wel steeds duidelijker door voor lezers. Onder andere door de ogen van vrouwelijke hoofdpersonen laat ik hopelijk zien hoe onnatuurlijk en verwoestend door religie, cultuur en wetgeving ‘gerechtvaardigde’ macho-samenlevingen zijn. Verwoestend op alle vlakken: geluk, plezier, gelijkheid, zingeving, ontwikkelingspotentieel, zelfbeeld, (vol)waardigheid, vrijheid en alle andere belangrijke aspecten van het leven worden verwoest door vrouwenhaat, -misbruik en onderdrukking.
Een van mijn drijfveren om romans te schrijven is om mezelf en mijn medemensen een spiegel voor te houden. Om te (h)erkennen wat voor wezens wij eigenlijk zijn, hoe we ons ten opzichte van elkaar en andere wezens verhouden en gedragen. Om te laten zien hoe goed wij zijn in het goedpraten van ons denken, doen en laten. Om onze ethiek, wetgeving, logica, zelfbeeld, wereldbeeld en toekomstvisie ter discussie te stellen. Het collectieve zelfbedrog, de rechtvaardiging voor onze (mis)daden, waar ook ik me dagelijks achter verschuil, wil ik blootleggen, hoeveel pijn dat mijn tere, heilige, uitverkoren, verwende, overgevoelige, hypocriete zieltje ook doet.
Met name de collectieve ‘mentale’ creaties van de mens wil ik discussie stellen, juist door de gevolgen van deze verzinsels in hun volle heftigheid te tonen in mijn verhalen. Hiermee bedoel ik de ‘verzonnen’ realiteiten die alleen bestaan in de gemeenschappelijke verbeelding van mensen, fictieve fenomenen die direct zouden ophouden te bestaan als mensen daartoe collectief zouden besluiten. Voorbeelden zijn geld, God, het Woord, koning, de staat, de wet, de partij, het bedrijf. De overtuigingen, geloven en ideologieën die uit deze mentale creaties voortvloeien geven bepaalde mensen de rechtvaardiging en het vermogen om medemensen te onderdrukken, uit te buiten, te bezitten, misbruiken en vermoorden. Hierdoor kunnen mannen collectief over vrouwen heersen, de adel over het volk, vrije mensen over slaven, gelovigen over ongelovigen, etc.
In mijn romans spelen patriarchale, hiërarchische culturen/religies een belangrijke rol. Ik onderzoek de verwoeste effecten ervan op de levenskracht en het levensgeluk van de mensheid, en dan met name dat van vrouwen. Ik leg de in mijn ogen verachtelijke moraal van deze culturen/religies onder een vergrootglas, zodat de moraal van de mens (lees: de man) je als lezer vol in het gezicht raakt, de heilig verklaarde moraal die ons de overtuiging geeft dat we boven de natuur staan en die ons ‘het recht’ geeft om andere zelfbewuste, voelende en denkende levensvormen (lees: vrouwen, vreemdelingen, dieren) naar willekeur voor eigen belang, gebruik, genot of plezier op te sluiten, mishandelen, verminken, vermoorden en uit te roeien. Ik die dit omdat ik deze moraal zie als het ultieme collectieve zelfbedrog van de mensheid. Onze moraal is in strijd met de meest fundamentele wetten van het leven (zo kijk ik er als evolutiebioloog tegen aan). Onze moraal zaait onnodig en onevenredig veel dood, verderf en leed over de Aarde, en als we ooit in staat zijn tot bemande interstellaire ruimtevaart, potentieel over vele andere bewoonde werelden in het universum.
In mijn romans laat ik ook zien hoe mensen wel gelukkig met elkaar kunnen samenleven, bijvoorbeeld in de oorspronkelijke samenlevingsvorm van de mens. De stam en ‘het stamgevoel’ worden veelvuldig besproken en geïdealiseerd in mijn romans. De stam is, voor zover bekend, de oorspronkelijke samenlevingsvorm van de mens. Uit antropologisch onderzoek en geschiedschrijving over mensen die in stammen leven (de San in Afrika bijvoorbeeld) of recent leefden (bijvoorbeeld de Noord-Amerikaanse indianen) kunnen we een aantal zaken concluderen die over het algemeen gelden over het (samen)leven binnen de meeste van deze stammen: Mannen en vrouwen zijn gelijkwaardig. Er is geen formele hiërarchie. Kennis, lief en leed worden gedeeld. Van wieg tot graf horen stamleden bij de stam. Stamleden worden verzorgd en beschermd door de stam en zij verzorgen en beschermen de stam. Het eigenbelang komt overeen met het stambelang. Mensen maken gebruik van elkaars sterktes en compenseert elkaars zwaktes. Het overleven van de stam is belangrijker dan het individuele overleven. Oorspronkelijke stammen leven in harmonie met de natuur. Mensen hebben de vrijheid om de bevelen van de stamleider(s) te negeren, de vrijheid om te gaan en staan waar zij willen en de vrijheid om een andere vorm van leiderschap en samenleven voor te stellen; deze drie fundamentele vrijheden hebben wij in onze samenlevingen opgegeven.
In een stam als hierboven beschreven, ervaren de stamleden een stamgevoel dat hen een vanzelfsprekend en gemeenschappelijk levensdoel, levensgeluk, zingeving, waardering en levenskracht geeft. Men leeft in zijn of haar natuurlijke kracht en leeft niet in een dualistische wereld. Mensen binnen een stam zien elkaar als volwaardig en gelijkwaardig. Er bestaat geen enkele rechtvaardiging om elkaar binnen de stam te overheersen, misbruiken of doden.
In de meeste andere samenlevingsvormen onderdrukken we ons stamgevoel in min of meerdere mate. Dit stamgevoel hebben we ‘overschreven’ door de wetten van een hogere macht: Koning, God, de Staat, Het Heilige Woord, het bedrijf, de partij. Deze wetten geven ons de rechtvaardiging om andere mensen (en andere levensvormen) als minderwaardig te zien en te overheersen, misbruiken of doden.
Ik denk dat het verlies van ons matriarchale stamgevoel een fundamentele oorzaak is van veel van het menselijke en dierlijke onrecht en leed in de wereld.
Zoals al gezegd: een groot deel van de ellende en destructie in deze wereld wordt mijns inziens veroorzaakt door heerszuchtige mannen die door patriarchale culturen en wetten in het zadel worden geholpen. Als er al een boodschap in mijn boek zit, dan is het de boodschap dat de wereld er in alle aspecten beter uit zou zien als vrouwen overal geëmancipeerd zouden zijn en als gelijkwaardig en volwaardig zouden worden beschouwd en behandeld. De wereld zou beter, socialer en rechtvaardiger zijn als vrouwen aan de macht zouden zijn, in plaats van zoals het nu bijna overal is, namelijk dat mannen nog steeds (grotendeels of absoluut) ‘de baas’ zijn.
Ik hoop dat ik je oordeel over mijn romans, en wat ik ermee wil ermee wil bereiken, heb kunnen verzachten.
Vriendelijke groet,
Frank van Dongen