Niets overstijgt tijd en ruimte zoals spellen dat doen. Al sinds mensenheugenis verzinnen we allerlei manieren om tijd met elkaar door te brengen. Van bordspellen tot dobbelen, van touwtje springen tot hinkelen, in de echte wereld of fictief, er is niets menselijker dan spelen en spellen creëren. Het zal je misschien niet verbazen dat de wortels van sommige moderne spellen duizenden jaren oud zijn. Evenzo kun je er zeker van zijn dat we over een paar millennia nog steeds grotendeels dezelfde spellen verzinnen én spelen.
Als er een prijs voor het eerst bekende bordspel ter wereld bestond, zouden er twee spellen voor in aanmerking komen: het oud-Egyptische ‘senet’, en het Soemerische ‘spel van twintig vierkanten’. Deze spellen zijn beide meer dan vier millennia oud en werden door alle lagen van de bevolking gespeeld, van Nefertari en Toetanchamon tot Hankh van hier tegenover en Sja de bakker. De volledige spelregels zijn verloren gegaan, maar dat heeft ons er niet van weerhouden om nieuwe te maken zodat we deze spellen kunnen blijven spelen.
Want ook dat lijkt ons in het bloed te zitten: nieuwe varianten van het oude vertrouwde verzinnen. Zelfs in sciencefiction zie je dit concept terug. Dejarik – holo-chess – uit Star Wars lijkt met zijn tweedelig bord en twee sets van vier of vijf pionnen niet alleen op ons moderne schaken, maar ook op het Egyptische strategiespel senet.
Senet bestaat namelijk uit een rechthoekig bord van drie kolommen met elks tien vlakken, en twee sets van vijf pionnen. De uitgebreide versies hebben zelfs een uitschuifbakje voor de spelstukken die niet zou misstaan in Lando’s bescheiden stulpje op Cloud City.
Het spel van twintig vierkanten kennen we uit de Neo-Soemerische derde dynastie van Ur (het huidige Irak). Dit spelbord heeft een speelsere vorm. Ook in veel sciencefiction terug te zien, zijn spelborden die andere vormen hebben dan het standaard vierkante of rechthoekige kader. Kadis-kot uit Star Trek: Voyager doet met zijn zeshoekige bord en speelstukken niet onder voor het spel van twintig vierkanten. Al zouden fictieve spellen uit de SF-werelden die we kennen wel wat meer patronen mogen gebruiken zoals bij het Ur-spel. Staat toch veel gezelliger?
Dat niets menselijk ons, onze voorouders en onze nazaten vreemd is of gaat zijn, blijkt ook uit het oud-Griekse drankspel ‘kottabos’. Het laatste restje wijn uit je drankbokaal naar een doelwit gooien terwijl je de naam van je geliefde roept: een spel dat moeilijker wordt naarmate de avond vordert omdat, nou ja, réstjes wijn dus – dat klinkt toch alsof het gisteren verzonnen had kunnen zijn in plaats van 2.500 jaar geleden? Drankspellen lijken bij uitstek ook een tijdverdrijf dat op zijn plaats is op een generatieschip.
Die nieuwsgierigheid naar hoe onze voorouders speelden is een traditie die wordt voortgezet in SFFH. Het is misschien niet de precieze intentie van de fictieve spelvarianten die we in het fantastische genre tegenkomen, maar bouwt desondanks voort op die grote menselijke belangstelling voor wat er achter ons ligt.
Denk dus aan ons, mensen van vier millennia in de toekomst, wanneer jullie die gereconstrueerde versie van mens-erger-je-niet tevoorschijn halen.
Dit artikel, door Sonja Boschman, is eerder verschenen in HSF (2022/1).