Fairy Tale – Stephen King (HO)
Oorspr.: Fairy Tale (Scribner Book Company, New York City, New York) – 2022)
Meulenhoff Boekerij bv, Amsterdam (2021)
590 pagina’s, € 24,99
Vertaling: Annemarie Lodewijk
Omslag: Will Staehle/Unusual Corporation & DPS Design & Prepress Studio, Amsterdam
Stephen King… het is al zo vaak en door zoveel mensen gezegd, maar wat een schrijfgenie is deze man. Het lijkt zo gemakkelijk te komen en hem bijna geen moeite te kosten. Met het groeien der jaren, lijken zijn verhalen ook steeds meer te groeien, al was ‘meer’ welhaast niet meer mogelijk. Zijn gehele oeuvre staat al bol van de bestsellers. Als je ‘Fairy Tale’ alleen al openslaat, dan is het eerste wat je ziet, een onafzienbare lijst met boektitels, waar drie kolommen voor nodig zijn, want anders past dat niet meer op één pagina. Mocht je de lust bekruipen om eens met Stephen King te beginnen en al zijn boeken willen lezen, dan ben je, denk ik, zeker twee jaar (als het niet meer is) bezig om je daar doorheen te werken. En dan hebben we zijn korte verhalen nog niet eens meegeteld. Prachtig! Of je nu een vriend of vijand van Stephen King bent, je kunt alleen maar een diepe bewondering hebben voor zo’n prestatie!
Sommige mensen vinden hem te traag schrijven, of misschien te veel woorden nodig te hebben om het verhaal te vertellen, maar ik zit na anderhalve pagina al zo stevig in het verhaal, dat het onmogelijk is weg te leggen. Je wordt bij wijze van spreken rechtstreeks het verhaal ingetrokken. Dus… als het al traag is… dan is traag mooi!
Het is heel even later en ik ben nu bij pagina zeventig. Ik breek er even tussen uit om op te merken dat het lezen van ‘Fairy Tale’ op dit moment aanvoelt alsof ik in een warm bad zit. Het voelt als een oude, warme en behaaglijke jas en King schrijft als een elektromagneet. Het treft me alsof de schakelaar op ‘MAX’ staat. Einde intermezzo!
De superlatieven buitelen over je heen. Excuses, maar ik kan er niets aan doen. Overigens… er is, buiten wat hinten, nog steeds niets fantastisch gebeurt en ik ben inmiddels aangeland bij pagina 174, hoofdstuk 10. Maar het gaat gebeuren! Tussen neus en lippen merkt Stephen King nog even op dat de verteller ‘de bron der wereld’ ontleend heeft aan een griezelverhaal van Henry Kuttner. Ik kan het niet helpen, maar ik wil dat dan meteen terug zien te vinden, én… gevonden! Het komt uit ‘The Well of the Worlds’ uit 1953. U ziet wel dat het niet heel erg moeilijk was. King kent zijn klassieken.
Het verhaal! Charlie Readie, een jongen, zeventien jaar, hoort na een honkbaltraining de oude hond van meneer Bowditch, Radar, angstig en droevig janken. Als hij gaat kijken vindt hij meneer Bowditch in de tuin met een gebroken been. Hij belt 911 en het eind van het liedje, of misschien liever… het begin van het liedje, is dat meneer Bowditch in het ziekenhuis verdwijnt en Radar aan de goede zorgen van Charlie overlaat, alsmede ook de zorg over zijn huis. Een groot oud huis op de top van een hoge heuvel, met een afgesloten schuur in de achtertuin. Soms komen er vreemde geluiden uit de schuur. Charlie heeft zelf ook een voorgeschiedenis, maar daar moet u zelf maar over lezen. Als meneer Bowditch overlijdt, laat hij Radar aan Charlie, die inmiddels zijn hart heeft verloren aan de grote hond, maar ook een cassettebandje met een verhaal zo absurd, dat niemand het zou geloven. In de schuur zit een poort naar een andere wereld verborgen.
In eerste instantie leest het als een sprookje, maar allengs verwordt het tot een duister sprookje, tot een regelrechte nachtmerrie. Prachtig beschreven en prachtig verteld. Het heeft als basis, uiteraard zou ik bijna zeggen, zijn oorsprong in het sprookje ‘Vrouw Holle’ en het doet qua basisgegeven ook wel denken aan Kings verhaal ’22-11-1963’, maar daar blijft het wel bij. Het verhaal is volstrekt origineel. Het strijd bij mij om de persoonlijke prijs voor het beste recensieboek wat ik las in 2022, samen met ‘Verbonden’ van Octavia Butler. Kannie kiezen, maar het zegt voldoende als ik zeg dat ik eenenvijftig recensies schreef in 2022.
Als een soortement van ‘opdracht aan’ staat voorin het boek: Denkend aan REH, ERB en vanzelfsprekend, HPL. Ik heb zo’n idee dat velen van u dit gewoon voor waar aangenomen hebben en dat kan ik me voorstellen. Je moet een wel een beetje een Fantastiek Fan (lees: fanaat), zoals ik zelve, zijn om er Robert Ervin Howard (de geestelijk vader van Conan), Edgar Rice Burroughs (de geestelijk vader van Tarzan, Carson van Venus en John Carter van Mars, én meer) en uiteraard Howard Philip Lovecraft (de geestelijk vader van de wereldberoemde Cthulhu mythen) in te herkennen. Prachtige schrijvers van beroemde werken uit de geschiedenis van de Fantastiek én van helaas wat oudere generatie die de jeugd al niet meer herkend. Heel jammer!
Alweer een prachtig boek van Stephen King. Ik heb het al een paar keer gezegd. Ik ben alweer benieuwd naar zijn volgende boek. Het maakt me ook een beetje bang voor het komende King loze tijdperk. Hij verrijkt tenslotte al zo’n beetje mijn hele leesbare leven. Hij is tenminste al vijfenzeventig, hoelang tijd is hem nog beschoren? Het is haast niet voor te stellen dat deze gigant er niet meer zal zijn. Maar niet te lang over nadenken. Hoe dan ook… ‘Fairy Taile’ zeker aanschaffen! Ik weet zeker dat u, net als ik, binnen de kortste keren verknocht zult zijn aan het verhaal en het boek niet weg zal kunnen leggen!
Jos Lexmond