Scherven vol ogen – Johan Klein Haneveld (SF)
Uitgeverij Macc, Rijen (2021)
208 pagina’s; prijs 16,95
Omslag: Shutterstock, Bar Productions
Huh… SF? Ik zie u het denken. Maar… jawel: SF. Het verhaal speelt zich in 2080 af met allerlei technisch gebeuren, en ondanks de op een gegeven moment ontstane Horror… wel degelijk SF. Wij van FANDATA hebben jaren geleden al besloten, dat als er SF elementen in een verhaal voorkwamen, dat dit verhaal dus als hoofdgenre, SF meekrijgt. Ondanks misschien de Fantasy als/of/en Horror elementen. We zijn er nog steeds niet helemaal uit en hebben ons, tot nu toe, beperkt tot een drietal hoofdgenres. Weinig verrassend zijn dat: SF, Fantasy en Horror. Jaren zijn we ermee bezig geweest en zijn zelfs bij een aantal mensen langs geweest (waaronder Eddy C. Bertin), die er al veel verder in waren, om te kijken of we hun systeem konden adopteren. Vooral Eddy Bertin had een briljant systeem, maar dat was dermate ingewikkeld om voor ons bruikbaar te zijn. Jammer! Het zal erop uitdraaien dat we nog wel eens een subgenre aan het hoofdgenre koppelen en dan zouden we bij deze roman: SF, subgenre: HO krijgen. Ook nog niet ideaal, maar goed… voorlopig dus alleen: SF voor ‘Scherven vol ogen’.
Dit is al het tweede verhaal dat zich in een toekomstig Nederland afspeelt, waar ik absoluut niet in zou willen wonen. Het eerste was: ‘ Reclame en de Kunst van het Hacken ‘ van Antoni Dol, waarin in Nederland het maken van reclame op zo’n manier was doorgevoerd, waar ik absoluut niet mee kon leven. In het Nederland van 2080 van Johan Klein Haneveld is de zee zover het land op gedrongen, dat er maar weinig grond overblijft om op te wonen. Een soort van ziltpunk, maar in tegenstelling tot de ziltpunk van Tais Teng, Jaap Boekestein en Roderick Leeuwenhart, die in principe altijd optimistisch en vrolijk van aard is, is de ziltpunk en het leven in: ‘Scherven vol ogen’ weinig opbeurend en zelfs dramatisch te noemen. Johan schetst een sombere wereld waarin niet alleen de overheid, maar ook de werkgevers (die een flinke lepel in de pap hebben) alles van je weten, vinden dat je baan alles, maar dan ook werkelijk alles, voor je moet zijn. Zelfs als een paar keer te laat komen bij je vorige werkgever, reden van je ontslag was, krijg je bij een volgende werkgever ook al niet heel erg veel kans meer om aan de slag te kunnen gaan. Dat is ook de situatie waarin Jennifer Kerkels verkeerd. Ze heeft zich uit een vluchtelingenkamp omhoog gewerkt en dat was al geen sinecure. In de vluchtelingenkampen aan de nieuwe kust van Nederland, valt het niet mee een opleiding te volgen. Je moest aan een tablet zien te komen en aan een goed werkende internetverbinding. Vervolgens was het zaak je opdrachten, ook als je honger had, lastig gevallen werd door bendes en ziektes, absoluut op tijd in te leveren. Een keer te laat en je kon het schudden. Maar Jennifer was het gelukt. Ze was als in de biotechnologie in de levensmiddelenindustrie aan het werk gegaan en haar carrière ging voor de wind. Maar na een incident, waar ze zelf weinig schuld aan had, ging haar carrière weer net zo hard achteruit als dat het vooruit gegaan was. Ze kon haar appartement niet langer betalen en moest genoegen nemen met een simpele kamer en zelfs dat kwam in het geding. Jennifer wilde alles doen, als ze maar niet weer in de vluchtelingenkampen terecht kwam. Er was uiteindelijk nog maar een oplossing… inschrijven bij een nieuw instituut: “Perfect”. Dat beloofde haar te veranderen in iemand die de werknemers absoluut in dienst zouden nemen. Zo gauw ze getekend heeft… begint de horror.
Prima en spannend verhaal. Als je mij afschuw kan laten krijgen van een wereld die je schildert, dan heb je wat mij betreft een wereld geschapen die als echt aandoet. Compleet en zonder gaten of fouten. Je zou er mij niet kunnen laten leven. Ik zou waarschijnlijk van een boerderijtoren springen, of de zee inzwemmen en me ter hoogte van het vroegere Enkhuizen (ik zeg maar iets), met veel dramatisch misbaar op de Drommedaris laten zakken, als ik het uitgemikt zou kunnen krijgen. Nu was ik gelukkig eraan te kunnen ontsnappen door het boek na de laatste pagina dicht te slaan. Het achttiende boek van Johan alweer en wat mij betreft een stevige aanrader.
Jos Lexmond