Wendigo – Mark Groenen (HO)
Godijn Publishing, Hoorn (2021) Godijntje
145 pagina’s; prijs 10,99
Omslag: Tom Smits
Dit soort uitgaven… daar hou ik van. Een boekje met het formaat van een pocket uit de jaren zestig en zeventig, met bijbehorende aantal pagina’s. Fantastische Vertellingen heeft ze als de Rare Boekjes en de Snuffelreeks, Quasis heeft ze als Splinters, Macc had zijn boekjes als promotiemateriaal laatst en Godijn Publishing heeft ze als Godijntjes. Ze zijn heel fijn als tussendoortjes, een schitterend voorafje op de hoofdmaaltijd van de dag. Het maximale formaat is een goede novelle en heb er nog geen gezien die niet naar meer smaakte. Zo ook dit debuut van de Eindhovenaar Mark Groenen. Eerder verschenen al een viertal van zijn verhalen in de fantastieke Godijn bundels als onderdeel van de jaarlijkse verhalenwedstrijd, waar Mark altijd redelijk tot goed weet te scoren. Bij een verhaal meldde ik zelfs dat het behoorlijk origineel was. Welaan… het was dus tijd om een Godijntje het licht te laten zien.
Mark Groenen is een docent geschiedenis/history op het middelbaar (tweetalig) onderwijs in Veldhoven. Wanneer hij niet aan het lesgeven, lezen of schrijven is, is hij waarschijnlijk op reis. In 2016 pakte hij het schrijven serieus op, dit keer met het doel een boek te schrijven. Nu is het zijn voornaamste hobby. Marks favoriete schrijvers zijn Haruki Murakami, Neil Gaiman, H.P. Lovecraft en Kafka. Als je zijn favoriete schrijvers beziet, dan weet je ook waar de inspiratie voor ‘Wendigo’ vandaan komt. In Wikipedia bij Wendigo staat het onder andere het volgende: “Een wendigo (ook wel windigo) is een monster uit de verhalen van de Noord-Amerikaanse Indianen, in het bijzonder de Algonquin-Indianen uit het noordoosten van de Verenigde Staten en het oosten van Canada. Wendigo’s zouden eruitzien als mensen die uit het graf waren opgestaan, maar waren niet dood geweest en dus geen zombies. Volgens de overlevering zijn ze razendsnel, onverzadigbaar en hebben ze altijd een bebloede mond. Na ieder slachtoffer dat ze hebben opgegeten worden ze groter, zodat sommige wendigo’s hierdoor reuzen zijn die vele malen groter zijn dan mensen. Omdat ze altijd honger hebben zijn ze constant op zoek naar nieuwe slachtoffers en eten ze desnoods delen van zichzelf wanneer ze geen slachtoffer kunnen vinden.’
Dat gelezen hebbende, weet je waar het zo’n beetje over gaat en niet alleen Mark Groenen heeft er een verhaal over geschreven, maar hij is in subliem gezelschap van onder andere Algernoon Blackwood (1869-1951), die ‘The Wendigo’ al in 1910 schreef en in de bundel: ‘The lost valley and other stories’, publiceerde.
Mark’s verhaal speelt zich in Eindhoven af, een stad die ik zelf natuurlijk ook heel erg goed ken omdat ik in een buurtgemeente woon (Geldrop) en meer dan veertig jaar in Eindhoven werkte, maar dat terzijde. Goed… Eindhoven dus. Het weer is al jaren niet meer zo slecht geweest. Hevige sneeuwval heeft ervoor gezorgd dat de wegen onbegaanbaar zijn en de treinen niet meer rijden. Boris en Pjotr zijn studenten, ze wonen in Eindhoven en staan op het station. Kwaad luisteren ze naar de omroeper, die hen en hun medereizigers mededeelt dat er niet meer gereisd kan worden vandaag en alle colleges zijn geschrapt. Het weer houdt Boris en Pjotr niet weg van het Stratumseind, waar de meeste kroegen van Eindhoven gevestigd zijn. De avond eindigt voor Boris dat zijn bloed gutst uit een aantal steekwonden en hij voor dood achtergelaten wordt terwijl de sneeuw rood kleurt. Hulp komt uit een onverwachte hoek. In het duister van de nacht verschijnt de Wendigo aan Boris. Hij krijgt zijn wraak, maar is de prijs daarvoor niet te hoog?
Prima verhaal wat in de traditie van Lovecraft geschreven is. Niet alleen eng, maar ook menselijk én monsterlijk. Wat mij betreft… veel meer hiervan. Voor u… doen!
Jos Lexmond