De laatste mens – Lee Bacon (JSF)
Van Holkema & Warendorf, Amsterdam (2021)
266 pagina’s; prijs 14,99
Oorspr.: The Last Human (Amulet Books, New York (2019))
Vertaling: Barbara Lampe
Omslag: Caren Limpens/Karl Kwasny
Illustraties: Karl Kwasny
Toen ik de aankondiging las van het toekomstig verschijnen van Lee Bacon’s ‘De laatste mens’, kwam die me vagelijk bekend voor. Maar verder dan dat heb er niet over nagedacht en hem aangevraagd als recensie exemplaar. En was er blij mee toen ik hem toegewezen kreeg. Het had een vette aantrekkingskracht op me, zoals dat tegenwoordig gezegd wordt (of misschien al niet meer). Toch bleef die vagelijke bekendheid vrijwel ongemerkt aan me vreten. Niet dat ik het boek eerder gelezen had, dat niet, maar ik wist vrijwel zeker dat ik hem ergens eerder gezien had. En… dat was ook zo. De originele (vertaalde) uitgave van dit boek stamt al uit 2019 en dit moet dan de tweede druk zijn (oid). Geen probleem natuurlijk. Misschien dat ik hem destijds ook al aangevraagd had, of niet. Maar nu heb ik hem in ieder geval wel en begon er met een hoge verwachting aan.
Het verhaal! De aarde is leeg, althans… zonder mensen. Er zijn natuurlijk wel eekhoorns, vogels én robots. De mens had de robot gecreëerd om hem van dienste te zijn en al gauw werden de robots voor alles en nog wat gebruikt en zelfs misbruikt. Mensen vervuilden de planeet, Ze vulden de luchten met chemicaliën en hun wateren met vergif. Door de vervuiling stond de wereld op instorten. De temperatuur steeg, de ijskappen smolten en kustlijnen overstroomden. Als je dacht dat de mensen zich van hun verantwoordelijkheden bewust zouden worden en alles op alles zouden zetten om hun wereld te redden, dan had je het fout. In de plaats daarvan starten ze een oorlog en de mensen stuurden de robots erop af om voor hen te vechten. Die hadden daar geen zin in en waren intelligent genoeg geworden om actie te ondernemen. Ze waren niet te beroerd de mensheid te helpen haar einde ietwat te bespoedigen.
Het is nu is het dertig jaar later. Twee robots hebben samen een robotkind gemaakt. Het heet XR-935. Het is meteen een dikke twaalf jaar oud en verbaasd zich over de vele sporen die de mensen hebben achtergelaten. Zijn ouders, Ouder_1 en Ouder_2, doen hun uiterste best hem op te leiden tot een goede robot. Een van de belangrijkste regels is: “Een robot deelt alles met de korf (zo heet de robotgemeenschap). Een robot heeft niets te verbergen”. Daarmee eindigt de dagelijkse rede van de Korfpresident in ieder geval. Dan… op een dag als XR-935 samen met zijn vrienden Ceeron en SkD (die alleen in emoji’s praat), aan het werk is, ontdekken ze een onmogelijkheid. Een wezen die achter een opslagstation zit, een meisje: Emma. Maar het kon geen mens zijn. Geen meisje. Mensen en meisjes waren dertig jaar geleden van de wereld verwijderd. Maar Emma is wel degelijk een meisje. En Emma is net zo oud als XR-935. Dat schept een band. Maar in het hoofd van XR-935 vormt zich een logische gedachte. Emma is een mens. Mensen bedreigen de wereld. Dus: Emma moet worden uitgeschakeld. Emma weet XR-935 te overtuigen dat ze geen bedreiging vormt voor de wereld. Samen met Ceeron en SkD beginnen ze aan een gevaarlijke reis naar een plek waar Emma veilig kan zijn. Maar dan komt ook nog het volgende dilemma op het pad van XR-935 en zijn kameraden: “Een robot deelt alles met de korf. Een robot heeft niets te verbergen”.
Heel erg leuk verhaal over een robotmaatschappij die gewoon door functioneert in een mensloze wereld. En de robots gaan ook mensachtige trekjes ontwikkelen. De appel valt niet al te ver van de boom. Het verhaal wordt dermate mooi afgerond, dat het lijkt dat het om een standalone gaat. Maar wat mij betreft zou er wel een vervolg op mogen komen, al lijkt dat niet te gebeuren.
Jos Lexmond