Voorafgaand aan de Worldcon van 2020 heb ik twee Worldcons bezocht: Helsinki in 2017 en Dublin in 2019. Dat waren bijzondere Worldcons maar ik durf wel te beweren dat de Worldcon in Nieuw-Zeeland van dit jaar de vreemdste is tot nu toe. Dit omdat ik niet in Nieuw-Zeeland was, maar bij mijn vriend in Enschede. Door COVID speelde de conventie zich volledig online af.
Had ik de hele conventie mee willen maken, dan had ik om 14.00 uur naar bed gemoeten en om 22.00 uur weer op moeten staan. Aangezien ik vakantie had, had ik daar geen zin in en bleef ik in plaats daarvan op tot drie uur ’s nachts en sliep ik uit, zodat ik in ieder geval nog een aardig stuk van het begin mee kon krijgen.
Panels
Bij vorige Worldcons heb ik fanatiek de panels gevolgd, en dat was dus ook mijn aanpak bij deze Worldcon. En ik kan zeggen: de mensen van de conventie hebben hun uiterste best gedaan om alles zo goed mogelijk te laten verlopen. De panels verliepen via Zoom, waarbij er altijd iemand van de conventie aanwezig was om technische problemen op te lossen. Na afloop kon je napraten in een ander programma, de Discordserver. Dat was geweldig geregeld. Ook kwalitatief weken de panels naar mijn smaak eigenlijk niet af van andere Worldcons.
Niet alle panels waren geweldig. Er zaten er een paar tussen waar ik voortijdig ben vertrokken, maar dat heb ik bij alle conventies wel gehad. In een online Worldcon is voortijdig vertrekken overigens een stuk makkelijker. Je hoeft niet weg te lopen terwijl je het gevoel hebt dat iedereen je nastaart. Ik heb zeker veel goeds te melden over technische panels zoals hoe je een social media-aanwezigheid opbouwt, alsook panels waar ik voor de lol heen ben gegaan. Zoals panels over welke minder bekende fantasy- en SF-shows er momenteel uitgezonden worden en die je echt moet kijken. Ik ben daar weggegaan met een hele lijst.
Het is bijna surreëel om met het ene oog een panel te volgen en met het andere oog te kijken naar hoe mijn vriend Super Mario Odyssey speelt (hij was niet ingeschreven voor de conventie). De charmes van een online conventie is dat hij overal in de wereld gevolgd kan worden. Wat ik daarbij jammer vond, is dat de tijden Nieuw-Zeelands bleven. Er waren geen ‘Europese panels’. Ik begrijp dat een 24-uurse conventie heel moeilijk is om te organiseren, maar desondanks vond ik het jammer om sommige best leuke panels te moeten missen omdat ik ook gewoon moest slapen.
Nieuw-Zeeland
De conventie vond natuurlijk officieel plaats in Nieuw-Zeeland, en ik had dan ook graag veel van het land gezien als ik er daadwerkelijk was geweest. Helaas had de conventie niet echt een Nieuw-Zeelands tintje qua opzet. Elke dag waren er wel panels over Nieuw-Zeeland en wat SF en fantasy daar betekent, maar dat was het. Ter vergelijking: de Finse Worldcon legde er grote nadruk op dat het in Finland plaatsvond, er waren allerlei Finse eregasten, in de conventietas kreeg ik een boekje mee over ‘Finnish Weird’, enzovoort. Het enige, zoals eerder gezegd, dat typisch Nieuw-Zeelands was aan deze conventie was het rooster.
Ik vind het daarom ook jammer dat ik achteraf te horen kreeg dat ik ook in een lokale wedstrijd een stem kon uitbrengen als Worldconlid. Die lokale wedstrijd was voor mij een gelegenheid geweest om me in de Nieuw-Zeelandse fictie te verdiepen. Deze optie was echter nooit doorgegeven aan de conventiegangers zelf.
Contact
Uiteindelijk is voor mij dé reden om naar Worldcon te gaan, om contact te hebben met mensen die ik ken. Ik heb een heel netwerk opgebouwd in de Amerikaanse schrijfwereld en ik vind het dan ook altijd leuk om hen weer te zien. Ja, het is wat het is, en dit is geen verrassing – maar dat heb ik erg gemist dit jaar. Ik heb met één auteur die ik persoonlijk ken een uurtje mogen kletsen, en dat was heel gezellig, maar voor de rest heb ik nauwelijks contact gehad met mensen en ik hoop dat dit volgende jaren weer meer mogelijk kan zijn.
Voor mij was het grootste gevoel van contact met dat sociale netwerk toen ik de stream van de Hugo Awards keek en tegelijkertijd de hashtag op Twitter in de gaten hield.
Hugo Awards
De Hugo Awards zijn awards die elk jaar bij Worldcon worden uitgereikt aan de beste sciencefiction en fantasy van het jaar. Dat kan van alles zijn, van een aflevering van een serie tot een heel seizoen, een film, wie de beste strips heeft geschreven, zelfs in enkele jaren een muziekalbum. Maar uiteraard gaat het voornamelijk om de beste nieuwe boeken, novelles en korte verhalen.
Sinds 2017 lees en kijk ik in zes categorieën de genomineerden, wat voor mij altijd flink wat lezen en kijken inhoudt, maar ik doe het altijd graag. Dus nam ik met veel genoegen plaats voor de livestream waar alle awards werden uitgereikt.
Alle winnaars dit jaar waren absoluut geweldig en goed leesvoer voor iedereen die nog wat te lezen zoekt. A Memory Called Empire van Arkady Martine won de award voor het beste boek, de beste novelle was This Is How You Lose The Time War van Max Gladstone en Amal El-Mohtar, de beste novelette Emergency Skin van N.K. Jemisin (wat ik persoonlijk het beste vond dat ik dit jaar voor de Hugo’s heb mogen lezen, dus deze raad ik extra aan), het beste korte verhaal As The Last I May Know van S.L. Huang. Te veel om op te noemen gezien het grote aantal categorieën bij de Hugo’s.
Ook de toespraken van de winnaars waren geweldig en een genot om naar te luisteren. Vooral R.F. Kuang, die een award heeft gewonnen omdat ze de beste nieuwe schrijfster was, was direct en confronterend over hoe moeilijk het kan zijn om als Aziatische in deze markt door te breken. De speech van Neil Gaiman, die met Good Omens de beste Dramatic Presentation Long Form won, was emotioneel en heel mooi.
Het enige aan de ceremonie waar ik daadwerkelijk moeite mee had was de host George R.R. Martin. Zijn anekdotes tussen de awards door gingen vooral over hem zelf, zonder de genomineerden of winnaars in het zonnetje te zetten, en sommigen duurden erg lang. Ik heb gedurende het eerste kwartier geprobeerd aandachtig te luisteren. Daarna ben ik tegelijkertijd maar een game erbij gaan halen zodat ik wakker bleef. De ceremonie duurde volgens het programma tot 3.30 ’s ochtends, maar ik lag pas om 4.30 in bed. Zoals al eerder gezegd heb ik Twitter gedurende die tijd in de gaten gehouden – en dat loog er ook niet om, ik was niet de enige die geen fan was van de presentatiestijl. Eerlijk gezegd hoop ik dan ook dat volgend jaar iemand anders presenteert. Wellicht heeft het voor sommigen gewerkt, maar helaas niet voor mij.
Conclusie
Het heeft veel energie gekost voor iedereen op deze conventie om het een online karakter te geven, en wat het stuk betreft dat ik heb gevolgd was het de best mogelijke optie. Uiteraard was ik veel liever in Nieuw-Zeeland geweest, maar het is niet anders. De mankementen zijn dan ook voor een groot deel te verklaren doordat de vrijwilligers maar een beperkte tijd hadden om alles op te zetten, en ik heb groot respect voor wat ze in de tussentijd hebben klaargespeeld. Ik hoop dat de conventies van later dit jaar en wellicht nog volgend jaar leren van de mankementen.
Maar, uiteraard hoop ik nog meer dat COVID zo snel mogelijk verdwijnt zodat ik dit soort dingen weer in levenden lijve mee kan maken. Wat mij betreft mag het morgen gebeuren!
Dit artikel, door Alexander Verbeek, is eerder verschenen in HSF (2020/3).
CoNZealand – The 78th World Science Fiction Convention