Diversiteit en representatie zijn onderwerpen waar niet aan te ontkomen valt. Tijdens de Worldcon werd er uitgebreid aandacht aan besteed in verschillende panels. Online en op papier is er een uitgebreid discours ontstaan. Hierin probeert iedere groep een plek te vinden. Of het nou gaat om geaardheid, culturele achtergrond, geslacht of politieke denkbeelden. De tijd dat ons genre gedomineerd werd door een monocultuur bestaande uit voornamelijk blanke mannelijke schrijvers met een Angelsaksisch westerse achtergrond, is toch echt voorbij. En dat is niet altijd voor iedereen even makkelijk.
Zo bleek bij de laatste Worldcon dat het een uitdaging was om sommige achternamen van Hugo-winnaars juist uit te spreken. Dat is er eentje in de categorie waarvan je je als buitenstaander afvraagt hoe moeilijk het nou kan zijn. Het is vast wel uit te leggen maar dat maakt het niet minder vervelend voor de personen die het trof en wiens moment in de spotlights overschaduwd werd door een onnodige fout. Het vinden van de weg in deze nieuwe wereld is niet altijd makkelijk en zal ook nog wel even ingewikkeld blijven. Want wat doen we nu met al die schrijvers waarvan we nu vinden dat ze toch wel erg van de oude garde zijn? Lezen we ze helemaal niet meer, gaan we ze lezen met een disclaimer of moeten we er tijdens het lezen altijd discussie over voeren?
In deze nieuwe wereld waar iedereen terecht een plek voor zichzelf opeist, zoeken makers naar een manier om daar ruimte aan te geven. En dit gaat lang niet altijd zoals eigenlijk de bedoeling zou moeten zijn. Want welk nut heeft diversiteit als karakters alleen maar in een boek of script voorkomen omdat ze bi zijn, een andere huidskleur dan wit hebben of vrouw zijn? Vaak is het zo dat als we deze diverse karakters ontleden tot hun kern, het nog steeds inwisselbare personen zijn. Het stempel van diversiteit dat ze krijgen, is niet meer dan dat.
Terwijl ik toch vanuit persoonlijk perspectief kan zeggen dat je een hele andere maatschappelijke positie inneemt als je aseksueel of lesbisch bent. Iemand die anders is dan de norm maakt een andere reis door het leven en reageert daardoor dus ook anders, ook als die persoon wel hetzelfde kan bereiken. Culturele achtergrond en persoonlijke bagage spelen een grote rol, ook als er geen glazen plafond is. Een karakter is pas authentiek als je dat terug ziet. Iets waar in veel boeken, films en series aan voorbij gegaan wordt. Representatie door een karakter dat alleen maar in uiterlijk divers is, helpt maar een klein beetje om meer diversiteit in het echte leven te krijgen.
Maar die representativiteit is wél nodig! Als we bepaalde type mensen nooit in fictie zien, niet om wie ze zijn maar als wie ze zijn, dan kijken we ook in de werkelijkheid makkelijker over hen heen. Ondanks dat Captain Janeway van Star Trek toch vooral niet anders mocht zijn dan de mannelijke Starfleet-captains die haar voorgingen, was en is het voor mij als vrouw nog steeds belangrijk dat een vrouw ook die leiderschapsrol kon vervullen. Nog mooier zou zijn geweest als ze ook echt had mogen laten zien waarom een vrouwelijk perspectief op een beslissing anders is dan dat van een man. Of waarom een vrouw een vergadering anders zou leiden. Of dat ze eens een keertje goed migraine had van het ongesteld zijn.
Een ander voorbeeld is het verschil tussen Star Trek Deep Space Nine (DS9)en Star Trek Discovery. Als je beide gezien hebt, zal je meteen snappen wat ik bedoel. DS9 is een goed voorbeeld van sterke representatie van minderheden. De karakters zijn wie ze zijn en gedragen zich er naar. Er wordt bijvoorbeeld nergens in de serie benoemd dat Sisko van Afro-Amerikaanse komaf is. De kleur van zijn huid is juist geen punt van discussie meer en dus is hij wie hij is en kan hij bereiken wat ieder ander ook kan bereiken. En waar het nodig is wordt daar ook gewoon over gesproken. Discovery daarentegen is een pijnlijk geforceerde afvinklijst op het gebied van diversiteit. Het lijkt er op dat ze alle minderheden in één serie hebben willen stoppen zonder daar verder een echte reden voor te hebben. Ook wat waard zou je zeggen maar gezet tegenover echte representatie, waarbij een karakter vanzelfsprekend in de fictieve wereld functioneert net als een ‘witte blanke man’ dat zou hebben gedaan, maar dan wel als zichzelf, is het een gemiste kans.
Het zou goed zijn als we in SF- en fantasyboeken, films en series de komende jaren werelden gaan zien waarin diversiteit en representatie niet alleen als een afvinklijst gebruikt wordt. We willen werelden waarin iedereen daadwerkelijk zichzelf kan zijn en het er niet meer toe doet waar je vandaan komt, wat je geaardheid is of waar je in gelooft (uiteraard binnen de context van de wereld die gecreëerd is). Aan de andere kant is het belangrijk dat karakters authentiek zijn. Als je een vrouwelijk karakter op andere vrouwen laat vallen, laat dan ook echt zien wat dit voor het karakter betekent. En als je wel over de blanke hetero man schrijft, laat ons dan eens zien hoe die authentiek aan zichzelf blijft in deze veranderende wereld zónder de Derde Wereldoorlog te beginnen of anderen te marginaliseren.
Als schrijver is het daarom essentieel dat je je verdiept in het karakter dat je neer wilt zetten. Wie is deze persoon, waar komt deze persoon vandaan en welke bagage draagt deze persoon met zich mee? En als je er dan voor kiest om voor een karakter te gaan dat ver van je eigen belevingswereld af staat, ga dan praten met mensen die in de echte wereld jouw karakter zijn. Dus als je een lesbische Islamitische vrouw met één been probeert te beschrijven, ga dan eerst eens praten met zo’n persoon.
Dit artikel, door Alice Jouanno, is eerder verschenen in HSF (2020/3).