Slapen in een zee van sterren – Christopher Paolini

Slapen-in-een-zee-van-sterren.jpg

Slapen in een zee van sterren – Christopher Paolini (SF)
Meulenhoff Boekerij bv, Amsterdam (2020)
878 pagina’s, € 29,99
Oorspr.: To Sleep in a Sea of Stars (Tor Books, New York City – 2020)
Vertaling: Niels van Eekelen & Mechteld Jansen & Jonas de Vries
Omslag: Faceout Studio/DPS Design & Prepress Studio

Poeh poeh. Een hele klus, maar wat voor een! In ieder geval een waar je me, bij wijze van spreke natuurlijk, midden in de nacht voor wakker kunt maken. Het is in ieder geval de beste Space Opera die ik in jaren gelezen heb. Toegegeven… het is ook zo’n beetje de enige, maar als het er meerdere waren geweest, dan had deze zonder meer bij de besten gehoord. En dat van Christopher Paolini! En ik maar denken dat hij volledig in de Fantasy zat met ‘Eragon’ en de vervolgen. Ik moet eerlijk zijn en toegeven dat ik daar nooit een letter van gelezen heb. Op de een of andere manier trok me dat nooit en ik knapte lichtelijk af op de omslagillustratie. Natuurlijk weet ik wel dat je nooit op de omslag af moet gaan, maar toch deed ik dat en alsmede het feit dat Fantasy nooit een van favoriete genres was binnen het fantastieke (een enkeling daargelaten), kwam het er nooit van. Misschien moet ik na lezing van ‘Slapen in een zee van sterren’ het een en ander nog maar eens heroverwegen en er toch maar eens aan beginnen. Maar goed… dat is iets voor later.

Toen ik met poeh poeh begon, sloeg dat wel op het formaat van deze pil. Met z’n 823 pagina’s aan verhaal plus het addendum en met een totaalgewicht van 1253 gram, is het wel een boek waar je U tegen zegt. Als alle boeken zo waren, dan had ik waarschijnlijk allang een e-reader aangeschaft. Maar gelukkig hoeft dat niet, (het komt gelukkig niet al te vaak voor) want ik ben gek op fysieke boeken. De reuk van het papier en de inkt, het gevoel dat je iets vast hebt, voegt wat mij betreft alleen maar iets toe aan de leesbeleving. Alleen zou het wat mij betreft in twee delen mogen uitkomen, maar… dan allebei wel tegelijk!

Een Space Opera dus. Wat mij betreft een van de aantrekkelijkste sub genres van de SF. De wijds geschilderde sterrenwoestenij, gevuld met onafzienbare vloten van gigantische ruimteschepen, die al veelkleurige laserstralen en raketten brakend, hele werelden in het verderf storten. Prachtig vind ik dat en ik kan er maar geen genoeg van krijgen. Dit en nog veel meer komt ruimschoots aan bod in ‘Slapen in een zee van sterren’, maar dat niet alleen. Kira Navãrez is exobioloog. Het is haar taak om nog niet gekoloniseerde planeten te inventariseren en te zien of ze bruikbaar zijn voor de mensheid. Haar laatste klus voert ze uit op Adrasteia. Ze gaat trouwen met Alan en zich settelen. Ze voert het onderzoek van de wereld een beetje op de automatische piloot uit. Op een dor eiland voor de kust van een van de continenten zakt ze door de grond en valt in een, wat op het eerste gezicht, een grot lijkt te zijn. Maar dat is het niet. Het is een geconstrueerde ruimte. De mensheid is slecht één keer eerder bewijs van intelligent buitenaards leven tegengekomen (het Grote Baken op Talos VII) en deze ontdekking zou de tweede kunnen zijn. Een vreemd soort van stof dringt Kira’s beschermende pak binnen…

Hier laat ik het bij. Het is in ieder geval het begin van een kosmos omspannend verhaal en Kira speelt er de hoofdrol in. Ik vond het prachtig en heb er eigenlijk maar een opmerking over. Als het verhaal op zijn einde loopt, eindigt het niet. Het lijkt wel of de schrijver er geen afscheid van kon nemen. Er volgt nog een stukje sentimenteel gedoe, voordat het echt einde inzet. Dat sentimentele gedoe had voor mij niet gehoeven, maar een kniesoor die daarover valt. Prima verhaal, prima vertelt en heel erg van genoten. En… het werkelijke einde laat duidelijk ruimte voor een vervolg. Geen idee of dat er ook komt, maar het is meer dan welkom. Alleen gaat dat hopelijk geen negen jaar duren, zoals Paolini met ‘Slapen in een zee van sterren’ bezig is geweest. We gaan het zien, maar voor nu: meer… heel erg veel meer, van dit soort verhalen, graag!

Jos Lexmond

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *