Tweedeling – HSF (2020/1)

Er zijn twee soorten lezers. Natuurlijk zijn er veel meer onderverdelingen mogelijk, maar ik heb voor deze column slechts een paar honderd woorden en moet me dus beperken. Twee soorten lezers dus. En daarmee samenhangend zijn er twee soorten schrijvers.

Toen ik me dit voor het eerst realiseerde, ervoer ik een grote opluchting. Ik kwam namelijk bij de kramen van Nederlandse uitgevers op fantasyfestivals en ComicCons weinig boeken tegen die me aanspraken. Van de meeste zag ik meteen dat het ging om standaard fantasyverhalen. Was het niet vanwege de covers, dan door de titels met woorden als ‘draak’, ‘demon’ of ‘strijd’ erin. Als ik dan de achterflap las of door het boek bladerde, werd die indruk meestal bevestigd.

Het waren verhalen die in de jaren zeventig en tachtig hadden kunnen verschijnen, toen het gehele fantasygenre werd gedefinieerd door de erfenis van Tolkien. Internationaal is echter binnen de fantasy wel het een en ander veranderd. Schrijvers als China Mieville en Jeff Vandermeer lieten zien dat verbeelding echt grenzeloos is met hun ‘new weird’ terwijl auteurs als Glen Cook en Steven Erikson moreel grijze karakters in een gewelddadige wereld plaatsten in ‘grimdark fantasy’. N.K. Jemisin demonstreerde dat fantasy inspiratie kan putten uit wetenschap en intens persoonlijke verhalen kan overdragen in haar Hugo-winnende trilogie. En zo kan ik doorgaan. In het Nederlandse taalgebied heb ik de afgelopen jaren echter slechts een handjevol schrijvers gevonden die ook uitdagende boeken produceren, die spelen met de grenzen van het genre en iets aan het al bestaande toevoegen.

Ik realiseer me nu echter dat ik niet representatief ben voor alle lezers. Ik zie namelijk op de festivals en ComicCons genoeg klanten bij de betreffende kraampjes staan en internationale auteurs als Robert Jordan, Terry Brooks en Terry Goodkind vinden nog steeds een publiek met hun lange series (waarvan er een zelfs door een ander moest worden afgemaakt). Een grote groep lezers is namelijk niet op zoek naar uitdaging of vernieuwing, maar verlangt juist naar verhalen die bekend aanvoelen. Als in een warm bad willen ze zich onderdompelen in een vertrouwde fantasywereld. Even uit de ingewikkelde situatie van alledag ontsnappen naar een omgeving waar de eenvoudige boerenzoon koning kan worden en problemen kunnen worden opgelost met een toverzwaard. Dat is een belangrijke reden om te lezen. Altijd zo geweest ook. J.R.R. Tolkien zelf vond escapisme helemaal geen vies woord.

Ikzelf behoor echter tot die andere categorie lezers, die verrast wil worden door nieuwe vergezichten. Gelukkig voor mij zijn er -net zoals er twee soorten lezers zijn- twee soorten schrijvers. Schrijvers die geïnspireerd worden door het uitdiepen en verbreden van al bestaande paden en schrijvers die in hun boeken juist nog onbekend terrein in kaart willen brengen. Naar de schrijvers van die tweede categorie is het soms iets langer zoeken. Dat heb ik er echter wel voor over.

Dit artikel, door Johan Klein Haneveld, is eerder verschenen in HSF (2020/1).

johankleinhaneveld.blogspot.com/

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *