Vruchteloos – Bes Ceyssens (YSF)
Clavis Uitgeverij, Hasselt – Amsterdam – New York (2020)
Young Adult
259 pagina’s; prijs 17,95
Omslag: Studio Clavis
Het debuut van Bes Ceyssens ‘De laatste dans’ was me goed bevallen dus ik was heel erg benieuwd naar haar volgende roman, maar ik vrees te moeten zeggen dat me dat nogal tegenviel. SF is toch weer wat anders dan horror. Het lijkt erop dat de schrijfster het belang van het verhaal boven de wereld verkoos en juist wereldopbouw is zo belangrijk in de SF. Je kunt van alles bedenken, maar het moet wel logisch zijn en kloppen. Laat ik even schetsen hoe haar toekomst eruit ziet. In 2090 is de overbevolking op haar hoogtepunt en de overheid (wereldregering?) besluit dat er iets in het drinkwater gedaan moet worden waardoor de mensen met bloedgroep AB onvruchtbaar worden. Maar er gaat iets fout en zowat iedereen, op een kleine groep mutanten na, wordt onvruchtbaar. Tachtig jaar later is de wereld een dorre en steeds leger wordende wereld, waarin de overheid de jongeren in centra plaatst en dwingt zich voort te planten. Tot zover niets mis mee.
Als je als schrijver naar een toekomst kijkt die 150 jaar na nu ligt, dan is het handig om eerst eens 150 jaar terug te kijken, een van de bewoners uit 1870 mee te nemen naar 2020, die los te laten en kijken wat er gebeurt. Die weet natuurlijk niet wat die ziet. Auto’s, vliegtuigen, raketten, drones, mobiele telefoons en weet ik niet wat meer. Verplaats dan je zelf naar 2170 en verzin waar jij ondersteboven van zou zijn. Ik kan van alles verzinnen, maar daar gaat het nu niet om. Als ik terecht zou komen in de wereld van ‘Vruchteloos’ zou ik een lege en vervallen wereld zien met als enige gadget een BT. Er wordt niet uitgelegd wat dat voor een ding is, maar als ik zou mogen raden: een beeldtelefoon? Wow… hebben we nu al. Een 5D huisbioscoop? Hebben we blijkbaar ook al. En dan hebben we de technische ontwikkelingen wel gehad.
Iets anders. Op een gegeven moment is hoofdpersoon Ava nogal geschokt over de term IVF. Nou kan ik me voorstellen dat in 2090, op het hoogtepunt van de overbevolking, dat een heel erg vieze afkorting was. Maar als de wereld welhaast uitgestorven is, zou je denken dat alle mogelijke technieken uit de kast gehaald zouden worden om het geboortecijfer zo hoog mogelijk op te krikken. Maar nee, we doen gewoon jongen-meisje seks en hopen maar dat er wat van komt. Geen IVF, klonen, biologische robots, geen Turing, (zoals Guido Eekhout ze opvoerde in Enigma), mens/dier mengwezens, of wat dan ook… niets van dat alles.
En hoe staat het trouwens met de klimaatverandering, beschikbaarheid van grondstoffen, vervuiling? Waarom zijn we niet in de ruimte, koloniseren we de Maan, Mars en de manen van de buitenplaneten niet. Of waarom terravormen we Venus niet, om maar eens wat anders te noemen? Welnu… dat soort dingen.
Al het bovenstaande buiten beschouwing gelaten, blijft alleen het verhaal over. En dat, moet ik eerlijk toegeven, is in de gegeven omstandigheden best te pruimen. Er zit een verhaal in dat jongvolwassenen best eens zou kunnen raken. Het zou zelfs zo maar kunnen zijn dat zij het bovenvermelde niet missen in het verhaal en het zo kunnen accepteren. Maar ik niet helaas. Ik vind dat een verhaal rammelt als de wereld rammelt. Het een kan niet los gezien worden van het ander en aldus vind ik het een gemiste kans.
Er staat alweer een nieuw boek van Bes Ceyssens op stapel: ‘Avondrood’. Het ziet ernaar uit dat het een historisch boek wordt voor jongvolwassenen. Iets wat mooi is. De wereld is dan al een bestaande en hoeft niet verzonnen te worden.
Jos Lexmond