Zonderlingen (DIV)
Godijn Publishing, Hoorn (2020)
281 pagina’s; prijs 18,99
Omslag: Tom Smits
Bij het verschijnen van ‘Achterblijvers’ en daarna ook bij ‘Nachtwakers’ vroeg ik me al af waar Godijn het talent allemaal vandaan haalde. Nu, met deze derde verhalenwedstrijd ‘Zonderlingen’ doe ik dat al weer. Natuurlijk is er veel schrijftalent in Nederland, dat zie je telkens weer, maar zoals het hier in deze bundel gepresenteerd wordt, verbaasd het me toch telkens weer. Veel van het talent, ongeveer de helft, waren al bekend van de eerder genoemde uitgaven, maar ook van andere verhalenwedstrijden zoals de Harland Awards. Maar dat betekend dus dat de andere helft nog nooit, althans mij niet bekend, iets gepubliceerd heeft en dan meteen een kwalitatief goed verhaal neer kan zetten. Petje af! Het talent blijkt ook natuurlijk wel dat drie van de auteurs in deze bundel onlangs een contract voor een boek hebben getekend bij Godijn en dat zeker twee van hen het boek rond november zullen zie verschijnen. Het zijn Michiel Richards, die met ‘Tijdprotocol 4.16’ de zevende plaats bereikte en wat een uitgegroeide versie wordt van dit verhaal. Rowan Merrin, welke met ‘De theewagon’ de tiende plaats behaalde en Mark Groenen, die met ‘Snaren’ de zeventiende plaats innam.
Nu we het toch over de plaatsnoteringen hebben… moet ik zeggen dat ik een grote bewondering voor de jury, Elly Godijn, Johan Klein Haneveld, Esmeralda van Belle en Garvin Pouw heb. Ga er maar eens aanstaan. Hoeveel verhalen er zijn ingestuurd weet ik niet, maar de longlist was vijfenveertig titels groot, dus om aan de vijfentwintig beste verhalen te komen was er dus nog keuze genoeg. En als je dan ziet dat het verschil in kwaliteit binnen, pak ‘m beet, de eerste vijftien plaatsen dermate klein is, dan is het jureren vrijwel een onmogelijkheid. Persoonlijk zou ik het tweede verhaal (Hendrik van Oordt – ‘Kraaien’) hebben laten winnen, maar dat is toch meer een persoonlijke keuze denk ik.
Wat me ook weer opviel is het grote aantal SF verhalen in deze bundel. Dertien stuks maar liefst. Ik heb al een eerder verzucht dat een dergelijk aantal totaal uit verhouding is van wat er in de reguliere boekenwereld verschijnt. Ik vind persoonlijk dat daar wel eens wat meer aandacht voor mag zijn. SF is en blijft populair en we willen er blijkbaar veel meer van zien. Een heropleving zoals in de jaren zeventig en tachtig, zou mij persoonlijk zeer welkom zijn. Maar goed… verder waren er acht Fantasy verhalen, twee horror verhalen, een spookverhaal en een paranormaal verhaal, die je natuurlijk bij de Fantasy mag tellen van mij, als je dat zou willen.
Verder wil ik nog wel een paar opmerkingen plaatsen over een paar verhalen. Helaas kan ik dat niet over alle verhalen doen, want anders wordt deze recensie veel te lang. Maar vooral wil ik de zesde plaats van Arne Hempenius (een Friese schrijver waar ik nog nooit van gehoord had, maar toch al een historische Thriller ‘Het lot van Althilt’ op zijn naam heeft staan) met ‘Eclipsregen’. Daar wilde ik veel meer van lezen. ‘De theewagon’ van Rowan Merrin noemde ik al eerder. Dat verhaal vond ik heel erg mooi en ik ben dan ook heel erg benieuwd naar haar Charret-Lûd serie, waarvan het eerste deel ‘Aardling’ gaat heten. Voorlopig lijkt de serie vier delen te gaan beslaan. Verder wilde ik toch Bruno Lowagie met ‘Spiegelpunt’ nog even noemen. Hij is een Belgische schrijver en programmeur uit Ieper, die zich voor het eerst aan een verhaal waagde. Ik noteerde erbij: “Spiegels reflecteren niet altijd de exacte spiegelbeelden”. Het verhaal behaalde de negentiende plaats, wat ik wel een beetje laag vond. Ik vond het fascinerend.
Nu dan… al met al een zeer geslaagde verhalenwedstrijd en dus ook een zeer geslaagde anthologie en dat vraagt dus meteen om een vervolg. En ziet… die is al aangekondigd met als thema: ‘Nevelkinderen’. Nou… daar is wel wat mee te doen, denk ik zo. Ik ben benieuwd of het niveau weer zo hoog is, maar eigenlijk twijfel ik daar allang niet meer aan.
Jos Lexmond
Bedankt voor de mooie woorden over “Spiegelpunt”.
Graag een kleine correctie. Ik heb software ontwikkeld, maar ik ben eerder ondernemer dan programmeur. Ik ben geboren in Ieper, maar ik woonde de afgelopen 30 jaar in Gent (en ook voor een stukje in Californië). Spiegelpunt is niet mijn eerste verhaal en ook niet mijn laatste. Vorig jaar schreef ik elke week minstens één verhaal in het Nederlands (voornamelijk bij schrijvenonline.org); dit jaar schrijf ik elke week minstens één verhaal in het Engels (bij Reedsy.com en Furious Fiction).
Een maand geleden bracht ik het autobiografische boek “Gebeten” uit: https://www.goodreads.com/book/show/53205407-gebeten
Ik ben ook aan het werk aan een opvolger voor “Oceaanwees”, mijn eerste verhalenbundel. “Stamboom” wordt een bundel met Nederlandstalige verhalen; “Bad Hair” wordt een bundel met “Short Fiction” in het Engels.
Geef een seintje als je een aantal sciencefictionverhalen van mijn hand wil lezen.
Je noteerde: “Spiegels reflecteren niet altijd de exacte spiegelbeelden.” Dat klopt. Het uitgangspunt van mijn verhaal was dat je enerzijds de wetenschap hebt waarvoor een spiegelbeeld altijd exact hoort te zijn, maar anderzijds de menselijkheid die jouw opmerking illustreert.
Beste Bruna,
Bedankt voor je reactie en excuses dat ik niet heel erg volledig was in de recensie. Ik dacht dat je verhaal echt een eersteling was. Maar goed… bij dezen heb je het rechtgezet. Als je een nieuwe bundel uitbrengt (op papier, beetje ouderwets vrees ik) ben ik graag bereid die te lezen en te recenseren voor het NCSF.
Met vriendelijke groeten,
Jos Lexmond