De verdwenen stad – Camilla Sten (HO)
Karakter Uitgevers B.V. Uithoorn (2019)
355 pagina’s; prijs 21,50
Oorspronkelijk: Staden (Norstedts. Stockolm – 2019)
Vertaling: Corry van Bree
Omslag: Miroslav Sokcic
Volgens de achterflap wordt Camilla Sten de Zweedse Stephen King genoemd. Normaal gesproken neem ik dit soort opmerkingen met een korreltje zout, maar sinds ik een beetje op mijn zoutconsumptie moet gaan letten, negeer ik dit soort mededelingen dan maar gewoon. Echter… in dit geval moet ik toegeven dat Camilla Sten wel degelijk de kenmerken van Stephen King heeft. Sterker nog… als er geen schrijver vermeld zou hebben gestaan om de omslag, dan zou ik zeker op Stephen King gegokt hebben. Ik zou er zelfs wel geld, toch zeker wel een euro of twee, op hebben durven te zetten.
Waarom lijkt Camilla Sten dan op Stephen King. Nou… net zoals hij, neemt Camilla er rustig de tijd voor om alle personages en omstandigheden te introduceren, waardoor het verhaal nogal traag vordert. Je zou haast kunnen zeggen, dat het soms helemaal niet vordert. Dat gevoel heb ik bij Stephen King ook. Hij schrijft niet voor niets van die dikke pillen en zelfs de meeste van zijn korte verhalen zijn meer novelles dan korte verhalen, hoewel hij het wel kan. Korte verhalen schrijven, bedoel ik dan. Van Camille Sten weet ik dat nog niet. ‘De verdwenen stad’ is mijn eerste kennismaking met haar.
Wat Sten nog meer met King gemeen heeft is dat het moeilijk te bepalen is of het nu fantastische horror is of psychologische en dat heeft me tijdens het lezen de hele tijd bezig gehouden. Pas op het einde kon ik, nog steeds min of meer twijfelend, beslissen dat het echt fantastische horror is. Maar toch blijven er argumenten te over die me zomaar weer de andere kant op zouden kunnen bewegen. Dilemma’s, heel veel dilemma’s dus.
Hoe dan ook… dit gezegd hebbende, neemt het niet weg dat ‘De verdwenen stad’ dermate boeiend geschreven is dat je steeds meer betrokken raakt bij de personages en de gebeurtenissen, die steeds indringender worden.
De Nederlandse titel is niet bijzonder best gekozen. De stad is niet verdwenen, maar zijn inwoners zijn verdwenen. De gebouwen zijn er allemaal nog. Staden, zoals de titel in het Zweeds is, is veel beter denk ik, al zou dat: Stad, misschien weer vreemd staan op de cover.
Waar gaat het over? In 1959 verdwijnt bijna de gehele bevolking van Silvertjärn, een fabrieksstadje in het midden van Norland in Zweden. Alleen een baby wordt aangetroffen en verder helemaal niemand. Het is groot nieuws in die tijd, maar zoals het meestal met groot nieuws gaat is het hot en wordt het weer vergeten. Alice Lindstedt, wiens oma in Silvertjärn opgroeide, is gefascineerd door het gebeurde en als ze volwassen is wil ze, met een team, terugkeren naar Silvertjärn om er een documentaire te maken en er ook achter proberen te komen wat er nu precies gebeurd is destijds. De groep is de eerste in vijftig jaar die deze vreemde ‘dodenstad’ bezoekt.
Zoals gezegd wordt het verhaal traag verteld en schakelt tussen de gebeurtenissen in 1959 en het heden heen en weer. Vooralsnog komen beide verhalen nog niet bij elkaar. Dat gebeurd veel later pas en als lezer wordt je nogal eens op het verkeerde been gezet. Het boek is bijna uit als je doorkrijgt wat er nu eigenlijk gebeurd is en dat is knap. Ondanks de traagheid heb ik, net als van een groot deel van de boeken van Stephen King, genoten en ik hoop dat dit geen eerste en meteen laatste kennismaking met Camilla Sten is.
Jos Lexmond