De Kaarsenmaker van Arranmore – Catherine Doyle (JFA)
Stormwachter 1
Uitgeverij Fantoom (2019)
288 pagina’s; prijs 17,99
Oorspr.: The Storm Keeper’s Island (Bloomsbury Publishing Plc., Londen – 2018)
Vertaling: Maria Postema
Omslag: Manuel Šumberac
Het is niet ongebruikelijk dat er boeken voorbij komen die ik graag gelezen zou hebben toen ik nog een jongetje van een jaar of twaalf of daaromtrent was. Niet dat ik destijds niet voldoende te lezen had, daar niet van, maar een aantal van de verhalen die ik voorbij zie komen zijn dermate aantrekkelijk in mijn ogen, dat ik ze destijds graag verslonden zou hebben. Sommige van de jeugdboeken hebben een hele grote aantrekkingskracht op me, waardoor ik graag doe alsof ik weer twaalf ben en verslind ze dan alsnog. ‘De Kaarsenmaker van Arranmore’ is zo’n boek. Waarom dat specifieke boek zo’n aantrekkingskracht op me had, kan ik niet omschrijven. Het was nou eenmaal zo. Ik was heel erg blij dat het me toegewezen werd als recensieboek en nog blijer toen ik het ontving. Anders dan andere boeken was het samen met een mooie ansichtkaart en boekenlegger netjes in een stemmig papiertje verpakt, en vergezeld van een kaarsje in een blikje om de feeststemming nog wat te verhogen. Dit soort dingen vind ik heel erg leuk en het bewijst dat het de uitgever eraan gelegen is, de presentatie van het boek zo smaakvol mogelijk te verzorgen. De stemming was al gemaakt! Hulde en lof wat dat betreft.
Het verhaal dan. Het is niet verbazingwekkend te kunnen vertellen dat ik het bij het rechte eind had. Het was een verhaal om van te smullen en dan niet alleen voor kinderen, maar ook weer voor het kind in mij. Op de een of andere manier heb ik er een neus voor denk ik. Geef me een stapel boeken en ik pik ze er zo tussenuit.
Fionn Boyle woont normaal gesproken in een van uitlaatgassen vergeven Dublin, waar bouwvakkers herrie maken en een half aangelegde trambaan die dwars door de stad snijd en de toeristen van het voetpad drukt. Het is zijn thuis, maar nu is hij aan boord van een veerboot op weg naar Arranmore. Hij zit op een plastic stoel en probeert niet over zijn schoenen te kotsen. De zee is ruw. Tara, zijn oudere zus, staat aan de reling van de veerboot. Zij schijnt geen last van zeeziekte te hebben. Van Fionn mag ze over boord vallen en een klein beetje verdrinken. Niet genoeg om dood te gaan, maar wel genoeg om het gedeelte van haar hersenen dat haar zo’n rotkarakter geeft te laten opeten door een voorbij zwemmende vis. Fionn en Tara zijn onderweg naar hun opa om de vakantie door te brengen op het eiland waar hij Stormwachter is. Op Arranmore, waar Fionns vader eens verdronken is. Als de veerboot aanlegt en zijn zus van de veerboot springt, blijft Fionn aarzelen. De grond trilt onder zijn voeten en laat zijn voetzolen heel zachtjes sidderen. Fionn hoort het gefluister in zijn bloed en in zijn botten. ‘Kom hier’, zei de stem. ‘Kom thuis’.
Als dit je niet nieuwsgierig maakt naar de magische belevenissen van Fionn, zijn zusje en zijn opa op het eiland Arranmore, dan weet ik het niet. Ik heb het in ieder geval ademloos gelezen en het kind in mij is uitermate benieuwd naar het volgende deel dat in het Engels al is aangekondigd: ‘The Lost Tide Warriors’. Naar verluid gaat deze serie uit vier delen bestaan en ik hoop maar (met heel mijn hart) dat ze vertaald gaan worden. Als u het nog niet doorhad… wat mij betreft een hele dikke aanrader, kind of niet.
Jos Lexmond