Er zit wel een schrijver in Van Kalken

Parallellum.jpg

Parallellum; Henk van Kalken; Uitgeverij EigenZinnig; 2018; 258 blz.; € 18,95; omslagontwerp Ernst Jan Smit

Er zit wel een schrijver in Van Kalken

Parallellum, het eerste deel van een tweeluik, is al het vierde boek van Henk van Kalken, alle gepubliceerd bij Uitgeverij EigenZinnig.
Henk van wie? Uitgeverij Eigen wat?
Tegenwoordig duiken van buiten het bekende gebied van grachtengordels of fantasyfandom allerlei nieuwe schrijvers en nieuwe uitgevers op. Zo ook Henk van Kalken met zijn boeken bij Uitgeverij EigenZinnig.

Henk van Kalken werd in 1945 in Amsterdam geboren. Na een problematische jeugd met mishandeling werd hij maatschappelijk werker. Hij komt in het uiterste noorden van Friesland terecht, in Wierum. Na zijn pensioen verhuist hij naar het Groningse Roderwolde, waar hij als de fijne vrijetijdsbesteding van zoveel gepensioneerden lekker boeken gaat schrijven.
Ja, dat is misschien wel waar, maar het is ook te kort door de bocht. Van Kalken wilde altijd al schrijven, want in plaats van maatschappelijk werker was hij liever journalist geworden. Hij schreef eerder ook al stukjes voor de Leeuwarder Courant en de Heerenveense Courant. In zijn jeugd komt hij op negenjarige leeftijd in een opvanghuis voor jongens in Amersfoort terecht. Zijn verhaal is opgenomen in het rapport van de Commissie De Winter, het Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg. Van Kalken komt in de programma’s Brandpunt en Vinger aan de pols, waar hij wordt gestimuleerd een boek over zijn ervaringen te schrijven. Hij begint daar ook mee, maar het beland in de kast. Tot hij er de tijd voor krijgt, dan is dit het eerste wat hij oppakt. Het schrijven bevalt hem zo goed, dat hij er mee door gaat. Een lokale krant meldt dan ook: “Het auteur zijn gaat Henk goed af. Sinds hij in Roderwolde kwam wonen [] volgen de boeken elkaar in rap tempo op.” En zelf stelt hij: “Ik ben een beetje een kruising tussen Jan Cremer en Ciske” [de Rat].

Er zit dus wel een schrijver in Van Kalken, maar Parallellum, toch al zijn vierde boek, toont teveel beginnersfouten om een lezerspubliek te trekken. Contemporary fantasy waarbij personages uit onze wereld via een poort toegang krijgen tot een andere, inderdaad, de titel zegt het al, parallelle wereld. Dat kennen we natuurlijk al heel lang, in tal van varianten. Dat is niet erg als de schrijver een eigen persoonlijke wereld overtuigend weet neer te zetten, maar ook al leest het redelijk makkelijk weg en zijn de personages niet onsympathiek, Parallellum heeft te weinig van het unieke eigene.
Een van de belangrijkste mancementen is het té beschrijvende. De belangrijkste regel voor een snel, spannend verhaal is: show don’t tell. In Parallellum ligt de balans teveel naar het vertellen. En tegelijkertijd vertelt Van Kalkum te weinig; dingen waar hij misschien goed over heeft nagedacht, maar die hij verzuimd duidelijk te maken aan de lezer. Dat begint al meteen in het begin, met het Monument waar een familiereünie wordt gehouden en de vreemde artefacten die in het bezit van de familie zijn. Waarom bij dat Monument? Wat heeft de familie daarmee? En het is toch erg onaannemelijk dat een totaal onbekende, onslijtbare materie zomaar ergens in het bos ligt, zonder dat er echt onderzoek naar wordt gedaan? Mees, Lotta en Theo gaan heen en weer tussen de parallelle werelden zonder er door te worden veranderd, maar Peter verliest zijn geheugen en wordt een soort van Superman?
Het einde van het verhaal verspeelt de goodwill die het eerste deel toch heeft opgeroepen. Niet eens omdat de ontwikkeling naar het Boeddhisme het vaag maakt; dat is vaker het geval bij de magie in de fantasy, en zeker bij religieuze fantasy. Bezwaarlijker is dat er allerlei dingen in het verhaal worden gegooid om het dynamisch en spannend en vol vaart te houden, maar het gemak en de abruptheid waarmee dat wordt gedaan, verspeelt alle geloofwaardigheid. Er is opeens een androgyn, de “Bodisattva van liefde en mededogen”, die eerst een goed gesprek heeft met de hoofdpersoon en dan in het heetst van de strijd opduikt om de zaak te redden. Ja, want strijd moet er zijn. Gelukkig kunnen ze niet vechten, behalve opeens op het einde, dan is er een die het heel erg goed kan. En er is opeens een Vertaler, waardoor de mensen uit onze wereld opeens met de mensen uit de parallelle wereld kunnen praten. En ja, superman Peter doet ook nog wat van zijn kunstjes.

De vraag die Henk van Kalken zich moet stellen, is: waar zitten mijn lezers? Kan ik het bij ontknopingen wel zo makkelijk maken door maar alles te bedenken? Ook bij fantastische literatuur moet de fantastie leiden tot een gestructureerde en consistente wereld. Hij moet zich afvragen hoe hij zijn verhaal meer eigen kleur kan gegeven, al is het maar door Groningen of Friesland nadrukkelijker als decor te gebruiken. En als hij in het domein van de fantastische literatuur aanwezig wil zijn, binnen de sciencefiction, fantasy en horror, moet hij zich de vraag stellen: hoe ga ik de concurrentie aan met schrijvers als Tais Teng, Jaap Boekestein, Johan Klein Haneveld, Jasper Polane, Mike Jansen, Pen Stewart, Tom Thys, Jan J.B. Kuipers, Anthonie Holslag, Sophia Denth, Thomas Olde Heuvelt etcetera etcetera.

De in Tolbert gevestigde Uitgeverij EigenZinnig van Maaike Maring meldt op de website: “In 2012 ben ik gestart met Uitgeverij EigenZinnig. Daarvoor heb ik Frans gestudeerd in Groningen, [] Na een aantal jaren voor de klas te hebben gestaan op middelbare scholen in zowel Engeland als Nederland ben ik zo’n vijftien jaar fulltime moeder geweest. In 2012 heb ik hierover een zeer persoonlijk boek Nieuwe schoenen en ander gedoe geschreven en uitgebracht onder mijn meisjesnaam Maaike Feenstra. [] Dit uitgeefavontuur beviel me goed en daarom besloot ik hiermee door te gaan. Sindsdien heb [] honderden manuscripten onder ogen gekregen en meer dan honderd boeken uitgebracht. In kleine oplages misschien, maar stuk voor stuk mooie, bijzondere boeken.”
Blijkbaar geldt voor EigenZinnig hetzelfde als voor de schrijver Henk van Kalken; toen er tijd kwam richtte Maaike Maring op wat ze echt leuk vond.
Parallellum toont dat ze boeken heel netjes uitgeeft en dat ze op haar boeken de aandacht weet te vestigen door ze op de belangrijkste boekensites te plaatsen. Ik kan het fonds van de uitgeverij niet beoordelen, maar ook Maaike Maring moet zich afvragen of ze in het domein van de fantastische genres de concurrentie wil aangaan.
(Paul van Leeuwenkamp)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *