Jack Vance – De vijf gouden banden (SF) – 130 p.
(The Five Golden Bands – Startling Stories, Vol. 22:2 November (1950))
Spatterlight, Amstelveen (2018) € 14,00
Het Verzameld Werk van Jack Vance 3
Vertaling: Ivain Rodriguez de León
Omslag Ontwerp & Illustratie: Howard Kistler
(Verkrijgbaar via Amazon.de)
Toen Durdane onlangs in drie delen (De Anome, De Roguskhoi en De Asutra) bij Spatterlight verscheen, moest ik die aan me voorbij laten gaan. Ik had Durdane ook graag willen recenseren, maar zoals ik eerder heb verteld gaan Durdane, Tschai, De Duivelsprinsen, Nachtlamp en nog wat titels geregeld met me mee op vakantie en geniet ik er ieder keer opnieuw van. Ik denk dat ik Durdane inmiddels een keer of zes door mijn ogen heb gehaald en de laatste keer was nog niet heel erg lang geleden. Bovendien lagen er nogal wat andere boeken ter recensie te wachten, dus met spijt in mijn hart liet ik ze aan mij voorbij gaan.
Met ‘De vijf gouden banden’ lag het anders. Die had ik nog maar een keer gelezen en wel toen die bij Meulenhoff samen met ‘De huizen van Izm’ in 1976 als dubbelroman SF 104 verscheen. Ik kan het niet laten om even bij de dubbelromans van Meulenhoff (en uiteraard de gehele M=SF reeks) stil te staan. Wat is het jammer dat die verdwenen is. Toen het stopte liet het een gat achter dat nooit meer gevuld is. Maar dat terzijde.
Het is dus dik veertig jaar geleden dat ik ‘De vijf gouden banden’ las en eerlijk gezegd wist ik niet echt meer waar het over ging. Dat geldt voor een behoorlijk aantal van de andere oudere boeken van Jack Vance. Ook zijn korte verhalen heb ik meestal maar een keer gelezen. Er komt dus nog heel wat dat ik graag nog eens wil lezen en recenseren en ik kijk heel erg uit naar een hernieuwde kennismaking met ‘De zeventien maagden’ en vooral ‘Freitske’s beurt’. Ik kan me de verassing nog levendig voor de geest halen toen ik besefte waar het over ging. Na een aanvankelijke verblufte stilte, heb ik daarna tranen met tuiten gehuild van het lachen. Maar dat is op de zaken vooruitlopen. Dus ook dat terzijde.
Samuel Langtry ontdekte bij toeval de interstellaire ruimte-aandrijving. Zijn Zonen trokken het heelal in om hun eigen imperia te stichten op nieuwe werelden: Shaul, Badau, Loristan, Koto en Alpheratz A.. Ze bewaken angstvallig het geheim van de ruimtestuwer en houden de Aarde in een wurggreep. Ze wijzen slechts mondjesmaat stuwers aan derden toe. De aarde is een achtergebleven gebied geworden en we zijn inmiddels twintig generaties na Samuel Langtry. Paddy Blackthorn van Skibbereen in County Cork, Ierland is een schurk, maar een typische Vance schurk. Een schelm is misschien meer de juiste term. Wat van Vance’s schelmen van toepassing is, is ook van toepassing op Paddy. Je sluit hem meteen in je hart. Paddy wil koste wat kost het geheim van de ruimtestuwer aan de gemuteerde Zonen van Langtry ontfutselen, maar als hij de zwaar bewaakte bunker van de Zonen is binnengedrongen wordt hij door een stomme streek gesnapt en ter dood veroordeeld. Hij weet te ontsnappen en begint, samen met Faye (een agent van de Aarde) aan de jacht op het geheim van de Stuwer.
‘De vijf gouden banden’ is een vroege Vance. Dat kan niet ontkend worden en ondanks dat het er al inzit, is Vance nog niet zo gehaaid als toen hij bijvoorbeeld Tschai schreef. Zijn humor is nog niet zo ontwikkeld zodat je wat minder hard om Paddy moet gniffelen dan dat je normaal gesproken om zijn andere schelmen doet. Ook maakt hij zich er in dit boek soms wel wat gemakkelijk van af. Zoals Faye en Paddy het eerste geheim van de stuwer op de kop tikken… dat is wel heel erg simpel. Om maar niet van de laatste te spreken. Iets moeilijker en het verhaal was ook weer iets langer geworden.
Maar goed… dat neemt niet weg dat ik me toch wel weer vermaakt heb met dit werk en ik kan het een ieder aanraden die een lekker rechttoe rechtaan Space Opera-avontuur kan waarderen. Het volgende boek in Het Verzameld Werk van Jack Vance wordt ‘De Slaven van de Klau’. Daar geldt hetzelfde voor als voor ‘De vijf gouden banden’: ook maar een keertje gelezen. Ik hou me derhalve alweer aanbevolen.
Jos Lexmond