Jeff VanderMeer – Borne (SF) – 394p.
(Borne – Farrar, Straus and Giroux, New York (2017))
De Bezige Bij, Amsterdam (2018) € 24.99
Vertaling: Luud Dorresteyn
Omslag ontwerp: Moker Ontwerp
Volgens wikipedia is een dystopie het tegenovergestelde van een utopie. In een utopie zou je wel willen leven en in een dystopie niet. Ik denk dat de waarheid een beetje in het midden ligt. De ene dystopie is de andere niet. Normaal gesproken zou ik in geen enkele dystopie willen leven, maar meestal denk ik daar niet echt over na. Normaal gesproken lees je het verhaal dat zich in een toekomst afspeelt die wat verder van je voorstellingsvermogen af ligt en vermaak je je ermee. Dat ligt bij ‘Borne’ wel even ietsje anders. ‘Borne’ zou ik een apocalyptische dystopie willen noemen. Dat is dus nog een graadje erger. In dit boek wordt je geconfronteerd met je eigen angst voor de toekomst. Een toekomst die verre van onmogelijk is. Soms lees je een bericht in de krant of een item op de televisie en dan denk je: Het is al begonnen en als de doos van Pandora eenmaal geopend is, krijg je de geest nooit meer in de fles. Ik haal hier van alles door elkaar, maar ik denk dat strekking duidelijk is. Op een aarde zoals beschreven in ‘Borne’ is eigenlijk met goed fatsoen niet meer te leven. En toch leven er mensen, al dan niet aangepast, door Bio technologie. Er leven ook wezens die niets meer met mensen te maken hebben. Wezens die ontworpen zijn in laboratoria en zich in bepaalde gevallen tegen de mensen of wat dan voor levende wezens ook gekeerd hebben. Mord, een gigantische moordzuchtige beer maakt de ruïnes van de stad, verwoest door oorlog en droogte, onveilig. Mord-proxy’s, nakomelingen van Mord, een stuk kleiner maar net zo moorddadig, doen er nog een schepje bovenop. Magican, ronselt mensen uit de stad om Mord en zijn proxys uit te roeien. Die mensen proberen met man en macht het hoofd boven water te houden en doorzoeken afvalbergen voor kadavers, stront en andere, onnoembare, troep, naar etensresten om zich in leven te kunnen houden. In deze wereld leven Rachel, een jonge vrouw, en Wick, een bioloog en chemicus die zelf leven bouwt. Ze wonen in de Balkonrots aan de noordelijke kant van de stad waar ze uitzicht hebben op een vergiftigde rivier. Ze hebben de Balkonrots omgebouwd tot een vestig waarin ze zich relatief veilig voelen tegen plunderaars, de Magican, Mord en alles wat er nog meer ronddoolt. Ze hebben hun vesting voorzien van valstrikken, valdeuren, kuilen en vloeren en wanden bedekt met glasscherven of erger. Wick maakt eigen voedsel in een badkamer, waarvan je eigenlijk niet wilt weten wat het eigenlijk is. Maar het houdt hen in leven.
In deze wereld plukt Rachel van de huid van Mord (de gigantische beer), een wezentje en noemt het Borne. Het is niet zeker of het een dier of een plant is en Wick wil het omzetten in voedsel. Rachel wil het echter houden. Het diertje oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht op haar uit. Het groeit en ontwikkelt zich, leert spreken en lezen en wordt nieuwsgierig naar de buitenwereld. Rachel is ontroerd door zoiets onschuldigs. Maar niets is wat het lijkt.
Ondanks dat de toestand van de wereld nauwelijks verklaard wordt, kan je je er iets bij voorstellen hoe het zo gekomen is. Je leeft mee met Rachel en haar moederlijke gevoelens voor Borne, worden de jouwe.
Ofschoon ‘The Southern Reach’ trilogie vertaald is, heb ik het nooit gelezen. Ik heb slechts een verhaal van VandeMeer gelezen dat in de Jack Vance eerbetoon ‘De stervende aarde’ was opgenomen.
Ondanks de afschuw, die ik voelde voor de wereld, heb ik genoten van ‘Borne’. Ik werd het verhaal ingezogen en kon het niet meer loslaten voordat het uit was. Een hele dikke aanrader!!!
PS Achterin nog Teem’s Bestiarium met daarin de levende wezens die in Borne’s wereld leven. Het leukste beestje is zonder twijfel het alcoholvoorntje.
Jos Lexmond