De val van Scribopolis – boek 2 – Peter Van Olmen (JFA)
De Kleine Odessa 3-2 (en slot)
Van Halewyck, Kalmthout (2018)
427 pagina’s; prijs 19,99
Vormgeving: Erwin van Wanrooij
Illustraties: Erwin van Wanrooij/Ronald Heuninck
Voordat ik dit laatste deel van ‘De Kleine Odessa’ zou lezen, was ik van plan geweest de delen een (Het Levende Boek) en twee (Het Geheim van Lode A.) van de trilogie te lezen. Uiteraard, zou ik haast zeggen, kwam daar niets van. Er kwam van alles tussen, teveel om op te noemen, maar voornamelijk waren dat andere boeken. Recenseren lijkt leuk te zijn, maar je gaat jezelf te veel opleggen. Steeds komen er nieuwe boeken binnen die eigenlijk meteen aan de beurt zijn, maar de leestijd is beperkt. Eigenlijk zou ik nog wel eens wat ‘ouds’ willen herlezen, wat me smekend vanuit de kast aankijkt, maar daartoe laat ik me alleen in vakanties verleiden. Eigenlijk is recenseren gewoon een vorm van werk, maar wel werk dat je heel erg graag doet, dat te veel hooi op de vork nemen, welhaast niet mogelijk is, maar wel soms een wrange werkelijkheid. Ik probeer me te beperken in mijn keuzes, maar dat maken de uitgeverijen me wel heel erg moeilijk. Men blijft maar mooie boeken uitgeven die ik graag zo willen lezen en die me dus telkens weer voor dilemma’s stellen.
Ik zou me van deze recensie gemakkelijk af kunnen maken, want eigenlijk heb ik niets toe te voegen aan de recensie van ‘De val Scribopolis – boek 1’. Natuurlijk… ik weet nu dat Peter Van Olmen een Belgische auteur is (niet dat dat iets uitmaakt), dat ik nog steeds de twee eerste delen wil lezen en verder dat ik het geweldig vond. Ik snap ook dat, omdat het verhaal verteld moest worden zoals het verteld moest worden, dat het laatste deel van de trilogie in twee delen gesplitst moest worden, omdat je anders wel een hele dikke pil zou krijgen. Geen problemen mee, maar dat houdt ook in dat ik mijn zegje er al over gedaan heb. Want… het verhaal verteld in Boek 1, wordt heel logisch verder verteld en blijft hogelijk boeien en verrassen. Wat je allemaal voor mogelijkheden hebt als je kunt putten uit de Wereldliteratuur. Als je niet alleen over personages uit alle boeken die er geschreven zijn kunt beschikken, maar ook over hun schrijvers en de werelden die ze geschapen hebben. Als je kunt beschikken uit alle mogelijke speciale gaven van alles en iedereen uit alles wat er ooit op papier gezet is. De mogelijkheden zijn legio en onuitputtelijk. Peter van Olmen heeft dit alles op een briljante manier gebruikt en gevormd naar zijn wil. Van nature ben ik primair een SF liefhebber en mijn gedachten fladderden af en toe weg naar de werelden van Jack Vance, de wereld van Robin Hobb of de werelden van Ursula LeGuin. Wat zou je daar briljante dingen mee kunnen doen! Maar goed… het zou dan niet speciaal en origineel meer zijn. Maar wel leuk om over te dagdromen.
Hoe dan ook… ik ga zeker toch nog eens (weet alleen niet wanneer, want nieuwe boeken blijven roepen) ‘Het levende boek’ en ‘Het Geheim van Lode A.’ lezen en kan alleen maar roepen dat de reeks een aanrader is.
Wat ik me wel afvraag is of Peter Van Olmen nu in een zwart gat gevallen is nadat de trilogie beëindigd is, of is hij blij dat hij ervan af is en welgemoed aan iets nieuws begonnen is? Maar dat zal ik wel; nooit te weten komen. (denk ik).
Het verhaal zelf? Daar ga ik niets over zeggen. Het zou de pret alleen maar kunnen verpesten. Gewoon zelf aanschaffen en er eens goed voor gaan zitten. Je zult er geen spijt van krijgen.
Jos Lexmond