Stranders – Iris Stobbelaar (JFA)
Uitgeverij Ploegsma bv, Amsterdam (2015) Kinder & Jeugdboeken
445 pagina’s; prijs 17,99
Vormgeving: Nanja Toebak & Nancy Koot
Illustraties: Maaike Putman
Wees voorzichtig als je iemand verwenst, want het zo zomaar kunnen dat de persoon die je verwenst hebt, ook zomaar ver weg gewenst hebt. Dat is zo’n beetje de strekking van het schrijversdebuut van Iris Stobbelaar. Ik had nog nooit van haar gehoord, maar dat wil niet heel veel zeggen. Er zijn megaveel mensen waar ik nog nooit van gehoord heb en die de meest waanzinnige (positief, dan wel negatief ) dingen doen. Laten we het bij het positieve houden. Iris Stobbelaar is dus een kinderboekenschrijfster, maar daarnaast ook een regisseuse en actrice. Als actrice zou je haar misschien kunnen kennen. Ze speelde Eva in de serie SamSam, die van 1994 tot en met 2003, op commerciële kanalen in Nederland werd uitgezonden. Inmiddels is ze getrouwd met regisseur Roel Reiné en heeft een zoon en een dochter en wonen ze sinds 2003 in Los Angeles. Zover maar weer over Iris persoonlijk. Laten we het eens over ‘Stranders’ hebben.
Job is het meer dan zat om op zijn kleine zusje Kaatje te passen. Zijn ouders hebben het altijd druk. Zijn moeder heeft een nagelboetiek, waar ze het heel artistiek druk mee heeft, en Jobs vader is een beleggingsadviseur. Het enige wat hij nodig heeft is een mobiele telefoon. Daar doet hij alles mee. Afspraken maken, de krant erop lezen, de beurzen en e-mails checken. Hij belt er zelfs soms wel eens mee. Het heeft zo zijn voordelen dat zijn ouders het zo druk hebben. Ze houden hem niet echt in de gaten, zodat hij (meestal) kan doen wat hij wil. Als Job enigst kind was geweest… dan had hij een leven als een luis op een zeer hoofd gehad. Maar hij was niet alleen… er was altijd een klein irritant zusje. Als hij dan zelfs op een zaterdag op haar moet passen omdat zijn ouders naar oma moeten, die net geopereerd is, en hij zodoende een belangrijke voetbal wedstrijd moet missen…, is dat de bekende druppel. Hij probeert die zaterdagmorgen al heel vroeg het huis uit te glippen , zodat zijn ouders een andere oplossing voor Kaatje moeten verzinnen, maar zijn plannetje gaat niet door. Kaatje is ook wakker en wil kost wat het kost met hem mee. Job is boos, heel erg boos en zijn hoofd vult zich met zwarte gedachten, zijn vuisten balden zich en hij denkt: Ik wou dat je je eigen nachtmerrie was, in plaats van die van mij. Op een plek waar ik nooit meer last van je had. Als hij zijn ogen open doet ziet hij Kaatje niet meer en hij maakt dat hij wegkomt. Als hij na een fijne sportieve dag thuiskomt, is zijn moeder er, maar Kaatje is in geen velden of wegen te zien. Hij rent in paniek naar buiten om haar te gaan zoeken. Tevergeefs. Hij wil net terug naar huis gaan om zijn ouders de waarheid te vertellen als een duistere figuur, geleund tegen een lantaarnpaal hem vraagt of hij zijn zusje zoekt. Als hij die vraag bevestigend beantwoord… loopt de figuur weg en Job volgt hem. In no time is het asfalt weg, de huizen van de buren en zelfs de lantaarnpaal is weg. De duistere figuur en hij zijn in een andere wereld. Het is het begin van de zoektocht naar Kaatje. Sterker nog… Kaatje vinden is de enige mogelijkheid om weer naar huis terug te keren. In een vreemde wereld die bevolkt wordt door monsters en waar je zelfs het landschap niet kunt vertrouwen, is dit geen gemakkelijke opgave. Vooral als blijkt dat hij niet de enige is die Kaatje zoekt.
Ik vond het een kostelijk boek en heb me er prima mee vermaakt. Ik weet niet of ze met een vervolg bezig is, of iets nieuws, maar als ze met een nieuw boek komt… dan houd ik me aanbevolen.
Jos Lexmond