Emily St. John Mandel – Station Elf (SF)
Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen (2015)
381 pagina’s; prijs 21,99
Oorspr.: Station Eleven (Alfred A. Knopf, New York – 2014)
Vertaling: Astrid Huisman
Omslag: Suzan Beijer mmv Hollandse Hoogte
Dit boek won de Britse Arthur C. Clarke Award 2015 voor boeken uitgegeven in 2014. Ik heb even naar de shortlist gekeken en had liever gehad dat ‘Het boek van wonderlijke nieuwe dingen’ van Michael Faber of ‘Het meisje met alle gaven’ van M.R. Carey gewonnen had. Niet dat ‘Station Elf’ slecht is of zo, het tegendeel is meer dan waar, maar beide andere vond ik persoonlijk een stuk beter. Je weet natuurlijk niet wat de overwegingen van de jury in deze waren en over persoonlijke smaak en voorkeuren valt natuurlijk niet te twisten.
Hoe dan ook… ‘Station Elf’ won dus de Arthur C. Clarke Award, een prijs die voor het eerst in 1987 werd uitgereikt (aan Margaret Atwood voor ‘Het verhaal van de dienstmaagd’) en die dus werd ingesteld terwijl Clarke nog leefde (gestorven in 2008). Een mooi resultaat voor deze vierde roman van de Canadese schrijfster. Overigens hebben haar voorgaande drie romans niets met fantastiek van doen. Waar gaat dit verhaal over?
Op een winterse avond in het Elgin Theater in Toronto sterft de beroemde acteur Arthur Leander op het toneel aan een hartinfarct, terwijl hij de rol van zijn leven speelt: King Lear. Diezelfde avond strijkt een dodelijk griepvirus neer op het Noord-Amerikaanse continent. De Georgische Griep raast als een niets en niemand ontziende ziekteorkaan over de wereld. Het virus heeft de kortste incubatietijd die men ooit heeft gezien. De berichten spreken van een sterftecijfer van bijna honderd procent. Binnen veertien dagen is de aarde zo goed als ontvolkt en is de wereld tot stilstand gekomen.
Twintig jaar na de verwoestende epidemie, krabbelen de overgeblevenen langzaam weer overeind. Een gezelschap van een nomadische groep acteurs en musici van het Reizende Symfonieorkest gaat langs nieuwe en oude nederzettingen aan de oevers van de grote meren om Shakespeare op te voeren voor de overlevenden van de ondergang. Ze trekken rond met paard en wagen in een tweejaarlijkse cyclus en maken van alles mee op hun tocht langs de gemeenschappen. Sommige van de dorpen lijden onder terreur van krankzinnige predikers en met sommige dorpen gaat het naar omstandigheden goed, maar hebben moeite het hoofd boven water te houden. Maar allen zijn ze blij met het vleugje beschaving dat het reizende Symfonieorkest verspreid. Onder de groep acteurs en musici is Kirsten Raymonde, die op het moment van de pandemie acht jaar oud was en aanwezig was op het toneel toen Arthur stierf. Ze kan zich maar weinig herinneren van voor de ramp en klampt zich vast aan de twee graphic novels die ze van Arthur had gekregen voordat hij stierf: Station Elf.
Het verhaal springt beurtelings heen en weer tussen het begin van de pandemie en het uitsterven van de wereld, als mede twintig jaar later. Het is moeilijk te vertellen wat de clou is van het verhaal. Als die er al is. Wat het in ieder geval is… het is een verhaal over mensen en hun drijfveren en over doorgaan met leven ook al lijkt het leven er mee opgehouden te zijn. Het was de moeite van het lezen meer dan waard. Maar toch… toch had ik liever gehad dat een ander boek de Arthur C. Clarke Award 2015 gewonnen had.
Jos Lexmond