De NCSF premie wordt elk jaar door de Harland Award jury uitgereikt aan het science fiction verhaal dat als hoogste eindigt op de ranglijst. Dit jaar was Erik Betten de winnaar, met het post-apocalyptische verhaal “Na de vloed”. Erik is niet onbekend met de Harland Award want in 2010 won hij ook al de toenmalige Paul Harland Prijs voor “Echte Liefde”. In zijn dagelijkse werk is Erik ook schrijver, journalist en historicus met verschillende non-fictie boeken op zijn naam, zoals ‘De Fries. Op zoek naar de Friese identiteit’ (Wijdemeer, 2013) en ‘Het boek van de Ee’ (Wijdemeer, 2014).
Als eerste natuurlijk gefeliciteerd met het winnen van de NCSF premie voor het hoogst geplaatste science fiction verhaal, met een mooie vijfde plaats op de ranglijst. Wat vind je ervan dat ondanks de grote competitie van de fantasyverhalen jouw verhaal zo hoog is geëindigd?
Hartelijk dank. Ik ben erg gelukkig met de klassering, maar ik denk dat science fiction niet bij voorbaat minder kans maakt dan fantasy. Afgaand op de winnaar van dit jaar en op het verhaal waarmee ik de Paul Harland Prijs in 2010 won, lijkt het erop dat de combinatie van magisch realisme en horror in de Harland Awards misschien nog het meest kansrijk is. Maar uiteindelijk wint gewoon het sterkste verhaal.
In het juryrapport werd aangegeven dat het aantal science fiction inzendingen in het algemeen tegenviel. Is SF in het Nederlands moeilijker te schrijven in jouw ervaring?
Het heeft volgens mij op zich niets met taal te maken. Eerder met het kleinere aanbod van science fiction in de Nederlandse taal voor lezers tussen de 10 en de 25. Dat is toch de leeftijd dat je gaat dromen van schrijverschap, zo was het bij mij in elk geval wel, en dan wil je schrijven wat je zelf als lezer het mooiste vindt. Ik las Paul Auster en Kurt Vonnegut veel rond mijn twintigste, en dat heeft mijn voorkeur voor verhalen met een vervormde werkelijkheid wel bepaald.
Wat vind je van de Nederlandstalige science fiction? Zit er toekomst in de science fiction hier? En zijn er Nederlandstalige auteurs die jou inspireren?
Ik moet met enige schaamte bekennen dat ik zeer slecht thuis ben in het genre in het algemeen, en daardoor ook in de Nederlandstalige SF. Maar als je me vraagt naar de toekomst van het genre, dan twijfel ik niet aan de kansen. SF is het genre bij uitstek om een samenleving te confronteren met hun bewuste en onbewuste angsten en verwachtingen. Ik geloof dat we daar op dit moment stof genoeg voor hebben.
Wat zijn jouw tips voor iemand die voor de volgende editie van de Harland Awards een SF verhaal wil schrijven?
Begin niet met de techniek, de setting of de verhaalwereld. Begin juist met de noodzaak van je verhaal. Zoals ik hierboven zei, SF is volgens mij het krachtigste als het appelleert aan een diep gevoelde angst of zorg in de samenleving. Als je dat op een slimme manier uitvergroot of ter discussie stelt in een nieuwe setting, dan heb je goud in handen. Maar modelleer die setting naar je verhaal, niet andersom. En nog een algemene tip: mik niet op het maximale aantal woorden, dat beperkt je enorm in het herschrijven van je eerste versie.
Zijn er specifieke elementen waarvan jij vindt dat ze echt in een SF verhaal thuis horen?
Ik zou het genre zo min mogelijk willen beperken, dus nee. Als het ook maar iets met de toekomst of een niet-bestaande techniek te maken heeft, mag het van mij SF heten.
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
Proberen zoveel mogelijk tijd vrij te maken voor de fictie, tussen het werken aan mijn non-fictieboeken door. Gelukkig heb ik sinds kort twee goede vrienden bereid gevonden om me per week via de app op brute wijze te dwingen een nieuw romanhoofdstuk of verhaalfragment op te sturen. Met die stok achter de deur kom ik er veel sneller toe om na een werkdag toch nog een uurtje of twee door te werken aan mijn eigen verhalen, hoe bizar ook. Daarmee heb ik ook weer ontdekt hoeveel plezier en energie ik uit het schrijven-om-het-schrijven haal.
Tenslotte: wat is het laatste science fiction boek of verhaal dat je hebt gelezen en kan aanraden?
Een oudje: ‘In the country of last things‘ van Paul Auster, 1987. Het goede nieuws voor scholieren die dit lezen: leraren Engels die flauw doen over SF of fantasy op je lijst zullen deze niet weigeren. Kurt Vonnegut trouwens ook niet.
Eén gedachte over “Interview met Erik Betten, winnaar NCSF premie”