De nieuwe wildernis – Diane Cook (SF)
Uitgeverij Nieuw Amsterdam, Amsterdam (2021)
361 pagina’s, € 22,99
Oorspr.: The New Wilderniss – (HarperCollins Books, New York – 2020)
Vertaling: Ineke Lenting
Omslag: Fritz Metsch/Studio Jan de Boer
Klimaatfictie… een nieuwe duiding voor iets wat al heel erg oud is. Oude wijn in nieuwe zakken dus. Je mag als het oudste klimaatfictieverhaal waarschijnlijk wel het verhaal van de zondvloed uit de bijbel noemen. De mens had daar direct geen bemoeienis mee, maar indirect natuurlijk zeer zeker wel. Ook in de Fantastiek hebben we daar wel een behoorlijk ervaring mee natuurlijk. Kim Stanley Robinson met zijn ‘Science in the Capital’ reeks, mag natuurlijk als zodanig beschouwd worden. En ook ‘New York 2140’ natuurlijk. ‘Lucifers Hammer’ van Larry Niven & Jerry Pournelle, toch ook, nietwaar? ‘De verdronken aarde’ van J.G. Ballard en nog een paar meer. Uiteraard niet te vergeten onze eigen Ziltpunk verhalen van Tais Teng en Jaap Boekestein (en soms ook Roderick Leeuwenhart). En dan mag natuurlijk het door Johan Klein Haneveld samengestelde ‘Voorbij de Horizon’ niet onvermeld blijven. 25 verhalen van Nederlandstalige auteurs, verschenen bij Uitgeverij Macc, welke allemaal als thema klimaatverandering hadden. Onlangs verscheen ‘KliFi’ van Adriaan van Dis, ook alweer met hetzelfde thema. Klimaatfictie… wen er maar aan. We gaan nog heel erg veel boeken en verhalen met dat thema zien.
Zelf heb ik daar heel erg weinig bezwaar tegen. Hoewel ik er wel bang voor ben, omdat we er middenin lijken te zitten, fascineert het me ook en lees het graag. Maar ik blijf het gewoon SF noemen. Klimaatfictie is er hooguit een sub genre van.
Diane Cook heeft met ‘De nieuwe wildernis’ een wereld geschapen dat zijdelings met het fenomeen klimaatfictie te maken heeft. Als je de vage verwijzingen naar de rest van de wereld weglaat, zou je ook kunnen zeggen dat je met een stenen tijdperk verhaal te maken hebt. De tijd is onbestemd, maar duidelijk wel in de toekomst. De stad waar de hoofdpersonen, Bea met haar dochter Agnes, vandaan komen, is duidelijk zwaar vervuild en de smog verwoesten Agnes haar longen, zodat Bea niets anders kan dan de stad te verlaten en die te verruilen voor de nieuwe wildernis. De nieuwe wildernis is een ongerept natuurgebied waar de mens zich nooit in heeft mogen bewegen. Bea en Agnes voegen zich bij achttien andere vrijwilligers voor een radicaal experiment. Ze moeten leren te overleven in de wildernis zonder zich te vestigen of sporen na te laten. Verder moeten Rangers ervoor zorgen dat de groep mensen in beweging blijft en van station naar station, die in de uithoeken van de nieuwe wildernis gevestigd zijn. Daar kan de groep haar afval kwijt en dan weer verder trekken. Telkens als de groep zich een tijdje vestigt bij bijvoorbeeld een waterplaats, duiken niet lang daarna de Rangers op en worden ze weer op pad gestuurd. Verder, immer weer verder, zoals de jagers/verzamelaars in vroeger tijden deden. Wat het experiment uiteindelijk zou moeten brengen, dat blijft een raadsel. Maar daar gaat het verhaal helemaal niet om. Het gaat meer om de interactie tussen moeder en dochter en daarnaast ook om de interactie in de groep onderling.
Hoewel veel de toekomstige wereld voor de lezer verborgen blijft (en wat ik wel wat irritant vind, omdat ik graag het grote plaatje ken), is het verhaal meer dan fascinerend. Het leven in het ‘stenen tijdperk’ is prachtig beschreven. Als ‘De nieuwe wildernis’ model kan staan voor de klimaatfictie die er nog aan staat te komen, dan teken ik er blind voor. Ziltpunk is prachtig, leuk en geweldig origineel, maar dit is zonder meer mooi!
Jos Lexmond